Voordracht van André Roumen op de lancering van zijn boek ‘Ik ben bewustzijn’

BESTEL ‘IK BEN BEWUSTZIJN’ – IN OKTOBER 2024 VAN € 24,50 VOOR € 22,00

De bovenstaande video is een opname van de voordracht van auteur André Roumen bij de lancering van zijn boek Ik ben bewustzijn op 19 april 2024 in Pentagram boekwinkel in Haarlem. Roumen legt haarfijn uit hoe hij ontdekte dat het bewustzijnsleven op vier benen dient te lopen. Hieronder volgt de transcriptie van de video.

Het voorwoord begint als volgt:

‘Dit boek gaat over bewustzijn dat zich van zichzelf bewust wil worden en zich daartoe ook aan mijn beperkte bewustwording gevangen heeft gegeven. Zo’n boek kan alleen door het bewustzijnsleven zelf geschreven worden. In mijn geval bleek het op vier benen te moeten lopen.’

Een levensboek schrijft zichzelf, maar het moet dan wel heel bewust het wakkere puntje van je pen worden. En dan blijk dat, in tegenstelling tot je biologische leven, je bewustzijnsleven geen aflopende zaak is. Integendeel. Het kan zich juist letterlijk ontwikkelen, dus van zijn wikkels ontdoen. Wikkels waarmee je in je onwetendheid en je onbewustheid gedurende heel je leven hebt omhuld en bedekt, waarmee je de essentie van je eigen leven aan je oog hebt onttrokken.

BESTEL ‘IK BEN BEWUSTZIJN’ 

De laatste decennia produceert met name de neuropsychologie heel wat literatuur over bewustzijn. Maar mijn insteek was een andere: niet schrijven over bewustzijn, maar vanuit bewustzijn. Het bewustzijnsleven zélf laten spreken. Bewustzijn voortdurend de dialoog laten zijn met het leven zelf.

Vanwege mijn sterke gevoelsleven werd ik, zeker in mijn jonge jaren, van de ene wolk naar de andere geslingerd, en dan ervaar je dat je geen baas bent in eigen huis. En dan komt vanzelf de vraag bij je op: Hoe kom ik tot integratie? Hoe kom ik tot meer innerlijke eenheid? Die zoek je dan in eerste instantie buiten je.

Ik was begin twintig toen ik begon met lezen van talloze boeken die ik allemaal heb bedorven met strepen en aantekeningen, en dat doe ik nu nog steeds overigens, boeken die me een zekere ordening toonden omdat ze me op het spoor zetten van de wetmatigheden van het leven. Wetmatigheden dus niet alleen van mijn leven, maar van hét leven. Dat liet me inzien deel uit te maken van een veel groter geheel. En deze ervaring van een zekere eenheid bracht zin in mijn leven.

Het werd me gauw duidelijk dat ware eenheid alleen kan worden gevonden in het eigen bewustzijnsleven, want je eigen leven komt volkomen overeen met je eigen bewustzijnswerkelijkheid. En pas als je bewustzijn een eenheid is, ben je zelf een eenheid, is dus ook je werkelijkheid een eenheid.

Waar ik tijdens mijn literaire oriëntatie op stuitte was dat de westerse oriëntatie op het leven is opgedeeld in talloze vakgebieden zoals esoterie, theologie, filosofie, allerlei vormen van wetenschap, kunst. Deen fragmentatie die je juist verder verwijdert van de eenheid die je zoekt. Eenheid vond ik wel doorklinken in het oosten, met name in de advaita vedanta, in het zenboeddhisme en bij Krishnamurti.

Een eerste poging om meerdere levensvisies ineen te vlechten was het schrijven van een stencil van dertig pagina’s, en precies vijftig jaar geleden uitgegeven in november 1974. En aan het aantal schrijvers dat ik toen voor het licht plaatste kun je zien dat het toen niet meer was dan het horen van het luiden van de klok zonder ter weten waar de klepel hangt. Eenheid laat zich alleen kennen als je zelf één bent. En dat was niet het geval. Wel zetten de beschreven onderwerpen me met de neus in de goede richting.

