Alchemie, magie en kabbalah van Heinrich Khunrath – toegelicht door Peter Forshaw

 

Dr. P.J. Forshaw (Peter) verzorgt onderwijs aan de Universiteit van Amsterdam over de geschiedenis van de weserse esoterie. Hierboven staat de video van een webinar over Heinrich Khunrath (fakkeldrager van het Rozenkruis 3) dat hij heeft verzorgd in opdracht van de Bibliotheca Philosophica Hermetica. Hieronder volgt een gedeelte uit de voordracht die hij heeft gehouden op het symposion ‘De grootsheid van de geest’ op 7 november 2015 in de Westerkerk in Amsterdam.  

Alchemisten zijn vaak filosofische heremieten in de breedste betekenis van het woord, maar zijn ook vaak hermetici in de letterlijke betekenis ervan, als bestudeerders van de ideeën van Hermes Trismegistus – en dat is de persoon op de afbeeldingen waarvan u de context gaat ontdekken. 

Allereerst wil ik u voorstellen aan één van mijn meest geliefde studie-objecten, één van de personen waaraan ik mijn onderzoek heb gewijd: Heinrich Khunrath (zie onderstaande afbeelding). Deze gnosticus is door een van zijn uitgevers beschreven als een van de grootste hermetische en opmerkelijkste filosofen en alchemisten van einde van de zestiende eeuw.

In 1609, vier jaar na zijn overlijden, gaven zijn volgelingen Het amfitheater van Eeuwige Wijsheid uit – en vanwege hun Duitse inborst zien we een lange titel: Dit is het universele Ter-tri-une, het driemaal drie-in-ene, christelijk-kabbalistische, goddelijke magische, amfitheater van de enige ware wijsheid.

Als vertegenwoordiger van de hermetische filosofie combineert Khunrath veel zaken waarvan ik denk dat ze belangrijk zijn voor de vraag naar de mens als spiritueel wezen. Hij is geïnteresseerd in alle niveaus van de kosmos, alle niveaus van schepping. In het ene geval is dat kabbalah, op een ander niveau is dat magie en op weer een ander plan is dat alchemie. Als filosoof is hij volgens eigen zeggen een liefhebber van de goddelijke wijsheid. 

Bovenaan dit artikel  ziet u het beste beeld ervan; en de Bibliotheca Philosophica Hermetica bezit een prachtige editie uit 1609. En in de eerste afbeelding uit zijn Amfitheater van de eeuwige wetenschap, genaamd Oratorium-Laboratorium, vinden we alles gesymboliseerd wat we vandaag willen bespreken. De afbeelding toont de verschillende niveaus van het bestaan; links is de wereld van de kabbalah, de goddelijke wereld, en rechts de wereld van de alchemie en de wereld van de aarde. 

Het hemelse en het aardse, en middenin zien we een altaartafel met vier muziekinstrumenten en talrijke weeginstrumenten ten behoeve van de alchemische praktijk te doen hebben, met een muzikaal onderschrift. Het is mijn indruk dat dit de goddelijke magie symboliseert waarin Khunrath is geïnteresseerd. Dit is kabbalah, een zeer christelijke kabbalah, en het is alchemie, het gebied van magie, de natuurlijke magie en de bovennatuurlijke magie. Khunrath denkt alles altijd in drie delen. Hier zien we die drie: we vinden er het gebied van de ziel, het gebied van het lichamelijke en het gebied van de geest. 

Als we bedenken dat de mens een geestelijke wezen is, dan krijgen ook de instrumenten een ander accent; het verwijst naar het geloof in de totale harmonie van het universum en hoe de mens zich kan herkennen in dat goddelijke universum, hoe hij kan kiezen om voor de goddelijke wereld te werken, in en vanuit het natuurlijke heelal. 

En wat er dan gebeurt in de ‘werkplaats’ – het laboratorium – is dat de alchemie ons vertelt hoe we onszelf een plaats in het goddelijke kunnen toebereiden. Dat is echt een proces. Khunrath schrijft ook over de drie boeken van God. Natuurlijk is daar de Bijbel, als ‘de schrift’ en er is het boek van de natuur. Maar er is een derde boek dat hij toevoegt. In de Middeleeuwen is vaak sprake van de schrift, van het boek der natuur, en van het derde boek, het boek van de mens.

