Bijbelse plagen en hun bedoeling, artikel uit Logon 2020-3

DOWNLOAD LOGON 2020-3

Als je ervan uitgaat dat er een Plan is met de mensheid, dat er een bedoeling steekt achter het leven op aarde, dan ga je op zoek naar de grote verhalen van de geschiedenis, om te begrijpen wat dat dan kan zijn.

Dan kom je eerst bij de tijd van het Oude Testament, waar de mensen leefden ‘onder de wet’. God werd gevreesd, het leven was gebaseerd op angst, en men voerde strijd volgens het principe ‘oog om oog en tand om tand’. En dan kom je bij het moment dat de Christusimpuls met de mensheid verbonden werd. De idee werd levend dat God liefde is. De mensen leerden het principe ‘heb God lief boven alles en uw naaste als uzelf ’. ‘Geeft iemand u een slag op de ene wang, keer hem ook de andere toe.’ Dat gaf wel even een heel ander beeld van God. Ook zei Jezus: ‘Indien iemand de goederen der wereld bezit en zijn broeder of zuster in nood ziet en zijn hart voor hem sluit, hoe kan hij dan liefde hebben tot God?’ 

Deze idee werd met enthousiasme ontvangen door de eerste (gnostische) christenen (gnosis = kennis van het hart), en verspreidde zich snel. Niet langer een op zichzelf gericht leven, beheerst door angst, maar een leven dat gericht was op God en de ander, en op het geheel van de schepping, zónder angst, vol liefde en vertrouwen, volgens het Plan. Dat was de bedoeling. 

Maar de behoudzucht en de angst en de zucht naar macht van hen die onder de wet leefden, waren niet zomaar verdwenen. Dit heeft tweeduizend jaar lang een golfbeweging opgeleverd tussen het volgen van de idealen en het volgen van (de uitwassen van) het instinct. Al gauw was het christendom gecorrumpeerd en zorgden de machthebbers ervoor dat de massa’s geregeerd door de kerkelijke wetten. 

Dit leidde van kruistochten en kettervervolging tot heksenverbranding en godsdienstoorlogen, van de Dertigjarige tot de Tachtigjarige oorlog. Eigenlijk waren er tussen de perioden van vrede en welvaart altijd wel oorlogen, ziekten en rampen. Het paste helemaal in het oudtestamentische denken om die te zien als wraak van God. En de dominees tierden van de kansel dat de mensen zich moesten bekeren. 

Wat was van dit eindeloos heen en weer schuiven tussen instinct en ideaal nu de bedoeling? Zouden de mensen hiervan moeten leren in hun achtereenvolgende levens? Jezus zei: ‘Mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft.’ 

De kerkvaders hadden de oosterse idee van reïncarnatie en karma al snel uit hun leer weggewerkt. Dat kwam hun niet uit: er was alleen dít leven, en daarna de hel of minstens het vagevuur. Dat hield de angst er goed in.

En toch: God is liefde. Maar, leerde de kerk, zijn wegen zijn ondoorgrondelijk. We hoeven alleen maar te geloven dat we verlost worden na dit leven. Totdat Darwin verscheen met zijn survival of the fittest, tot de leer van de oerknal en van het toeval steeds meer aanhangers kregen, en er geen God meer nodig was. Alles kon verklaard worden. Er was geen waarom meer, geen Plan, geen bedoeling, behalve het in standhouden van de soort.

Intussen werkten de gnostici in stilte aan het verspreiden van de kennis van het hart. Vanuit dat weten werd het Plan en de bedoeling duidelijk voor wie er gevoelig voor waren. Dat was de idee: de microkosmische mens was bezig aan een moeizaam leerproces op aarde, dat zich van leven tot leven voortzette. Totdat ten slotte een ervaringsvolheid bereikt zou worden, en vanuit een heel nieuw verlangen de goddelijke vonk in het hart aan Gods licht ontstoken kon worden (God laat niet varen de werken van zijn handen). Dan zou de mens zich kunnen omkeren, zich békeren van zijn middelpuntzoekende opstelling tot de godzoekende, en dus de mensheid omarmende levensinstelling. Terugkeer tot de eenheid. Dát is het Plan, dát is de bedoeling. 