Mijn oriëntatie verplaatste zich dus richting het oosten, waar de integrale benadering van het leven een sterker accent legt op volledige aandacht voor het ontwikkelen van geestelijke spankracht, en wel om door de sluier van je droombewustzijn heen te breken. Want bij enig zelfonderzoek moet je erkennen dat je het grootste deel van de dag loopt te dromen. De bewustzijnsstroom is een automatisch proces; je denkt niet, maar wordt gedacht.

Om je van het leven bewust ter worden, moet je daarom heel bewust blijven bevragen, om vervolgens met geen enkel antwoord tevreden te zijn. Ieder antwoord moet opnieuw worden bevraagd wil het bewustzijn zijn eenheid gaan ontsluiten. En door te blijven vragen en onderzoeken komt de geestelijke spankracht op gang en wordt creatieve energie vrijgemaakt. Je moet vinden, al weet je niet wat.

Is er eenmaal sprake van een geestelijk energieniveau, dan houdt dat spel van vraag en antwoord zichzelf in stand, bij dag en bij nacht. Ik mag mij gelukkig prijzen dat ik ’s nachts na vierëneenhalf uur slaap op literaire oriëntatietocht kan gaan.

De noodzaak van een hogere bewustzijnsenergie herkende ik in het zenboeddhisme, met name in een bepaalde school die gebruikt maakt van de koan. De koan is een volstrekt raadselachtige opdracht die je móét oplossen, maar niet rationeel kúnt oplossen. Geen oplossing is goed. De oplossing moet uit het leven zelf komen. Je moet geen antwoord hebben, je moet het antwoord zijn. Blijf je het leven uitdagen en bevragen, dan kun je het leven zelf tot je koan maken. Het is je beste sparringpartner om je bewustzijn te verheffen boven dat automatisme. Het is zoals zenmeester Matsu zei: ‘Wat je ook doet, het werkt toch niet’.

Wat ga je doen?’ Dus blijf wel bezig. Zorg dat het energieniveau niet zakt. En wat met name het westen mij leerde: doe dat het liefst vanuit meerdere perspectieven. Dan zal zich volkomen onverwacht een helder inzicht openbaren die veelheid van perspectieven overstijgt en een zekere eenheid onthult.

Dat doet denken aan het begrip serendipiteit. Terwijl je je intensief oriënteert en onderzoek doet, breekt plotseling het inzicht door dat er niets mee te maken heeft, dat uit een heel andere hoek komt. Het leven zelf geeft antwoord. Het geeft iets van zijn wetmatigheden prijs, en daarmee iets van zijn eenheid. Dat was voor mij het eerste been om op te staan.

Nu is het zo dat je alleen weet wat eenheid is als je zelf één bent. Die beleving kwam, ook alweer vijftig jaar geleden, heel onverwacht binnenvallen. Tijdens een meditatief proces van zelfontlediging, waardoor juist door die ontleding psychische krachten vrij spel krijgen, bogen deze zich letterlijk over mij heen en dreigden mij op te slokken.

En toen geschiedde daar dat wonderlijke dat ik, terwijl ik daar in doodsangst op mijn meditatiekussentje zat, uit het niets de stellige overtuiging in mij opkwam: je kunt me alles afnemen, mijn leven, zelfs mijn lichaam, maar er is iets wat je niet kunt krijgen. Waar dat vandaan kwam? Ik weet het niet. Maar in een secondeflits sloeg het diepe duister waarin ik me bevond om in een helder wit en een pure vreugde. Het was me onmiddellijk duidelijk dit iets, deze bewustzijnskern, eigenlijk je ware ik is, een tijdloze, onvernietigbare eenheid. Ook al is het niets meer dan een punt van bewustzijn. En omdat een punt geen afmeting heeft, laat dit ik zich ook niet kennen, het laat zich niet objectiveren, en lijkt het een niets. Maar van binnenuit gezien, als eenheid, is het alles.

