BESTEL DE SYMFONIEËN VAN GUSTAV MAHLER
Niet alleen de Matthäus Passion , de Johannes Passion en het Oster Oratorium van Johann Sebastian Bach zijn beroemde klassieke muzikale meesterwerken die passen bij Passie en Pasen. Ook bijvoorbeeld de Messiah van Georg Friedrich Händel , Die sieben letzte Worte unsters Erlösers am Keuz van Joseph Haydn en de tweede symfonie van Gustav Mahler met de titel Auferstehung (Opstanding) worden ertoe gerekend. De bovenstaande video biedt een uitvoering van de tweede symfonie van Mahler door het Concertgebouworkest onder leiding van Mariss Jansons.
Gustav Mahler (1860-1911) wordt beschouwd als een van de laatste vertegenwoordigers van de grote symfonische traditie en als degene die de late romantiek verbonden heeft met de moderne periode van de klassieke muziek. Wie zijn muziek wil doorgronden vindt daarvoor aanwijzingen in het boek ‘De symfonieën van Gustav Mahler’ van emeritus hoogleraar prof.dr. Jan Auke Walburg.
BESTEL DE SYMFONIEËN VAN GUSTAV MAHLER
De muziek van Gustav Mahler, met name zijn machtige tien symfonieën, veroverde in de loop van de twintigste eeuw de gehele Westerse wereld en is nu een niet weg te denken onderdeel van het concertrepertoire. Uit Mahlers muziek spreekt een intense zoektocht naar het geluk en de frustratie en verbittering van het niet kunnen vinden. Hemelse visioenen wisselen af met helse vergezichten. Hiermee verklankt Mahler het algemeen onbehagen van het fin de siècle. Mahler lijkt op ieder van ons, want hij worstelt met vragen die ons allen bezighouden: over de zin van ons bestaan, leven en dood. Waarom duurde de erkenning van Mahler zo lang en wat maakt deze componist zo bijzonder?
Mahler liet zich voor zijn symfonieën voortdurend inspireren door de natuur, door gedachten over filosofie en religie, en vooral door wat hij in zijn leven meemaakte. De muziek van Mahler is wonderbaarlijk fascinerend en prachtig. Ook zonder ook maar iets te weten van de achtergrond van de muziek, kunnen we ervan genieten.
Het lijkt er op dat Mahlers muziek een verhaal vertelt. Is dat zo en wat is dat verhaal dan? En hoe staat zijn werk tegenover dat van Beethoven en Bruckner, ook grote symfonisten. Werd hij geïnspireerd door de denkers van zijn tijd zoals Schopenhauer en Nietzsche? Waar horen we zijn grote liefde voor Alma en waar de rouw over het verlies van zijn dochtertje?
‘De symfonieën van Gustav Mahler’ van J.A. Walburg beantwoordt dergelijke vragen door in te gaan op het ontstaan van elk van die werken, door een korte beschrijvende analyse van de muziek, door een verkenning van de betekenis van de symfonie en na te gaan hoe deze werken in zijn tijd ontvangen werden door pers en publiek in de Europese steden en in Nederland. Zo lezen we:
- over de grote moed die het componeren van de Eerste vergde
- waarom Dukas en Debussy wegliepen bij de première van de Tweede Symfonie
- of de Derde nu een voorbeeld is van pure muziek of dat Mahler daar stelling neemt in de strijd tussen conservatieven en socialisten
- over de Vierde die volgens Mahler “klinkt alsof die nog niet tot drie kan tellen maar….eindigt in duizelingwekkende miljoenen”
- over de verontwaardigde afwijzing van de Vijfde door de recensenten, waarvan het adagietto al jaren in de klassieke top tien staat
- waarom de Zesde zo somber is terwijl Mahler op dat moment op zijn hoogtepunt was, dolgelukkig met Alma en zijn dochters
- hoe de Nachtwacht van Rembrandt éen van de inspiratiebronnen is van de Zevende
- over de Achtste die klinkt als een kathedraal gebouwd in de stijl van de middeleeuwen en de laat negentiende eeuwse romantiek
- waarom Mahler in zijn partituur van de Negende uitroept: “Oh jeugd! Verloren! Oh liefde! Verdwenen!
- waarom de Tiende pas in 1924 tot uitvoering kwam.
‘De symfonieën van Gustav Mahler’ is gebaseerd op gezaghebbende historische bronnen en hedendaagse analyses van de muziek van Mahler en daarnaast op vele gesprekken met en commentaar van musici en kenners.
LEES MEER OVER DE BOVENSTAANDE BOEKJES OVER GUSTAV MAHLER
Over de auteur: Jan Auke Walburg
Em. prof. dr. Jan Auke Walburg was hoogleraar op het gebied van de positieve psychologie waarbij hij nog steeds onderzoekt wat de voorwaarden zijn waaronder mensen zich kunnen ontwikkelen en tot bloei komen. Eén van die condities is muziek. Dat is de reden waarom hij zich verder verdiepte in de betekenis van muziek.
