Inleiding op de gulden snede als goddelijke verhouding in kunst, natuur en wetenschap

Ons universum heeft mensen die de complexiteit ervan wilden doorgronden steeds voor raadsels geplaatst. Natuurkundigen sturen sondes de ruimte in en plantkundigen bestuderen de geheimen van de natuur. Allemaal zijn ze het erover eens dat het leven op zijn minst een eindeloos mysterie is. Ze kijken naar ontelbaar verschillende vormen en ritmes in een poging patronen, relaties en verklaringen te ontdekken. Wat zou het ons gelukkig maken als we een aanwijzing of formule vonden die de sleutel kon vormen tot een eenduidig principe. 

Bepaalde verhoudingen kunnen misschien naar een dergelijke sleutel leiden, maar de verhouding van de delen van de gulden snede biedt ons een echte mogelijkheid. Om in wiskundige termen van vergelijking en verhouding te spreken: we passen de gulden snede toe op de mysteriën van het leven door de grotere naast de kleinere te plaatsen en die allebei te spiegelen aan het geheel. Wat we dan zien is een harmonieuze en symmetrische relatie die even mysterieus werkt als de code die we proberen te breken. 

De gulden snede is een bepaald soort verdeling en daarom niets geheimzinnigs. Deze verdeling is bovendien eenvoudig met woorden te beschrijven: de gulden snede ‘snijdt’ een lijnstuk, vlak of lichaam in twee ongelijke delen en wel zodanig dat de verhouding tussen het hele lijnstuk en het grotere deel gelijk is aan de verhouding  tussen het grotere en het kleinere deel. De gulden snede is ook te omschrijven als een reeks getallen die steeds groter worden door de laatste twee getallen steeds op te tellen. Maar wat wi dat zeggen? 

Voor diegenen onder ons die moeite hebben met getallen en abstracties, betekent dit gewoon dat er een relatie is die kan worden bewezen met getallen. Maar die relatie vormt ook de grondslag van een heleboel dynamische vormen die in de natuur voorkomen en die rechtstreeks kunnen worden vertaald naar de regels die beeldende kusntenaars in hun werken toepassen. Bovendien zijn de harmonische beginselen ervan geaccepteerd als fundamentele waarheden in de spirituele wereld en wordt de relatie tot ons dagelijks leven aangetoond in de verhoudingen van ons eigen lichaam. 

De mens wordt al eeuwenlang gefascineerd door de gulden snede en dat is in hoge mate te danken aan de vele opmerkelijke eigenshcappen waartoe ook harmonie, regeneratie en evenwicht  behoren. De harmonie is te zien in de patronen van planten, schelpen, de wind en de sterren. Het regeneratieve aspect komt tot uiting in de vormen en deeltjes die aan de basis van alles staan, vaa DNA tot het universum. Evenwicht is te vinden in de spiraalvorm van ons binnenoor en de zich ontvouwende vorm van het menselijk embryo, de oervorm van ons leven. 

Bij waarnemen en meten wordt gewoonlijk een evenredigheid gebruikt om de relatie van de delen ten opzichte van elkaar of van een geheel uit te drukken en die evenredigheid is dan gebaseerd op de gelijkheid van twee verhoudingen. Uitdrukkingen als driekwart en vijftig procent zijn heel normale verhoudingen. We gebruiken ze dagelijks om allerlei dingen met elkaar te kunnen vergelijken. 

Om een evenredigheid te krijgen, vergelijken we twee verhoudingen en voeren we een maat in om aan te geven op welke manier de vergelijking opgaat. Wanneer we meer aandacht willen besteden aan de nauwkeurigheid van de evenredigheid, gebruiken we uitdrukkingen om aan te geven in hoeverre het ene evenredig is met het andere. 

Wanneer we voor een spiegel staan, kunnen we een ander effect van evenredigheid in werking zien. Naarmate we dichterbij staan, zien we minder van onszelf, maar het spiegelbeeld is groter; als we verder weg gaan staan, zien we meer, maar is het spiegelbeeld kleiner. Er zijn dus twee verhoudingen: dichtbij staat tot groot en ver weg tot klein, en een evenredigheid: de afmeting van het spiegelbeeld is is evenredig aan de afstand tot de spiegel. 

