De proloog van ‘Het christelijke inwijdingsmysterie’ door J. van Rijckenborgh

 

BESTEL HET CHRISTELIJKE INWIJDINGSMYSTERIE

Het boek Het christelijke inwijdingsmysterie (pdf) van J. van Rijckenborgh biedt een esoterische ontsluiting van de zeven brieven uit het Openbaringenboek. De zeven ‘gemeenten’ tot wie Johannes op het eiland Patmos zich richt in het boek Openbaringen van de Bijbel, maken deel uit van Ashia: het deel van de mensheid dat rijp is voor vernieuwing. Beschreven wordt een door de Christuskracht geleide weg van inwijding. In drie fasen, gekoppeld aan de zeven planeetsferen, voltrekt zich een proces van wedergeboorte van lichaam, ziel en geest. Naarmate het bewustzijn van de lezer zich uitbreidt, zal het boek een steeds grootser perspectief voor het innerlijk oog ontvouwen. Hieronder volgt de proloog, die geïnspireerd is op het begin en het einde van de Fama Fraternitatis uit 1616 en op de Bijbel.

Aangezien de alleen wijze en genadige God in deze laatste tijden zo rijkelijk zijn genade en goedheid over de mensheid heeft uitgestort, dat wij meer en meer tot de volmaakte kennis van zijn Zoon Jezus Christus zullen geraken, kunnen wij met juistheid getuigen van de gelukkige tijd waarin ons niet slechts de helft van de wereld ontsluierd is die tot op heden bekend en verborgen was gebleven, doch waarin Hij ons ook vele wonderbaarlijke en tevoren nimmer geziene werken en schepselen van de natuur geopenbaard heeft.

Bovendien heeft Hij mensen doen opstaan, begiftigd met grote wijsheid, die gedeeltelijk alle edele maçonnieke kunst in onze bedorven en onvolmaakte tijd zullen vernieuwen en tot volmaaktheid brengen. Daardoor zal de mens zijn eigen adeldom en waarde gaan begrijpen en inzien, welke de hoedanigheid van de microkosmos is, en tot hoever zijn kennis van de natuur zich uitstrekt.

De onbeschaafde wereld zal hierover evenwel slechts weinig verheugd zijn; integendeel, eerder glimlachen en spotten. Ook is de trots, de begerigheid en de zelfverzekerdheid van velen zo groot, dat het niet mogelijk zal blijken hen met elkaar in overeenstemming te brengen. Doch waren zij allen verenigd, dan zouden zij uit alle dingen die God ons in deze tijden geschonken heeft, een librum naturae kunnen samenstellen, dat wil zeggen een volmaakte methode ten dienste van alle vrije kunsten. Maar hun tegenstand is zodanig, dat zij de oude weg blijven volgen en onwillig zijn die te verlaten.

Onze godvruchtige, christelijke en zeer verlichte Vader Broeder Christiaan Rozenkruis heeft veel en langdurig gearbeid teneinde een algemene hervorming tot stand te brengen en in zijn dienst zijn in alle tijden de broeders uitgegaan tot dezelfde doeleinden, namelijk tot het stichten van een wereldorde die niet van déze wereld is, een wereldorde waarvan Jezus Christus getuigt:

‘Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.’ Nicodemus zei tot Hem: ‘Hoe kan een mens geboren worden, als hij reeds op leeftijd is? Hij kan toch niet in de schoot van zijn moeder terugkeren en dan opnieuw geboren worden?’ Jezus antwoordde: ‘Ik zeg u, indien iemand niet uit water en geest geboren wordt, kan hij het Godsrijk niet ingaan.’ (Johannes 3)

‘Over dit onderwerp,’ zo gaat de ingewijde Paulus verder,‘hebben wij veel te zeggen, maar het is moeilijk uit te leggen, omdat ge hardhorend zijt geworden. Want terwijl gij, die reeds zo lang gelovigen zijt, leermeesters moest wezen, hebt ge steeds weer opnieuw de behoefte aan iemand die u de eerste beginselen der woorden Gods leert, en vraagt ge om melk en niet om vaste spijs.’

Wie nog melk gebruikt verstaat het woord der gerechtigheid niet, omdat hij nog als een kind is. Maar voor de volwassenen is het vaste voedsel, voor hen die zintuigen hebben, door de gewoonte geoefend tot onderscheiding van goed en kwaad. Wij willen dan ook het woord van Christus voor eerstbeginnenden laten rusten en ons verheffen tot de staat der volwassenen. Want de kennis van God is alleen voor de sterken.

Het woord Gods is levend en krachtig, scherper dan enig tweesnijdend zwaard, doordringend tot in de scheiding van ziel en geest, gewrichten en merg, een rechter over de gedachten en overleggingen des harten. Geen schepsel is onzichtbaar voor Hem, maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen van Hem met wie wij te doen hebben.

Besluiten wij, nu wij omringd zijn door een zo grote wolk van getuigen, elke belemmering en de zonde, die ons als een kleed omringt, af te leggen en met volharding de wedloop die ons is voorgesteld te lopen, het oog gevestigd op de leidsman en voleinder des geloofs, Jezus, die om de voor Hem weggelegde blijdschap geduldig het kruis heeft gedragen.

Hebt ge in uw strijd tegen het lagere leven reeds ten bloede toe weerstand geboden? En hebt ge de vermaning vergeten, die u als zonen toespreekt: ‘Mijn zoon, acht de kastijding des Heren niet gering, en bezwijk niet als ge door Hem gestraft wordt. Want de Heer kastijdt die Hij liefheeft en tuchtigt elke zoon die hij aanneemt. Verdraag de kastijding; God behandelt u als zonen.’

Iedere kastijding schijnt voorlopig geen reden tot vreugde te zijn, maar een van droefheid, doch later levert zij aan hen die daardoor geoefend zijn, een vrucht der gerechtigheid die vrede brengt. Daarom de slappe handen en de wankelende knieën opgericht! Baan effen wegen voor uw voeten, opdat wat verlamd is niet bezwijke, maar veeleer genezen worde. Tracht vrede te houden met alle mensen en heiliging te verkrijgen, zonder welke niemand de Heer zien zal. Zorg er voor dat niemand de genade verliest en dat geen hoog opschietende wortel van bitterheid last veroorzake en daardoor velen bezoedeld worden.

Gij, volwassenen, zijt gekomen tot de heilige berg, en tot de stad van de levende God, het ware Jeruzalem, en de Broederschap der Eerstgeborenen, die in het andere rijk zijn; tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond. Laten daarom zij die deel hebben aan een Onbeweeglijk Koninkrijk dankbaar zijn en de Heer en zijn Broederschap van ganser harte dienen.

Wij hopen en bidden dat het u moge behagen dit, ons aanbod, zorgvuldig te overwegen en nauwkeurig onze kunst te onderzoeken, het tegenwoordige met alle ijver te doorvorsen en onze zienswijze met alle kracht mede bekend te maken. En dit zeggen wij als volle waarheid, dat ieder die ons van ganser harte en ernstig liefheeft grote voordelen zal ontvangen, maar dat zij die valshartig zijn, of alleen maar begerig naar onze schatten, niet in staat zullen zijn ons ook maar op enige wijze te schaden, doch zichzelf geheel en al tot ondergang en vernietiging zullen brengen.

Aldus zal ons gebouw, al zouden honderdduizenden dit van nabij gezien hebben, voor altijd onberoerd en onvernietigbaar blijven en verborgen voor de slechte wereld.

Lectorium Rosicrucianum

BESTEL HET CHRISTELIJKE INWIJDINGSMYSTERIE