De Teh in samenwerking met de mens – hoofdstuk 18 uit ‘Hart voor Tao’ van Elly Nooyen

LEES MEER OVER HART VOOR TAO

BESTEL HART VOOR TAO

Als hij zijn inwendig gezicht klaar en puur maakt
zal hij vrij zijn van alle morele gebreken.
Als hij met liefde voor het volk het rijk regeert,
zal hij wu wei kunnen zijn.

(Henri Borel)

Je onzichtbare spiegel polijsten en rein houden,
zodat er geen enkele smet op blijft.
Kun je dat?
Met liefde voor het volk het land besturen
én toch je houden aan niets-doen
Kun je dat?

(Kristofer Schipper)

Daodejing 10

De onzichtbare spiegel kan vergeleken worden met het hart van de mens: de spiegel is vaak beslagen, en er bevinden zich onzuiverheden op. Deze worden veroorzaakt door zijn op zichzelf gerichte denken, voelen en handelen. Om de spiegel van het hart te zuiveren is het nodig dat zich naast de overgave aan de Teh ook innerlijke stilte ontwikkelt. Dit vraagt om medewerking van de leerling van Tao.

Het gaat hier niet om uiterlijke stilte door zich te onttrekken aan het lawaai van het leven, want deze stilte is van tijdelijke aard en kan door factoren van buitenaf verstoord worden. Er wordt van hem gevraagd om zich niet klakkeloos mee te laten sleuren door alle emoties en gedachten in en rondom hem. Dit is een enorme opgave in een wereld die leeft bij de waan van de dag en die vol hectiek is. Er wordt van hem gevraagd om niet meer actie te ondernemen dan noodzakelijk is. Dan ontstaat in hem een innerlijke stilte, een rust die niet door uiterlijk lawaai verstoord kan worden. In De Egyptische Oergnosis deel 1 (hoofdstuk 29) wordt over stilte gesproken:

‘Wees stil.
Dit stil zijn duidt op een bepaalde toestand van het hart.
Het hart valt samen met het middelpunt van de microkosmos.
En in dit middelpunt bevindt zich het oeratoom.
in de natuurlijke menselijke staat is het hart echter de plaats waar uiteenlopende begeerten, angsten en driften woelen en koken. Het hart van de mens is niet stil.
De stilte van het hart te verwerkelijken is een taak van iedere leerling.
Het duidt op het rein maken van het hart.
Wanneer ge uw hart stil en rein maakt, eerst dan zult ge waarlijk kunnen luisteren !’ 

Door van binnen in rust te zijn, wordt het hart gereinigd en kan Tao zich daarin weerspiegelen. Met de innerlijke kracht die hij ontving gaat hij leren om voor zijn medemens te werken in een niet op de persoon gerichte liefde. Hij gaat dit pad zonder een geheime agenda waarin staat dat hij hoopt op persoonlijke verlossing of bevrijding, maar in verbondenheid met en liefde voor al het bestaande.

De leerling van Tao balanceert als op het scherp van de snede: hij begint het belang te beseffen van zijn zelfovergave aan Tao en hij begint in te zien wat er van hem gevraagd wordt: wei wu wei, doen het ‘niet doen’, maar tegelijk blijft hij een gewoon mens met eigen belangen, wensen en driften. Daarom kantelt de innerlijke spiegel herhaaldelijk.

Hij is als een koorddanser die vast van plan is om zonder ongelukken het eind van zijn koord te bereiken. Wanneer hij echter wil bewijzen hoe goed hij is, wordt hij overmoedig, raakt uit zijn evenwicht en valt. Wanneer hij daarentegen vreest dat hij nooit zonder ongelukken de overkant zal bereiken, raakt hij ook uit balans en valt hij ook. Hij moet zowel de moed hebben om over zijn koord te lopen, als bang genoeg zijn om goed op te letten wat hij doet. Alleen wanneer moed en angst in hem in balans zijn kan hij het uiterlijk evenwicht met het koord bewaren. Dan bereikt hij de overkant – als moeiteloos.

Dit is nogal wat. De weg tot Tao is een leerweg, compleet met vallen en opstaan. Wanneer de leerling van Tao echter volhardt, wordt hij geleidelijk aan een medewerker van Tao. Hij zet daarbij zijn menselijk zijn en kunnen in als instrument, niet als doel. Op deze manier stelt hij zich open voor de liefdewerkingen van deTeh en assimileert hij deze. En onopzettelijk hebben deze via hem een heilzame uitwerking op zijn omgeving.

Uit: Hart voor Tao door Elly Nooyen

LEES MEER OVER HART VOOR TAO

BESTEL HART VOOR TAO

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER TAO