De homo universalis of uome universale uitgebeeld door Leonardo da Vinci

BESTEL FICINO, BRUG NAAR DE HERMETISCHE GNOSIS

De Italiaanse Renaissance… na zo vele jaren middeleeuwen van christelijke traditie en dogma’s vooral, komen de wijsheid en de schoonheid van de Egyptische mysteriën en de Griekse mysteriën terug in de herinnering. Opnieuw ontstaat belangstelling voor de levende natuur en voor de mens, zijn denkwereld en gevoelens. Maar het was meer, niet zonder meer een terugkeer naar de oudheid maar een ware omwenteling onder invloed van een werkelijk nieuwe levensvisie. 

Wat is dan die zo betekenisvolle verandering, die Marsilio Ficino (1433-1499) en de mensen rond hem in het bewustzijn van de mens teweegbrachten? Mogen we het kort stellen: Niet meer de aarde moest bewerkt worden, maar de ziel! Het is de overgang van de mens die zich ervaart als een misschien waardevol maar toch minuscuul onderdeel van een geheel, naar de mens die zichzelf herkent als een autonome entiteit. Als een geheel, als op die befaamde tekening waarop de mens op vijf punten de uitersten van zijn microkosmos aanraakt: niet meer als een kleine gelovige, maar als een machthebber, zelfbewust zijn invloed spreidend in het omringende heelal.

Hoe staat hij daar in de beroemde tekening van Leonardo da Vinci. Hij is fier zelfbewust het midden van zowel kosmos als microkosmos, hij ondergaat invloeden die vanuit het universum op hem inwerken, en omgekeerd is hij degene die oorzaken voor ontwikkeling creëert. Dat is niet zomaar een tekening. Dat is een uitdrukking van een nieuw besef van zijn, een uitdrukking die weleens omschreven is als ‘de lente van het Europese zelfbewustzijn’, en het is tevens, onder meer, het resultaat van het denken en werken van Ficino’s Academia.

Het is de mens die het predikaat homo universalis of uomo universale kreeg. De oorspronkelijke zeggingskracht van die term is vandaag de dag niet verloren, maar wel ernstig gedevalueerd. Want de homo universalis was niet de mens die in intellectuele zin van alles wat kennis bezat. De Academie van Ficino zag de mens niet als een wezen dat zoveel mogelijk kennis moest vergaren, maar als een wezen, begiftigd met bewustzijn en met een zelf, dat in volkomen spirituele vrijheid als een zon brandde. En de brandstof was niets anders dan de machtige kracht van de Liefde, die het Zelf van het universum is.

Bron: Ficino – brug tot de hermetische gnosis, Symposionreeks 3

Leonardo, belichaam jij niet met je tekening van de Vitruvius deze vernieuwing?
25 Jaar v. Chr. al door de in zijn tijd bekende Romeinse ingenieur-architect Marcus Vitrivius Pollio gepubliceerd, tekende jij hem met een opmerkelijk verschil. In plaats van één figuur, twee figuren.

En van waar die verschuiving, dat losbreken uit het strakke vierkant naar de cirkel? Vanuit welke gedachte plaats je de mens zo in het centrum. Het centrum van de wereld? Misschien zelfs de eeuwigheid? Vervlecht je hier met krullende, uitwaaierende haren en armen als in vogelvlucht, het menselijke met het goddelijke? Het is je bedoeling, ‘de universale misura del huomo’, de universele maten van de mens zelf te leren begrijpen? Misschien zoals boven de Griekse tempel in Delphi staat:

‘Mens ken u zelf in waarachtige verhouding’? Want: ‘Alles is geometrie!’ riep je eens. 

Leonardo was geboeid door de wis- en meetkunde van de oude Grieken. Rafaël, zijn jonge bewonderaar geeft het mooi weer in zijn werk De school van Athene. Daar zien we hem afgebeeld als Plato te midden van Pythagoras, Heraclitis, Euclides, met zijn bekende gebaar: de vinger die omhoog wijst.

Plato kende de idee van een absoluut bestaand schoonheidsideaal, onafhankelijk van tijdsgebonden modeverschijnselen. Het is een speciale verhouding van delen ten opzichte van elkaar die we ook in de natuur tegen komen. Denk aan zonnebloemen, dennenappels, slakkenhuizen…. God lijkt wel een wiskundige. De verhouding in delen wordt ‘de goddelijke proportie’ genoemd, pas veel later kreeg dit de naam de gulden snede. Deze naamsverandering is tekenend.

Plato sprak over ‘het wezen van God is het schone, het goede en het ware. God en schoonheid waren duidelijk gekoppeld aan elkaar. In de negentiende eeuw is dit niet meer zo, en staat schoonheid in relatie tot ‘kunst’ op zichzelf.

Bron: Leonardo, geniale alleskunner op zoek naar de lente van de geest, Symposionreeks 44

 

Zorgwekkende ontwikkelingen stapelen zich op: klimaatverandering, migratiestromen, populisme, fragmentatie van de nationale, Europese en mondiale politiek, handelsconflicten en een wankel financieel bestel. Deze problemen zijn terug te voeren op de eenzijdige overwaardering van materialistische en individualistische waarden, waardoor mens en maatschappij rampzalige karikaturen van zichzelf zijn geworden. Moraliteit en menselijke maat zijn daarbij verloren gegaan.

Om die te hervinden kunnen we terugkeren naar het ideale mensbeeld van de Renaissance, zoals dat gestalte kreeg in de door Leonardo da Vinci verbeelde homo universalis. Aan dat evenwichtige mensbeeld kan een moreel kompas worden ontleend, waarmee we een uitweg kunnen vinden uit de samenloop van zorgwekkende ontwikkelingen. Alleen wanneer we, net als de homo universalis, het evenwicht weten te bewaren tussen de fundamentele waarden kan er sprake zijn van menselijke waardigheid en duurzaamheid.

LEES MEER OVER HET BOEK HOMO UNIVERSALIS VAN KLAAS VAN EGMOND