In je leven kan alles je worden afgenomen, maar niet dit kernbewustzijn. Wat je kan worden afgenomen, en wat bij je fysieke dood natuurlijk ook wordt afgenomen, dat zijn de omhulsels waarmee je jezelf in de loop van je leven hebt aangekleed, waarmee je je hebt vereenzelvigd. Zo ben je tot een zekere persoonlijkheid geworden die verschillende rollen vervult, verschillende functies kan vervullen, maar je weet: die betreffen niet de eenheidskern. Vandaar dat, zeker naarmate je ouder wordt, je jezelf ook weer van die wikkels kunt ontdoen, en dat je je dus in die zin kunt ont-wikkelen.

Ben je in staat je daadwerkelijk één te weten met die bewustzijnskern, dus met dat naakte ik, dan hoef je je tijdelijke vormgeving, dus je omhulsels, niet af te werpen. Het zijn dan die omhulsels zelf die jou als kernbewustzijn moeten loslaten. Het is paradoxaal. Juist als bewustzijnskern, welke van buitenaf gezien een niet-zijn is, ben ik wat ik in wezen ben: eenheid. Het is een kern die door niets of niemand kan worden aangetast. In diepste wezen kan je dus in je leven niets gebeuren.

En deze ontdekking was voor mij het tweede been om op te staan. Maar het was dan maar een ervaring, en ervaringen heb je, die ben je niet. Wat me wel steeds duidelijker werd is dat, wil er in je leven echt sprake is van eenheid, dat deze dan moet worden gevonden in datgene wat wij allen gemeenschappelijk hebben. Of beter: wat wij allen gemeenschappelijk zijn. En dat is: bewustzijn.

Wij allen zijn in diepste wezen bewustzijn. En bewustzijn heeft geen meervoud. Je kunt niet zeggen: ik heb bewustzijn, jij hebt bewustzijn… Bewustzijn is niet iets wat we hebben. Het is voor ons allen de ene bron van ons ‘er zijn’. Dat is krachtig geformuleerd door Mikhaïl Naimy (in Het boek van Mirdad): Hoewel ieder van u centraal staat in zíjn ik, vindt u allen uw middelpunt in één Ik (met een hoofdletter), namelijk het Al-Ene Ik van het Al-Ene Zelf.

Als wij vereenzelvigingen, mijn wikkels moeten loslaten omdat zij in het licht van de Ene nergens meer houvast vinden, kan de eenheidskern, de bewustzijnskern die we ik noemen, zich gaan herkennen in dat ene bovenpersoonlijke Ik Ben. Dus in die ene bron van al onze individuele ikken gemeenschappelijk. Zonder vereenzelvigingen is ons individuele ik de tijdloze bewoner van de tijdelijke persoon, die wij natuurlijk ook zijn. Het ik is in wezen eenheid, maar vereenzelvigd met mijn persoon is het gefragmenteerd. We spreken over: ik denk, ik voel ik wil … Die zijn vaak met elkaar in strijd. Dus je kunt niet spreken van een eenheid binnen onze persoon. Maar heeft het ik zich eenmaal ont-wikkeld, heeft het zich weten te bevrijden van omhulsels, dan kan het zich herkennen in dat bovenpersoonlijke Ik Ben, waar de groten van geest van spreken.

Welnu, omdat er maar één bewustzijn is, ook al manifesteert het zich op ontelbare wijzen, en omdat er maar één Ik Ben is, moet het zo zijn dat die twee samenvallen, dat ze hetzelfde zijn. Daarvan getuigen de groten van geest met Ik ben bewustzijn, de titel van mijn boek.

Het moge duidelijk zijn dat het hier niet enkel gaat om kennis, en dat het beleven van het één zijn jaren nodig heeft om te ontwaken. Je moet zelf één zijn om eenheid niet alleen te herkennen, maar ook te beleven. Voor mij is dat het derde been om op te staan. Dan hebben we er nog maar eentje over.