Als we verhoudingen in getallen uitdrukken, gebruiken we een lijnstuk om de te vergelijken delen van elkaar te scheiden. Bij de omschrijving van de evenredigheid zetten we een gelijkteken tussen de twee verhoudingen. De wiskundige aanduiding van de gulden snede is de Griekse letter (phi) en de wiskundige formule zegt dat: Φ = (1+√5)/2

Euclides, de beroemde Griekse wiskundige die de gulden snede voor het eerst formuleerde, verdeelde een lijnstuk zodanig in tweeën dat de ratio van het gehele lijnstuk tot het grootste deel dezelfde is als de ratio van het grotere deel tot het kleinere.

Vertaald naar geometrische vormen beschrijft deze verhouding Φ , die ook wel gulden getal wordt genoemd, op magische wijze veel patronen uit de natuur. In de handen van architecten levert het schitterende symmetische gebouwen op en in de wetenschap leidt het tot abstracte principes met duizelingwekkende toepassingen in andere dimensies. Φ is terug te zien in de Egyptische piramiden, het partheon in Athene en de gothische kathedralen van Europa; Φ wordt al eeuwenlang gebruikt door kunstenaars en ambachtslieden en het is een perfecte omschrijving van de principes van groei en dynamiek in de natuur. 

De geschiedenis kent een lange lijst namen van mystici, filosofen, musici, wetenschappers, dichters, kunstenaars, staatslieden, wiskundigen en gewone mensen die allemaal gefascineerd waren door deze prachtige verhouding, die geprobeerd hebben de geheimen ervan te ontsluieren en zo nieuwe, opwindende eigenschappen hebben ontdekt. Eeuw na eeuw heeft de ene discipline na de andere nieuwe eigenschappen van de gulden snede gevonden in oude voorwerpen, in de natuur, in de filosofie en de wiskunde. De gulden snede keert terug in kunst en architectuur, in de muziek en is omarmd door dichters; iedereen heeft de transcendentale aspecten erkend. Waarom is dat?

De gulden snede heeft een essentiële en universele aantrekkingskracht omdat de verhouding onbewust naar onszelf lijkt te verwijzen. Het opvallendste aspect blijkt namelijk wanneer we de mens in de vergelijking stoppen en de verhouding beschouwen als een relatie waartoe wij zelf behoren. Dan blijkt onze plaats in de vergelijking zowel het geheel, het grote en het kleine deel van de delen te zijn, altijd in dezelfde volmaakte verhouding van geheel tot groter en groter tot kleiner. 

Als een relatie van macrokosmos en microkosmos beschrijft de gulden snede de intiemste verhouding van het grote en het kleine deel. Ze staan niet los van elkaar, maar zijn verwant. Ze zijn zo verbonden dat er een spiegelend effect ontstaat. We kunnen het grote in het kleine zien en omgekeerd. 

Wanneer we onze waarnemingen in woorden uitdrukken, kunnen we ons lichaam omschrijven als het universum of het universum zien in een korrel zand’. We kunnen een vorm afleiden aan de schaduw die hij werpt, een boek herkennen aan de omslag of iemands stemmig aflezen aan zijn  of haar intonatie. In de spreektaal gebruiken we vergelijkingen, metaforen en simpele verhoudingen om de dingen te verduidelijken. De gulden snede biedt ons een unieke taal om ons universum mee te omschrijven.

Universele wetten staan voor ons gelijk aan eeuwige waarheden. Om meer te weten te komen over de principes van Φ moeten we kijken naar de vele toepassingen. Tijdens een reis die ons terug in de tijd zal voeren – naar de bouw van de piramiden, en naar de toekomst, naar mystieke uitdrukkingsvormen – zullen we ontdekken dat de gulden snede een evenwichtig en dynamisch principe is. We zullen verschillende uitdrukkingsvormen ontdekken: wiskundig, creatief en spiritueel, en de bespiegelende aard ervaren. 

Het is een fascinerende reis, want de verschillende uitdrukkingsvormen van de gulden snede vereisen kennis van tijden en plekken die hemelsbreed verschillen van de onze. In de gulden snede weerklinkt een oude wijsheid, als een harmonieus geluid dat op talloze manieren tot uitdrukking komt. Zoals bij alle goede dingen leidt deze volmaakte verhouding tot schoonheid. 

Bron: De geheime code – de gulden snede als goddelijke verhouding in kunst, natuur en wetenschap van Priya Hemenway, inleiding