Rudolf II: de hermetische keizer van het Roomse Rijk was liefhebber van arcane wetenschappen, kunst en esoterie

Als het hermetisme opbloeide onder het protestantisme, deed het dat ook op katholiek terrein. Aan het einde van de zestiende eeuw had het zich gemanifesteerd in het machtigste katholieke hof van Europa, namelijk dat van de Habsburgse keizer van het Heilige Roomse Rijk, Rudolf II, die ook koning was van Oostenrijk, Hongarije, Bohemen en Moravië. Rudolfs regeringsperiode viel samen met die van Elizabeth en James I van Engeland en was in cultureel opzicht bijna zo dynamisch.

Vanaf het allereerste begin gedroeg hij zich in de ogen van de othodoxie echter op een manier die slecht paste bij zijn verheven positie. Hij wees bijvoorbeeld Wenen, de traditionele stad van de Habsburgers, af en vestigde zijn hof in Praag, de hoofdstad van Bohemen. In een tijd waarin Europa steeds verder werd gepolariseerd door het protestantisme en het katholicisme, koos Rudolf voor geen van beide door zichzelf simpelweg christen te noemen. Hoewel hij dus de aardse macht van de kerk representeerde, ging hij niet over tot vervolging van protestanten, stond hij steeds vijandiger tegenover het pausdom en weigerde hij zelfs op zijn sterfbed zich te verzoenen met Rome.

Rudolf had zich sterk verdiept in esoterica en was een vurig aanhanger van alle manifestaties van het hermetisme, met name de magie en de alchemie. Hij wijdde veel tijd en grote geldbedragen aan de bouw van zijn bibliotheek, die uiteindelijk de meest uitgebreide collectie in zijn soort op het continent zou herbergen. Niet alleen de standaardwerken vna het hermetisme waren er te vinden, ook de Picatrix, die gevreesde en door de kerk veroordeelde handleiding tot magie, was er aanwezig. Rudolf deed zelf mee aan alchemistische experimenten. ook nodigde hij hermetische beoefenaars uit de hele wereld uit en bood hen bescherming en hoffuncties aan. Zijn uitnodigingen werden aangenomen door hermetici die van zo ver kwamen als Michael Sediwoj (bekend als Sendivogius) in Polen, en Alexander Seton in Schotland. Onder de belangrijkste bezoekers was de Engelse magiër John Dee, die vaak wordt beschouwd als het prototype voor Prospero in The Tempest en die later hofastroloog werd bij Elisabeth I. De hermetische keizer neemt ook mensen aan die zijn ‘Kunst- und Wunderkammer’ inrichten en uitbreiden met nieuwe interessante en waardevolle objecten.

17.190.636 #3 019

Een andere gast van Rudolf was Giordano Bruno, wellicht de meest ambitieuze magiër van de Renaissance, die niets minder wilde dan ‘de menselijke conditie veranderen’. Geleerden denken dat Bruno een netwerk aan geheime genootschappen in heel Europa heeft gesticht. Praag bleek een vruchtbare bodem voor zo’n onderneming. Tijdens zijn verblijf in de Boheemse hoofdstad publiceerde Bruno een boek gewijd aan Rudolf – en beschreef zijn filosofie vanuit één enkele, ware, universele religie die zijn wortels heeft in de occulte traditie.

Een andere, vooraanstaande beschermeling van de keizer was de Duitse alchemist en hermetische filosoof Michael Maier. Maier diende Rudolf als lijfarts, hofalchemist en privé-secretaris tot aan diens dood in 1612, waarnaa hij verhuisde naar Hessen en uiteindelijk naar Engeland, waar hij bijdroeg aan de verspreiding van de hermetische leer en de leer van de rozenkruisers.

