BESTEL DE KLANK VAN DE REGENBOOG
AANMELDEN VOOR DE BOEKPRESENTATIE OP 14 FEBRUARI IN HAARLEM
Ankie Hettema laat in haar nieuwste boek De klank van de regenboog zien wat er kan gebeuren als je een overweldigende, innerlijke aanraking serieus neemt en tot leidraad maakt voor het vervolg van je leven. Ze kiest er voor om zich aan te sluiten bij de School van het Gouden Rozenkruis, en ontdekt hoe het ideaal concreet gemaakt kan worden in een inwijdingsweg die aansluit bij de (westerse) mens van deze tijd. Haar boek geeft je daarmee ook een inkijk in deze school. Hieronder volgt het begin van het eerste hoofdstuk, getiteld: Eén vonk van licht is voldoende.
Een grote vraag
Ik was zeven en stond buiten tegen de muur te kaatsenballen terwijl ik wist dat op dat moment mijn vader doodging. Het trof mij dat gewone dingen blijkbaar ‘gewoon’ doorgaan, dat het leven ‘gewoon’ verder gaat terwijl dat van mijn vader op het punt stond te eindigen. Dat was zo onwezenlijk. De alledaagsheid kwam in een scherp contrast te staan met iets wat ik niet benoemen kon, maar wat dat moment oversteeg. Vanaf dat moment besefte ik dat leven, ook mijn leven, eindig was. In dat bewuste ogenblik, ingebroken in het leven van alledag, werd een grote vraag in mij neergelegd die niet meer wegging: ‘Wat is leven als er ook dood is?’
Op het schoolplein zong en speelde ik het lied mee: ‘Rood is de liefde, zwart is de rouw’.
De rouw leerde ik kennen. Die trok als een schaduw met me mee. Een zwaarte die zich nu achteraf het best laat vertalen als een niet begrijpen in wat voor wereld ik terecht was gekomen en wie ik zelf was.
Na het overlijden van mijn vader plukte ik in het park een bosje bloemen voor mijn moeder. Ik wist dat ik iets deed wat niet mocht, maar ook wat ik zeggen zou als ik aangesproken zou worden: voor mijn moeder omdat ze zo verdrietig is. Op een foto zit ik met mijn drie zussen en twee broers netjes op een rij van groot naar klein op het bed van mijn ouders. Ik vorm met mijn vingers een hart. Ik weet dat ik dat fijn vond om te doen. Het hart, de bloemen, ik droeg de tekens van de liefde bij me. Door de schaduw heen aderde het verlangen naar liefde.
Eindigheid
Voor een kind is de wereld magisch en alles lijkt mogelijk. Het ene licht omvat beschermend het kind en is nog dichtbij. Ik herinner me de stille, gelukkige momenten die daarbij horen. Maar op een bepaald ogenblik dringt een ander besef door: dat er een wereld is waarin huisdieren, grootouders of vaders doodgaan, kinderen oorlogen meemaken, of honger hebben. De wereld van het kind breekt in tweeën.
Sterven hoort bij het leven, wordt gezegd. Ja, voor de één is dat een vanzelfsprekendheid en aanvaardbaar: ‘Zo is het nu eenmaal’. Voor de ander is het onverteerbaar en roept het verontrustende vragen op. In het hindoeïstisch epos de Mahabharata vraagt Brahma aan Yudisthitra, de oudste van vijf broers, wat het grootste wonder is. Hij antwoordt: ‘Elke dag slaat de dood toe en wij leven alsof wij onsterfelijk zijn’. Hoe wonderlijk is dat! Vanwaar dat gevoel van onsterfelijkheid? Is het de reden waarom niet gauw stil wordt gestaan bij vragen als ‘Wat is de zin van het leven? Wat de dood voor ons mensen?’ Voor mijzelf is het onmogelijk voorbij deze vragen te leven, als ik zie dat alles wat mij vertrouwd en dierbaar is, verandert en kan verdwijnen.
Oeroud en levend
Gedachten over leven en dood zijn zo oud als de mensheid. In het Gilgamesj-epos, één van de oudste literaire werken, wordt de koning van Uruk, Gilgamesj getroffen door de dood van zijn vriend Enkidoe. Hij klaagt en rouwt omdat zijn vriend ‘klei’ geworden is. Plotseling beseft hij ook zelf sterfelijk te zijn. Met angst voor de dood dwaalt hij door het leven, dat een diepe duisternis voor hem is geworden. Hij besluit op zoek te gaan naar het eeuwige leven.
Waar Gilgamesj onrustig zoekend is, vertellen de Egyptische mythen van het stralende land achter de horizon, de hemelsfeer der goden. Egyptenaren geloofden niet aan één leven, zij dachten cyclisch. De dag die overgaat in de nacht, leven in de dood, dood in het leven. Het fysieke lichaam en zijn schaduw vallen wel uiteen bij de dood, schrijft Corina Zuiderduin in haar prachtig rijk geïllustreerde boek Het mooie westen, maar het lerende deel in het menselijk bewustzijn, de Ka en de Ba gericht op het onvergankelijke deel de Ach, vervolgen hun reis en gaan verder naar het gebied waarmee ze overeenstemmen om later weer in nieuwe levens nieuwe ervaringen op te doen en verder te ontwikkelen.