Dat zijn drie boeken: de Bijbel – als de schepper die overal verantwoordelijk voor is, voor de macrokosmos en de microkosmos. In een inscriptie bovenin de afbeelding geeft Khunrath ons een heel belangrijke aanwijzing. Het betreft een citaat van Cicero dat betrekking heeft op de goddelijke natuur: ‘Zonder goddelijke inspiratie kan niemand ooit een werkelijk groot mens zijn.’

En dit is wederom van belang om te weten. Ja, het nodig dat de mens actief is in het laboratorium van de wereld, maar zonder de goddelijke inspiratie betekent zijn werk niets. Dat moet telkens op de achtergrond van alles aanwezig zijn, en de mens als een geestelijk wezen zal dit gegeven echt niet negeren. 

Op de titelpagina van zijn eerste werk, tegelijk de eerste publicatie van De enige echte eeuwige wijsheid als schouwtoneel zien we de kabbalah, magie en alchemie die voor Khunrath erg belangrijk zijn. 

De volgende afbeeldingen tonen vier prachtige, heel grote afbeeldingen. Deze eerste editie is bewaard gebleven in slechts zes bekende kopieën, waarvan er één in Bazel is en een andere in Indiana. Het zijn uitgaven van hoge kwaliteit, mogelijk gemaakt door keizer Rudolf II. Deze prenten zitten vol van waardevolle geheimen.

De eerste afbeelding betreft het zegel van God (zie hierboven). Daarin zien we Christus omringd door de tien sefirot, de verheven namen van de tien emanaties van het ware leven, tezamen met Cherubijnen, die we mogen zien als de tien opdrachtgevers. De opgave aan de mens is om God en Christus te leren kennen door het christelijk-kabbalistische gebed in het Oratorium. Dat is het hoogste niveau van geestelijk zijn bij Khunrath; de gedachte dat hij kan opgaan in de vereniging met God, met behulp van een milde christelijke kabbalah en goddelijke magie. Volgens mij heeft eerder John Dee dit ‘zegel van God’ gebruikt. Uit de gesprekken met engelen komt naar voren dat John Dee en Khunrath elkaar in 1589 hebben ontmoet. Ik geloof beslist dat Khunrath dit beeld uitkoos als bezieling voor zijn communicatie. 

Nadat God en het belang van God zijn herkend, is het van doorslaggevende betekenis dat de ijverige hermeticus zichzelf leert kennen, zoals het orakel van Delphi dat omschrijft als het ‘Ken uzelve’; ken uzelf als microkosmos, door middel van goddelijke magie. 

Voor Khunrath heeft dat ‘Ken uzelve’ vooral betrekking op de eenheid van Adam en Eva van voor de scheiding der geslachten. Eén van de gedachten is dat de mens, in zijn poging zich te verenigen met het goddelijke, terug dient te keren naar de staat van zijn van vóór de tijd dat Adam van de verboden appel at; de paradijselijke tijd van vóór de val. Symbolisch kan die tijd weer worden bereikt door de mannelijke en vrouwelijke principes in een nieuwe eenheid te doen samensmelten. Over deze idee van spirituele magie is relatief weinig geschreven, hoewel het nauwelijks anders is dan de spirituele alchemie van de Middeleeuwen en de Renaissance. Hier is het van belang dat de vier elementen aanwezig zijn, water, lucht, aarde en vuur.

In de bovenstaande afbeelding wordt geestelijke zuivering beschreven zodanig, dat je jezelf ‘oplost’ in de tranen van droefheid. Dit is allemaal alchemische taal, het is de beschrijving van spirituele purificatie van het menselijk wezen. Overigens moet ik zeggen dat die niet zo vaak voorkomt in de eerste voorbeelden die we hebben.

Aldus zien we de opgestane Christus… vervolgens, enerzijds, het ‘Ken uzelf ’ van de microkosmos en anderzijds, de werkplaats, of de alchemische werkzaamheid. In die werkplaats, met de mannelijke en vrouwelijke principes, ontstaat het begin van het alchemische proces, dat eigenlijk door een vermenging van vier verschillende woorden wordt gesymboliseerd. Khunrath spreekt over letterlijke, stoffelijke alchemie, over een laboratorium en over het onderzoek van de materie. 