Doordat hij als beschermheer optrad voor mannen als Dee, Bruno en Maier, werd Rudolf beschouwd als een inspiratie voor hermetisten in heel Europa. Sommigen zagen in hem een nieuwe Hermes Trimegistus. Naast zijn grote belangstelling voor het hermetisme was de keizer tegelijk ook gefascineerd door de kabbalah. Hij leidde een ambitieus project dat een alomvattend compendium aan kabbalistische teksten moest opleveren ‘dat zowel het beste van de Hebreeuwse wijsheid als de belangrijkste commentaren van christelijke geleerden samenbrengt. En terwijl de joden elders in Europa vervolgd werden, werden ze in Bohemen, en vooral in Praag, door de keizer beschermd.

De rijkste individuen van de stad waren joden, die een nauw contact onderhielden met het hof. Er wordt soms gezegd dat zij de immense collectie schilderijen en esoterische boeken van de keizer gefinancieerd zouden hebben. Er was zeker veel handel, in geld en ideeën, tussen wat de schrijver Leo Perutz ‘het ghetto en het kasteel’ heeft genoemd. Iemand die van deze transacties profiteerde was de voornaamste rabbi van praag, de kabbalist Judah Loew ben Bazalel. In later jaren zou rabbi Judah een legende worden als de schepper van de ‘Golem’, een door de mens vervaardigde, mechanische mensachtige robot, die zijn levensvonk ontleende aan de kabbalistische en hermetische magie.

In 1614 verscheen in Duitsland de eerste van een serie anoniem geschreven manifesten die zouden zijn voortgekomen uit een mysterieuze, ongrijpbare, hermetisch georiënteerde rozenkruisers-broederschap. Deze manifesten gingen net zo snel rond als Luthers 95 stellingen en zorgden voor veel polarisatie in heel Europa door aan de ene kant fervente supporters op te roepen en aan de andere kant een hysterische aanval van paniek, paranoia en vijandigheid. In hun algemene, filosofische karakter waren de rozenkruisersmanifesten typisch hermetisch, alchenmistisch en kabbalistisch en beweerden ze dat er een nieuwe wereldreligie zou komen, een nieuwe wereldorde van vrijheid, harmonie en universele broederschap.

Ze vertoonden echter ook een duidelijke sympathie voor het protestantisme en een sterke antipathie voor de kerk van Rome. Paradoxaal genoeg ondersteunden ze wel de keizer, die de beschermheer zou moeten zijn van het katholieke geloof. In het eerste manifest, de Fama Fraternitatis, lezen we: ‘In politiek opzicht erkennen wij het Roomse Rijk, maar Quarta Monarchia als ons hoofd en dat van de christenen’.

De eerste van deze manifesten, waar deze zin in stond – de Fama Fraternitatis – werd in 1614 gepubliceerd, twee jaar na de dood van Rudolf II. Men neemt over het algemeen echter aan dat de traktaten al ver voor hun publicatie in omloop waren. In de gegeven context kan ‘het Roomse Rijk’ alleen verwijzen naar Rudolf (en Quarta Monarchia naar de vierde en hoogste wereld van de kabbalisten: de geestelijke wereld die Atzitluth wordt genoemd). Hij zou het programma zijn dat ze wilden propageren met heel zijn hart hebben ondersteund. Zijn opvolger, Maximiliaan II, zou later precies het tegenovergestelde trachten te bereiken – namelijk uitroeiing.

Als de zin in kwestie inderdaad naar Rudolf verwijst, dan wijst dat nogmaals op het respect dat hij genoot onder Europese hermetici en met name onder de rozenkruisers. Ook geeft de zin van de kant van het Europese hermetisme een aspiratie aan naar een specifiek politieke dimensie. Volgens geleerden als Frances Yates, droeg de aspiratie bij aan het bespoedigen van de ramp van de Dertigjarige Oorlog. Op een schaal die heel Europa zou beslaan riep Faust (de tovenaarsleerling) machten op die hij niet meer kon beheersen.

Bron: ‘Het elixer en de steen’ door Michael Baigent en Richard Leigh