Maar de mens maakt deel uit van ‘een weerspannig volk’. Hij had ontdekt hoe hij meer luxe voor zichzelf kon verwerven, daar kwam zijn focus op te liggen en het was nooit genoeg. Een plek, geschikt om te koken moest een super-de-luxe kookeiland worden, een eenvoudig vervoermiddel moest een super-de-luxe auto worden met de nieuwste snufjes. Eén vakantie was niet genoeg, en was ook niet gauw ver genoeg. Het kon niet op. 

En laten we eerlijk zijn, ook wij deden daar in meer of mindere mate aan mee, in het klein. Ook in het groot deed het zich voor. Had het ene land het hoogste gebouw, het andere land ging er overheen met een nog hoger gebouw. Had het ene land een JSF, het andere moest hem ook, maar dan wel geavanceerder. Het kon niet op, aan alle kanten. De aarde werd leeggeroofd, de lucht en de zeeën raakten vervuild en vergiftigd, het vernietigingspotentieel overtrof vele malen het aantal mensen op aarde, dieren- en plantensoorten stierven uit, de mensen kregen allerlei nieuwe ziektes.

Is dat de God van liefde, die dit voorspelt middels de profetie en het visioen van Johannes op Patmos? Of is dat de oudtestamentische wraak? Het is eenvoudigweg de wet van karma, van oorzaak en gevolg. Het is de natuurwetmatige correctie. De mensheid heeft een wereldkarma op zich geladen, de spanning zo opgevoerd dat de planeet en de natuur en het menselijk lichaam het niet meer verdragen, en een extreme ontlading wel moet volgen. God is liefde. Ook de wet van karma maakt deel uit van de goddelijke liefde. Wat de mens zaait moet hij oogsten, de spanning moet zich ontladen, de aarde moet tot rust komen en de mens dus ook.

Veel mensen hoor je zeggen dat de inkeer en de stilte een zegen zijn. Dit is waar ze onbewust naar verlangd hadden, bij al hun jagen en jachten. En zo kan het inderdaad toch De Bedoeling zijn, is het onderdeel van het Plan. Het is een bereiken van de ervaringsvolheid, een aanvaarden dat niets meer hetzelfde zal zijn, een zich bewust worden van de werkelijke bedoeling van het mens-zijn. Zo werkt het, een nieuw inzicht is een nieuwe kans om te komen van tegenbewegen tot meebewegen met het Plan. Het Openbaringenboek eindigt juichend: ‘Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, en de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan.’

Kader-artikel over Hans Moolenburgh

‘En toen bleek dat het wél op kon. Er gebeurde van alles waar niet op gerekend was. Ongelukken met kerncentrales, extreme toename van kanker en onlangs een virus dat de hele mensheid dreigt te laten stikken. Of dat anders wel het armste deel van de mensheid met de hongerdood bedreigt door de instortende economie. En wie nog een Bijbel heeft, herinnert zich misschien het Openbaringenboek, waar de engelen de schalen met gramschap over de wereld uitstorten. Branden, overstromingen, vergiftigingen, vreselijke gezwellen, verstikkingen en hongersnoden. Het klopt allemaal’. 

Dit schreef complementair arts Hans Moolenburgh (1926-2018). Deze bekende arts heeft steeds erop gewezen dat de moderne technologie, die ons leven beter zou maken, niet zonder gevaren is. Aan hem is bijvoorbeeld te danken dat de fluoridering van het drinkwater stopte, dat in ons land vanaf 1968 aan het drinkwater werd toegevoegd. Moolenburgh schreef en sprak waar hij maar kon over de risico’s die fluor met zich meebracht: het kristallisatie-effect op bijvoorbeeld de pinealis en vooral op de toename van kanker die er het gevolg van is. In eerste instantie kwam hem dit op een officiële waarschuwing van de inspectie voor Volksgezondheid te staan, maar in 1976 kreeg Moolenburgh gelijk en stopte de toevoeging van fluor aan drinkwater. 

Ook waarschuwde hij voor stralingsmasten (gtsm-masten) en wees hij op de bezwaren die er zijn met betrekking tot het vaccineren op zeer jeugdige leeftijd, omdat het immuunsysteem van een zeer jong kind in zijn ontwikkeling kan worden geremd. 

Bron: LOGON 2020-3

DOWNLOAD LOGON 2020-3