Tekst uit de derde dag van ‘De alchemische bruiloft van Christiaan Rozenkruis’ met zeven mythische dieren

BESTEL DE ALCHEMISCHE BRUILOFT DEEL 1 VAN € 28,50 VOOR € 24,50

EN/OF ANDERE IN PRIJS VERLAAGDE BOEKEN

EN ONTVANG GRATIS EEN NIEUWE ROEP BIJ UW BESTELLING

In het verhaal van de derde dag van De alchemische bruiloft van Christiaan Rozenkruis worden zeven mythische dieren genoemd. Dat gedeelte is niet opgenomen in de verkorte versie in spirituele tekst 3 van het online-programma Mysteriën van het Rozenkruis. Daarom volgt hieronder de Nederlandse vertaling van het betreffende gedeelte uit de diepzinnige roman die in druk verscheen in 1616 en die wordt toegeschreven aan Johann Valentin Andreae (fakkeldrager van het Rozenkruis 8). In zijn boek De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis deel 1 verklaart Jan van Rijckenborgh (fakkeldrager van het Rozenkruis 21) de symboliek van eenhoorn, leeuw, duif, phoenix, adelaar, griffioen en valk. Ankie Hettema-Pieterse gaat er dieper op in (met uitzondering van de valk) in haar boek De Paradijsvogel en andere mythische dieren. De foto’s van de beelden van mysteriedieren zijn gemaakt op conferentiecentra van het Gouden Rozenkruis, met uitzondering van de leeuw en de phoenix (of feniks).

Bij het ten uitvoer brengen van deze vonnissen liepen mij de tranen uit de ogen, niet zozeer vanwege de straf, die zij, gezien hun misdrijven, wel hadden verdiend, doch door de gedachte aan de menselijke blindheid, waardoor wij ons steeds weer bemoeien met datgene wat vanaf de eerste val voor ons toegesloten is. Aldus was de tuin, die kort tevoren nog zo vol was, spoedig leeg, zodat er zich niemand meer bevond dan de soldaten. Nadat dit alles zich voltrokken had, heerste er gedurende vijf minuten stilte. 

Toen verscheen er een schone, sneeuwwitte eenhoorn met een gouden halsband, waarin enige letters waren gegraveerd. Hij naderde de bron, knielde op de voorpoten neer, alsof hij eer bewees aan de leeuw, die zo onbeweeglijk op de bron stond dat ik hem voor een stenen of bronzen leeuw had gehouden. Deze nam terstond het ontblote zwaard dat hij in zijn klauwen hield en brak het middendoor, waarna de stukken, naar ik meende, in de bron wegzonken. Hierna brulde hij zo lang tot een witte duif hem in haar snavel een olijftakje bracht, hetwelk de leeuw terstond opat, waarna hij weer rustig werd. Ook de eenhoorn keerde verheugd naar zijn plaats terug. 

De jonkvrouw leidde ons vervolgens weer langs de wenteltrap van de houten constructie naar beneden en wij bogen wederom eerbiedig in de richting van het gordijn. Wij moesten onze handen en ons hoofd in de bron wassen en aldaar in dezelfde volgorde een ogenblik wachten, totdat de koning zich door een verborgen gang weer naar zijn zaal had begeven. Daarna werden wij met heel bijzondere muziek, met pracht en praal, en onder het voeren van opgewekte gesprekken uit de tuin naar onze vorige verblijfplaats teruggebracht. Dit geschiedde omstreeks vier uur in de middag. 

Opdat de tijd ons niet te lang zou vallen, wees de jonkvrouw ieder van ons een page toe. Zij waren niet alleen op kostbare wijze gekleed, doch zij waren ook opvallend geleerd, zodat zij over allerlei onderwerpen zo bekwaam konden spreken dat wij alle reden hadden beschaamd te zijn. Hun werd bevolen ons in het slot rond te leiden, echter alleen naar bepaalde plaatsen, en ons, zoveel mogelijk volgens ons verlangen, de tijd te korten. De jonkvrouw nam intussen afscheid, ons troostend met de belofte dat zij bij het avondmaal weer zou verschijnen, om daarna de plechtigheid suspensionis ponderum (een teug vergetelheid) te vieren. Zij verzocht ons geduldig de volgende dag af te wachten, daar wij dan zouden worden voorgesteld aan de koning. 

Toen zij vertrokken was, deed ieder van ons wat hem goeddacht. Sommigen bekeken de mooie schilderijen, die zij natekenden, waarbij zij zich afvroegen wat de wonderlijke karakters zouden betekenen. Anderen laafden zich met spijs en drank. Ik echter liet mij, met mijn metgezel, door mijn page rondleiden in het slot, van welke rondgang ik mijn leven lang geen berouw zal hebben. 

Naast vele prachtige antiquiteiten werd mij namelijk ook de koninklijke grafkamer getoond, waar ik meer heb geleerd dan in alle boeken ter wereld geschreven staat. Daar stond ook de schitterende phoenix, waarover ik twee jaar geleden een speciaal boekje heb laten verschijnen. Opdat mijn verhaal ook op andere wijze vrucht drage, ben ik van plan ook afzonderlijke verhandelingen uit te geven over de leeuw, de adelaar, de griffioen, de valk en andere, met de bijbehorende afbeeldingen en inscripties. Het speet mij dat mijn andere metgezellen verzuimd hadden deze kostbare schatten te aanschouwen, maar overwoog tevens dat Gods bijzondere wil aldus beschikt had. 

Bron: De alchemische bruiloft van Christiaan Rozenkruis deel 1 door J. van Rijckenborgh

BESTEL DE ALCHEMISCHE BRUILOFT DEEL 1 VAN € 28,50 VOOR € 24,50

EN/OF ANDERE IN PRIJS VERLAAGDE BOEKEN

EN ONTVANG GRATIS EEN NIEUWE ROEP BIJ UW BESTELLING