Arnold Stevelink over de waarde van citaten in ‘De dertiende, overwegingen op een gnostieke ervaringsreis’

BESTEL DE DERTIENDE – OVERWEGINGEN OP EEN GNOSTIEKE ERVARINGSREIS

In zijn boek De dertiende, ervaringen op een gnostieke ervaringsreis, dat verscheen in oktober 2021, citeert psycholoog Arnold Stevelink nogal eens teksten van J. van Rijckenborgh en Catharose de Petri, de stichters van de School van het Rozenkruis. Dat doet hij heel bewust omdat hij de waarde van hun geschriften in de praktijk heeft ervaren. Hieronder volgen vier gedeelten uit het boek waarin dat wordt toegelicht.         

1. Citaten bieden verdieping

Het trof mij dat de auteur kennis uit toespraken en boeken voortdurend toetst aan zijn persoonlijke ervaringen. Want wat niet door eigen inzicht en vanuit een innerlijke ontwikkeling kan worden herkend en onder woorden gebracht, heeft maar weinig om het lijf. Laat staan dat er dan overtuigingskracht van uit kan gaan. Met name de geschriften die de stichters van het moderne Rozenkruis hebben nagelaten zijn voor Arnold een voortdurende bron van inspiratie om door te gaan, verder te zoeken, een volgende laag te vinden. Daarom haalt hij regelmatig woorden aan van Catharose de Petri en J. van Rijckenborgh. De vele citaten geven een onweerstaanbare verdieping aan de thema’s die in het boek voorbijkomen. (p.5, woord vooraf)

2. Citaten om dankbaarheid te betuigen

Misschien denk je wel: wat worden er veel citaten toegevoegd, je hebt het toch over zelfautoriteit. Wel, ik doe dat heel bewust, uit dankbaarheid voor hen die deze weg voorleefden. Vanuit de kracht die zij onder andere met hun woorden actueel toezenden kan ik dit zelf ook allemaal ervaren als waarheid en werkelijkheid. De geestesschool is ‘een levend lichaam’, een collectief krachtveld. Verbonden met, en gevoed door voorgangers. Dit boek is niet mijn verdienste maar ontstaan uit dankbaarheid die ik verschuldigd ben aan de geestesschool en aan de liefde zelf. Die liefde beperkt zich niet tot alleen een uiterlijke groep zoals die van de leerlingen van deze school, maar zij is verbonden met elk mens die met deze liefde aansluiting zoekt. (p.56, hoofdstuk 9: bevrijd van angst en depressie)

3. Citaten als waarheid herkennen

Ik ga hier weer enkele citaten gebruiken. Ik heb de inhoud van deze citaten letterlijk als waarheid bevonden. Ik pak er nu tekstdelen bij, waarvan ik vind dat ze mij zeer kernachtig het innerlijke proces hebben laten begrijpen. Centraal in je systeem is je gemoedstoestand, de toestand van je hart. Kijk nog eens naar de dwangcirkel in het vorige hoofdstuk. Hoe deze tot stand komt legt J. van Rijckenborgh uit in zijn werk De Egyptische Oergnosis, deel 4: 
‘De gemoedstoestand in het hart wordt gevoed vanuit het hoofd door directe bewustzijnsfluïden en vanuit het bekkenheiligdom met alle astrale en etherische invloeden die in de microkosmos aanwezig zijn en een belangrijke rol hebben gespeeld in het verleden van de mens.’
(p.61, hoofdstuk 10: De strijd tegen het onbewuste)

4. Citaten leggen verbindingen

Al eerder heb ik gesproken over het gebruik van citaten uit het recente en het verre verleden, en over een bijzonder doel. Het doel is verbinding en dankbaarheid. Het verleden heb ik altijd gezien als iets dat ‘ver’ weg is. Steeds verder op een soort lijn, een tijdslijn. Ook onbereikbaar. Dat lijkt voor ons driedimensionale bewustzijn zo. Dit is een soort illusie. Het nieuwe bewustzijn overstijgt de tijd. Allen die ons zijn voorgegaan, de oprichters van de Geestesschool van het Gouden Rozenkruis en alle voorgaande gnostieke broeder- en zusterschappen zijn één met ons in een levend heden. Energetisch gezien dragen zij ons, vanuit die dimensie bóven de tijd. Alles tegelijkertijd. Je kunt de verbinding met hen ervaren in het nu, vandaar de citaten. En dankbaarheid, want al onze voorgangers vormen de poort, de poort naar het boven, de goddelijke dimensie. Zij houden voor ons de poort wijd open. Al de voorgaande gnostieke broederschappen kunnen we zien als bolvorming, concentrisch verenigd in één middelpunt. Het middelpunt dat God is. (p.139, hoofdstuk 21: bewustzijn en werkelijkheid)

INHOUDSOPGAVE

Woord vooraf
Inleiding

  1. Hoe het begon
  2. Transfiguristische psychologie
  3. Wie of wat ben ik?
  4. Lichtverlangen
  5. Herkenning van God in mijzelf
  6. Non-dualiteit en de gnostieke mogelijkheid
  7. De overwinning op het kwaad
  8. Geluk
  9. Bevrijd van angst en depressie
  10. De strijd tegen het onderbewuste
  11. Slingerbeweging
  12. Slapen en wakker zijn
  13. De kritische Johannes
  14. Het evangelie van Judas
  15. Van de gnosis voel je niets
  16. De boom van het leven
  17. Egypte
  18. Uit elkaar spattend heelal
  19. En geen God die iets doet
  20. Symmetrisch gedrag
  21. Bewustzijn en werkelijkheid
  22. Zien wij onze dierbaren terug?
  23. Het offer van de liefde

Dankwoord
Bibliografie

Arnold Stevelink is bereikbaar via ajtstevelink@gmail.com

BESTEL DE DERTIENDE – OVERWEGINGEN OP EEN GNOSTIEKE ERVARINGSREIS