Bij de bestudering van muziek ontwikkelde Walburg een nieuw uitgangspunt. Veel van de bestaande analyses gaan in op de technische aspecten van muziek, wat voor musicologen en uitvoerende musici natuurlijk van belang is. Maar voor de luisteraar telt vooral diens beleving. Wat hij of zij ervaart bij het luisteren. Er is daarom geen juiste interpretatie van de muziek omdat die afhankelijk is van wat individuele luisteraars beleven. Zo kan muziek inspireren, troost bieden, vrolijk of droef maken, tot herkenning leiden van gevoelens en tot een intense beleving van schoonheid. Die ervaring doet iets, die verrijkt en verdiept.
De ervaring van de luisteraar neemt Walburg als uitgangspunt en hij legt daarbij een verbinding tussen de ervaringen van de componist bij het werken aan een compositie en de ervaringen die de muziek bij ons kan oproepen. Dat is lang niet altijd een één op één relatie waarbij de gevoelens van de componist ook ervaren worden door de luisteraar. Maar dat is juist wat muziek zo fascinerend maakt. Dat we luisterend ervaringen opdoen, gevoelens ervaren en soms beelden zien.
Het moet niet maar het kan soms een extra dimensie aan deze ervaringen geven als de luisteraar weet wat de gevoelens en belevingen zijn van de componist. Dagboeken en tijdgenoten kunnen ons daarover informeren. Dat is de reden dat muziek verrijkt en dat muziek onze ontwikkeling kan stimuleren. Maar daarvoor luisteren we niet. We luisteren naar muziek en merken vaak dat die ons raakt en ontroert. Dat verbindt ons met andere luisteraars maar legt ook een verbinding tussen ons en de componist.
Liedtekst uit deel 4 van de tweede symfonie (Auferstehung)
O Röschen rot!
Der Mensch liegt in größter Not!
Der Mensch liegt in größter Pein!
Je lieber möcht ich im Himmel sein!
Da kam ich auf einen breiten Weg;
Da kam ein Engelein und wollt mich abweisen.
Ach nein! Ich ließ mich nicht abweisen!
Ich bin von Gott und will wieder zu Gott!
Der liebe Gott wird mir ein Lichtchen geben,
Wird leuchten mir bis in das ewig selig Leben!
O roosje rood!
De mens is in grote nood!
De mens is in grote pijn!
Daarom wilde ik in de hemel zijn!
Toen kwam ik op een brede weg:
Toen kwam er een engeltje en stuurde mij heen.
Ach neen! Ik liet me niet heenzenden.
Ik kom van God en wil weer naar God!
De goede God zal me een lichtje geven,
zal mij bijlichten tot in ’t eeuwige, zalige leven.
Liedtekst uit deel 5 van de tweede symfonie (finale, Auferstehung)
Aufersteh’n, ja aufersteh’n
wirst du, mein Staub, nach kurzer Ruh
Unsterblich Leben wird der dich rief dir geben
Wieder aufzublüh’n wirst du gesät
Der Herr der Ernte geht und sammelt Garben uns ein
die starben
O glaube, mein Herz, o glaube!
Es geht dir nichts verloren!
Dein ist, was du gesehnt,
dein was du geliebt, was du gestritten
O glaube!
Du wardst nicht umsonst geboren
Hast nicht umsonst gelebt, gelitten
Was entstanden ist, das muß vergehen
Was vergangen ist, auferstehen
Hör auf zu beben!
Bereite dich zu leben!
O Schmerz, du Alldurchdringer!
Dir bin ich entrungen
O Tod, du Allbezwinger!
Nun bist du bezwungen
Mit Flügeln, die ich mir errungen
in heissem Liebesstreben
werde ich entschweben zum Licht
zu dem kein Aug’ gedrungen
Mit Flügeln die ich mir errungen werde ich entschweben.
Sterben werd’ ich um zu leben!
Aufersteh’n, ja aufersteh’n wirst du, mein Herz in einem Nu!
Was du geschlagen, zu Gott wird es dich tragen!
Herrijzen, ja herrijzen zul jij,
mijn stof, na een korte rust!
Onsterfelijk leven! Onsterfelijk leven
krijg jij terug van hem, die jou riep!
Om weer op te bloeien word je gezaaid!
De Heer van de oogst gaat rond
en verzamelt schoven
voor ons, die stierven!
O geloof toch mijn hart, geloof:
Niets zal jou verloren gaan!
Van jou, ja van jou is, wat je wilde!
Van jou, wat je beminde,
waarvoor je hebt gestreden!
Geloof toch dat je niet voor niets geboren bent!
Dat je niet voor niets hebt geleefd en geleden!
Immers: wat ontstaan is dat moet vergaan!
Wat vergaan is weer herrijzen!
Houd op met beven!
En bereid je voor op leven!
O smart! die door alles heen gaat!
Aan jou ben ik ontkomen.
O dood, die alles kan bedwingen!
Nu heb ik jou bedwongen!
Met vleugels die ik mezelf heb vergaard,
Zal ik ik, in hete liefdesstromen
wegzweven op zoek naar het licht,
dat nog geen oog heeft mogen ontwaren!
Met vleugels die ik mezelf heb vergaard,
zal ik wegzweven!
Sterven zal ik, om te leven!
Herrijzen, ja herrijzen zul jij,
mijn hart in een oogwenk!
Al wat je hebt geslagen,
zal je naar God toe dragen!