Volmaakt Licht, essays over de wetenschap van de ziel gaat beeldend in op de achtergronden van een groot aantal individuele menselijke kenmerken, die door de geschiedenis heen belangrijk zijn geweest bij de ontwikkeling van het denken. Peter Huijs toont aan dat geest, geestkracht het begin van de schepping is en dat de mens door onrust gedreven wordt, tot het moment dat hij deze kracht van de geest begrijpt en met begrip– gnosis– toepast. De vele innerlijke conflicten verliezen dan hun dwangmatig karakter. De mens wordt eenvoudig, spiritueel ‘gezond’, en herkent het grootse verband waarin hij staat. Leven, zijn en bewustzijn vallen samen en de gescheidenheid is opgeheven. Vanaf 1 augustus 2023 wordt het boek blijvend in prijs verlaagd: van € 19,50 voor € 10,00 . Hieronder volgt een gedeelte uit het hoofdstuk ‘Wereldleraren, gezondenen en scholen.
In de werkzaamheid van een leraar van wijsheid kan een bepaalde structuur worden waargenomen. Er zijn een aantal niveaus van onderricht – en elk niveau heeft een eigen, diepere vibratie. Deze structuur vind je terug bij alle groten van geest, waarvan de verslagen bewaard gebleven zijn. Nemen we dat woord onderricht vooral niet te letterlijk: het kan als groei, ontwikkeling gezien worden, groei in inzicht, in zielevermogen, in zuiverheid; in al die aspecten die het menszijn zo waardevol kunnen maken. Het gaat hier immers om het onderricht van de ziel, door de ‘onderwijzeres van het leven’.
Op veel niveaus onderricht de wereldleraar de zoekende mens. Op het hoogste niveau onderwijst hij hoe de levende waarheid te bereiken, in een uitwisseling met zijn gevorderde discipelen. Het is een niveau dat zij in feite samen bereiken, en samen als een werkelijkheid ondergaan. Dat is de waarheid die deze leraren onderrichten; en iemand die hun leerling was, of is, beseft dat hij die waarheid niet buiten zich kan vinden maar in een gezuiverd hart, dat zijn altijd pure geestkern weer heeft gevonden. Het gaat hier om de gezindheid die van de mens uitgaat; uiteindelijk telt alleen het motief van het hart.
Bij het begrip zoeken hoort ook het begrip ‘in verwarring zijn, niet weten’, en bijgevolg ‘leergierig’ zijn. Een zoeker die met een waarachtige leraar of school in aanraking komt, wordt begrip bijgebracht over de samenhang van de mens, over de moeilijkheden en mogelijkheden die het leven biedt. Dit is een voorbereidend werk waarin de mens in aanraking komt met de stelling dat hij in feite uit twee werelden bestaat, de hemelse en de natuurlijke wereld.
Het onderricht van de ziel kan in zeven fasen onderverdeeld worden. Een leraar van wijsheid wijst in de eerste fase op een leven waarin meer dan brood en spelen van belang zijn – omdat het uiteindelijke doel van de mens het oorspronkelijke veld is.
In de tweede fase gaan de mensen reageren, zij gaan zijn ideeën opnemen – én begrijpen – ideeën die niet alleen maar over het natuurlijke leven gaan maar gericht zijn op een ander niveau van bewustzijn en van leven.
De derde fase kenmerkt zich door zelfwerkzaamheid. Het zuiveren van je daden,je doelen, je motieven. Het gevolg is dat de verwarring over leven en dood, hiernamaals en oorspronkelijk leven, geesten en het geestelijke verdwijnt naar de achtergrond. Het nieuwe leven wordt een reëel perspectief, de angst voor het lichamelijke sterven wordt geneutraliseerd.
In de vierde fase toont de leraar de leerling de eerste contouren van zijn innerlijk, dat eenmaal bewust zal zijn. Hij maakt de eigen ‘leraar’, de lichtziel, de ander, zichtbaar. Dit wordt wel omschreven als het Aurora of Morgenrood.
De vijfde fase is die waarin een leraar van wijsheid de bevrijdingsweg opnieuw (voor de hoeveelste keer?) voorleeft, dit maal niet alleen, maar verbonden met degenen die zich in zijn invloedssfeer ophouden. Hij vormt een broederschap; hij maakt zijn medemensen – door de kennis van deze aspecten, gnosis, wakker uit ‘Adams slaap: de slaap van onwetendheid’.
In de zesde fase gaat hij verder in op de aspecten van de levend geworden lichtziel die nu zichzelf bewust is. Ook wordt de nieuw gevormde gemeenschap een actieve factor in het maatschappelijke veld, laat van zich horen en vormt een oase in het druk maatschappelijk beweeg. Zij is tegelijk een voorbeeld en een bewijs van een belangrijke levensles: pas in een gemeenschap – op basis van de ontwikkeling van het licht van binnen – komt de mens de valkuil van het individualisme te boven en kan hij progressie maken.
Hierna leidt de wijsheidsleraar zijn groep in de zevende fase als autonoom bewust geworden mensen het oorspronkelijke veld, haar vaderland binnen. In hen drukt zich niet alleen een universele, werkelijk altruïstische liefde uit, maar ook de geest zelf, zevenvoudig. Zij zijn in staat om kracht met mildheid te combineren, weten met mededogen en hun werk kent altijd een grote schoonheid. Men noemt hen: tweemaal geborenen. Hun werk kan niet anders dan jong en sprankelend zijn, en het bereikt iedereen, in alle lagen en niveaus. Want het heeft de kracht van de eenvoud.
Men kan zich deze ontwikkeling in fasen voorstellen. Wie leest over de levens van Boeddha, Jezus, of Mani, ziet er evenzoveel voorbeelden van.
INHOUDSOPGAVE
Ten geleide
Proloog: Prometheus en Epimetheus
Deel l Aarde – Maan – Zon
Plato’s feest. Aardesfeer en zonneleven
De maan: de religies van de wederkeer
De levende gnosis
De eerste beweging
Deel II Tijd
Een modern paradijsbeeld
Evolutie maar dan anders
Wereldleraren, gezondenen en scholen
Deel III Mens
Natuurbrand en geestesbrand
De religies van de mens
Heb je iets aan geloof?
Waarachtig zijn
Deel IV Verandering
De vreemdeling
Handreiking aan het westen
De alchemie van geest en ziel
Deel V Opstanding
Over opstanding nu
Valentinus’ verhandeling over de opstanding
Deel V Bijlagen
Bijlage I – Evolutie maar dan anders: Johann Arndt
Bijlage II – Rusland
Bijlage III – Alchemie, de techniek van het proces
Literatuur
Colofon