Het vierde been tenslotte bleek aan te sluiten bij het symbool van punt en cirkel. Als het bewustzijn zijn eenheid ontsluit, dan blijkt het één onmetelijk lichtveld, een cirkel, een bewustzijnscirkel waarin heel de werkelijkheid aan het licht komt. Maar eenheid als begrip heeft nog geen concrete betekenis. Eenheid is een vermogen dat zich wil verwerkelijken in alles wat in die eenheid aan het licht komt. En daarin vervult de eenheid die het ik is letterlijk een centrale functie. Het vertegenwoordigt het midden van die lichtcirkel.

Bekend is het symbool van het Ene als een cirkel waarvan het middelpunt overal is en de omtrek nergens. Een prachtig beeld omdat het iets aanwezig stelt, een cirkel en een middelpunt, en het meteen weer terugneemt: de omtrek is nergens en het middelpunt is overal. Zo werkt de vrije geest. Zo werkt vrije energie. Het bewustzijnslicht zelf is werkzaam als eenmakend vermogen, niet gebonden aan welke vorm, aan welke situatie dan ook. Het symbool beschrijft de eenheid van het bewustzijnslicht met het licht, het onkenbare midden van die bewustzijnscirkel. Het is dus de cirkel zelf die zich concentreert in zijn midden, in dat naakte ik dat zonder omhulsels is en daarom over de vrijheid beschikt aan geen situatie gebonden te zijn. In dat ik kan het licht zich concretiseren in elke levenssituatie. Het stelt mij dus in staat om iedere situatie die ik tegenkom liefdevol te omvatten met dat veld van eenheid. Want in dat veld mag alles er zijn, en kan ik leven met dat wat is.

Zo bieden we het licht de mogelijkheid, net als in de Griekse mythologie de god Kairos, in elke levenssituatie in te breken in de tijd. In dat licht, in die vrije energie, kan een diepe verbondenheid worden ervaren met mensen, met dieren, de natuur en in feite met alle dingen om je heen. In dit ontmoeten vindt er resonantie plaats, en dan blijkt dat er in werkelijkheid geen dualiteit bestaat tussen mij en mijn zogenaamde buitenwereld. En elke gegeven situatie leent zich daartoe. Dat maakt elke moment van ontmoeten uniek.

De bewustzijnscirkel is dan ook geen abstracte bestaansvorm. Het is een levensorde. Binnen zijn licht komt alles een eigen plaats toe. Alles valt op zijn plaats. Alles blijkt een accent te zijn van het Ene. Het werd in de oudheid al in het boeddhisme omschreven en is nu ook wetenschappelijk bevestigd bij hersenonderzoek dat de door ons ervaren bewustzijnsstroom in feite helemaal geen stroom is, maar bestaat uit impuls die ongeveer 100 milliseconden uit elkaar liggen. En al die impulsen verschijnen niet naast elkaar, maar na elkaar.

Elk moment is dus een nieuw moment en het is een bijzondere vreugde te ervaren dat het ene in dat gegeven moment kan opleven, mits ik voldoende wakker en aandachtig ben, mits ik mijn energie niet verspil door op te gaan in die stroom van gedachten, ervaringen, emoties en gevoelens die om de voorrang strijden. Dan verstillen deze vanzelf. Dan ben ik, waar ik sta, altijd op de juiste plek en ervaar ik dat leven relatie is en daarom alles ontmoeting kan zijn. Het licht van eenheid kan in elke situatie doorklinken. Zo ontsluit zich in de punt de lichtcirkel.

En doen we dat gezamenlijk, dan herkennen we elkaar. Niet langer naar de persoon die we zijn, maar op basis van het bewustzijnslicht dat we laten schijnen. Dat is dan het vierde been. Nu niet om op te staan, maar om te gaan. Nou zou ik zeggen, eind goed, al goed. Nee, het heeft me doen ontwaken in het besef dat deze betekent: voortdurend opnieuw beginnen.

BESTEL ‘IK BEN BEWUSTZIJN’ – IN OKTOBER 2024 VAN € 24,50 VOOR € 22,00

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER BEWUSTZIJN