Wat daaraan interessant is, is dat veel alchemisten spreken over de steen der wijzen als iets gemaakt uit de meest afschrikwekkende fiool. Hij vindt zijn begin in de materie en vervolgens transformeert deze in de steen der wijzen. Zo niet Khunrath.

Khunrath is iemand die het juist zeer geestelijk opvat en hij heeft een zeer praktische benadering. Hij verwacht alles van Gods schepping. In de schepping zelf ligt de waarde en dat is denk ik een boodschap voor deze tijd. Immers: je waardeert de aangename dingen zoals dolfijnen en walvissen, je waardeert alles in de schepping. Alles heeft zijn bedoeling. In die zin zegt Khunrath bijvoorbeeld ook dat gift, vergiften van grote betekenis zijn. Hij beoefent een soort van homeopathie zoals Paracelsus dat eveneens deed en het is min of meer een erkenning dat alles dat in de schepping aanwezig is, zijn betekenis heeft en onderworpen is aan een proces – en in het laboratorium van de schepping onderzoek je wat die betekenis is. Dat is de logische grond waarop de alchemische geneeskunst stoelt.

Een andere reden is dat Khunrath, als christelijke kabbalist, wilde aantonen dat de steen der wijzen een ondersteuning vormt en een krachtig argument is voor een nieuw geestelijk wezen, dat zich moet ontvouwen. Hoogst interessant hoe zelfs de arbeid werkplaats een religieus-geestelijke dimensie heeft. Vervolgens wenden we ons tot de macrokosmos. We hebben nu gezien een christelijke kabbalah, geestelijke magie en we treffen aan de magische alchemie.

De vierde gravure vormt steeds een combinatie van deze drie. Als je goed kijkt zie je dat het geheel als beeld werkelijk meerdimensionaal is, en het steeds opnieuw de absolute noodzakelijke eenwording symboliseert van deze drie niveaus. De ware hermetische alchemist dient deze alle drie te combineren. Khunrath zegt expliciet dat alchemie, magie en kabbalah gecombineerd moeten worden, en dat je nooit het goddelijke, het Oratorium, mag scheiden van het Laboratorium, van de werkplaats. Dat is een absoluut gegeven. 

Khunrath stierf in 1605. U zult wel weten – en de historici die de Khunrath-uitgave van 1595 en 1609 bestuderen stemmen daarmee over het algemeen wel in – dat de Chymische Hochzeit Christiani Rosencreutz anno 1459 geschreven is in 1605. Weliswaar gepubliceerd in 1616, maar zoals Andreae dat zelf aangeeft, geschreven rond 1605. 

Dat Johann Valentin Andreae zichzelf weergeeft als de auteur van de Chymische Hochzeit is al lange tijd bekend, maar wat u wellicht niet wist is dat de uitgever van zijn werk, Johann Friedrich Jung, eerder deze prachtige gravure die we hier van tonen vervaardigde. Deze afbeelding is uit 1603, gaat dus vooraf aan de Chymische Hochzeit en vormt een zelfgemaakte kopie van Khunraths Amfitheater. Het is een manuscript dat berust tegenwoordig bij de Koninklijke Bibliotheek van Denemarken. Een prachtig origineel – Jungs eigenhandige afbeelding van Khunraths Oratorium en Laboratorium. 

Het is bijzonder dat de uitgever van de Alchemische Bruiloft bewust moet zijn geweest van Khunraths werk. Heinrich Khunrath wordt op verschillende rozenkruiswebsites dan ook vaak beschouwd als deel uitmakend van de rozenkruisersgeschiedenis. De bekende Engelse historica Francis Yates heeft dat verband direct gelegd, en gezegd dat Khunraths werk al veel ideeën toont, die later in de rozenkruismanifesten naar voren komen. Na Khunraths dood werd in 1609 een andere grote versie van het Amphitheatrum gepubliceerd uit het Amfitheater, met veel toegevoegde afbeeldingen, waarop we vandaag echter niet in kunnen gaan. 

Bron: De grootsheid van de geest, symposionreeks 35 

BESTEL DE GROOTSHEID VAN DE GEEST