In het oude hindoeïstische geschrift, de Upanishads, vinden we de gedachte dat in alle dingen ‘Atman’, het onvergankelijke, goddelijke principe schuilt. Die ijle Atman, zegt het, is voor mensen kenbaar. Want ‘wat dat ijle is, dat de hele wereld als haar ziel heeft, dat is de werkelijkheid en dat zijt gij!’ In andere woorden: de werkelijkheid is dat je een levende, eeuwige ziel bent.
In september 2019 kwam het boek De zin van het leven van journalist en schrijver Fokke Obbema uit. Een jaar daarvoor had hij een hartstilstand gekregen. Zo uit de stroom van het dagelijks leven genomen, vroeg hij zich plotseling af wat eigenlijk de zin van het leven, van ons leven is. Met die vraag nam hij een veertigtal interviews af. ‘Tastend in het duister’, schrijft Obbema, ‘bewegen wij ons voort, terwijl we doen alsof ons pad helder wordt verlicht. Voor een wezenlijk onderdeel van ons bestaan schermen we ons zo veel mogelijk af – ik heb het over de dood. Bij voorkeur denken we niet aan hem, alsof ons bestaan eeuwig voortduurt. (…) wat is de betekenis ervan, heeft dit alles zin? Je hoeft niet even dood te zijn geweest om te worstelen met deze existentiële vragen.’ Het is bijzonder te lezen. Zo veel verschillende mensen en zoveel verschillende antwoorden.
Ontdekt lichtveld
Herkenbare verhalen en diepzinnige woorden: ze zetten aan om de eigen gedachten te vormen. Waar sta je bij al die verschillende benaderingen? Tenslotte gaat het toch om wat je zelf diep van binnen als ‘waar’ kunt doorvoelen. Wat je kunt leven. De vragen in mijn jonge jaren ‘hoe kan ik leven in een wereld waarin mensen doodgaan, waar oorlog en honger is?’, vonden in mijn omgeving toen geen weerklank. Een blij meisje zijn, op een goede plek in de wereld geboren, daar moest ik genoegen mee nemen. Maar dat lukte mij niet. De wereld bleef mij vreemd. Ook al werkte ik met idealisme in organisaties die tot doel hadden ‘de verbetering van de wereld’, ik miste het diepe ‘waartoe’ van de dingen.
Toen ik in aanraking kwam met het Gouden Rozenkruis was ik tweeëntwintig en ontdekte daar een levendig geestelijk veld waarin mijn vragen resoneerden, waarin ik ze kon neerleggen. Niet iemand, geen meester of goeroe, wees de weg naar een mogelijk antwoord, maar op bijzondere wijze deed de lichtheid van het veld dat. Ik oriënteerde me in die geestelijke ruimte waarin een nieuw levensgevoel wakker werd. Ideeën en gedachten die in mijn binnenste opwelden in relatie met het lichtveld, gingen richting geven aan mijn leven. Op een woordloos niveau kregen de begrippen leven, dood en eeuwigheid een andere lading en betekenis voor mij.
Lichtgemeenschap
De aard van het genoemde geestelijke lichtveld is wezenlijk anders dan het licht dat alles zichtbaar maakt op aarde. Anders dan wanneer we de positieve, lichte kant van het leven willen zien. Het is het licht van de oorsprong dat alle krachten en beelden in zich draagt. Het doordringt positief en negatief. Het is universeel licht dat een harmonisch universum voortbrengt. Vanaf het moment dat tijd ontstond straalt dit licht de kosmische ruimte en de wereld in. Altijd zijn er in de mensheidgeschiedenis mensen geweest, die in antwoord op dit zuivere licht wilden leven. Zij verenigden zich en het licht, de kernkracht van hun ondervonden wijsheid bleef bewaard, onzichtbaar, atmosferisch in het universum. Door eeuwen en eeuwen heen ontstond een keten van zulke gemeenschappen van licht. Zodra mensen waar ter wereld ook, zich afstemmen op dit oorspronkelijke, zuivere licht ontstaat er een verbinding en wordt de daarin verborgen wijsheid en kracht voor hen ontsloten. In het Rozenkruis herkende ik zo’n gemeenschap van licht.
INHOUDSOPGAVE VAN DE KLANK VAN DE REGENBOOG
Ten geleide
Eén vonk van licht is voldoende
De belofte van de liefde
De vreugde leven
Het licht leven
Hoopvol leven
De gave van de geest
Visioen van stralend nieuw leven
Het omslagpunt tussen licht en duisternis
Het ene leven
Dankwoord
Literatuur
BESTEL DE KLANK VAN DE REGENBOOG