De ware christenen genieten een volkomen vrede – hoofdstuk 48 uit ‘Het paradijs des harten’ van Comenius

BESTEL HET LABYRINT DER WERELD – HET PARADIJS DES HARTEN

Wat past bij mij? Van wie kan ik leren? Hoe vind ik levensvervulling? Die vragen stelt de hoofdpersoon zichzelf in de allegorische roman van Jan Amos Comenius (1592 – 1670, fakkeldrager van het Rozenkruis 9).  Dit beroemde literaire werk is nog steeds actueel en wordt gekenmerkt wordt door een grote zeggingskracht en een diepe wijsheid. De pelgrim ontdekt op zijn zoektocht door het leven dat duurzaam geluk niet te vinden is in het labyrint der wereld, maar zijn diepste innerlijk, in het paradijs des harten. Het boek ‘Het labyrint der wereld – Het paradijs des harten’ is sinds 1 september 2023 blijvend afgeprijsd van € 10,00 naar € 5,00. Hieronder volgt hoofdstuk 48 over de volkomen vrede die de ware christenen genieten.  

H E T  P A R A D I J S  D E S  H A R T E N

HOOFDSTUK 48 – DE WARE CHRISTENEN GENIETEN EEN VOLKOMEN VREDE

1. Terwijl ik voorheen in de wereld in alle levensomstandigheden veel zwerven, zwoegen, kommer, zorg, angst en schrik had gezien, vond ik hier bij allen die God toegewijd waren een grote rust en blijmoedigheid. Want zij hadden geen vrees en schrik voor God, daar zij wisten hoe vol liefde Zijn hart voor hen was. Zij vonden ook in hun binnenste niets wat hen zou kunnen bedroeven, zij leden immers geen gebrek aan enig goed. Ook de buitenwereld kon hen geen last veroorzaken, daar zij geen aandacht aan haar schonken.

De ware christen acht de spot der wereld van geen belang

2. Nu is het inderdaad waar dat de boosaardige wereld de ware christenen niet met vrede laat. Als zij kans ziet, trotseert en bespot zij hen, doet hun overlast aan, gaan hen te lijf, werpt stenen naar hen, spuwt op hen, tracht hun een been te lichten en doet hun alles aan wat zij bedenken kan. Ik heb veel voorbeelden hiervan gezien en begrepen dat het nu eenmaal een beschikking van de Allerhoogste is dat zij die in de wereld een goed leven willen leiden kap en bellen moeten dragen. De gesteldheid van deze wereld brengt mee dat hetgeen wijsheid is bij God in de wereld als dwaasheid geldt. Dientengevolge zijn velen aan wie God zijn edelste gaven heeft geschonken slechts het mikpunt van verachting en spot, dikwijls zelfs voor hen die hun het naast staan.

Ik bemerkte ook dat de God toegewijden daar geheel geen aandacht aan schonken. Zij verheugden er zich zelfs over dat de wereld alsof zij stonken de neus voor hen dichthield, de ogen van hen afwendde als van iets walgelijks, hen als dwazen verachtte en als misdadigers terechtstelde. Zij zeiden dat het wachtwoord waaraan zij elkaar herkenden als toebehorende aan Christus luidde : mishaag de wereld.

‘Wie het hem aangedane onrecht niet blijmoedig weet te dragen bezit nog niet volkomen de geest van Christus. De wereld laat immers hen die tot haar behoren evenmin met rust, zij doet de haren geweld aan, bedriegt, berooft en kwelt hen. Welaan, laat zij met ons ook zo handelen. Kunnen wij haar kwelling niet ontgaan, dan willen wij die rustig dragen, daar de goedheid van God rijkelijk opweegt tegen de schade die ons door de wereld wordt toegebracht. Zo wordt de spot, haat, het onrecht en de schade die zij ons aandoet in winst veranderd.’ Met deze woorden trachtten zij elkaar te sterken.

De ware christen is alles gelijk

3. Ik heb ook begrepen dat ware christenen zelfs niet willen horen van het verschil tussen wat de wereld geluk, ongeluk, rijkdom, armoede, eer en schande noemt. Zij verklaren dat alles wat uit de hand van God voortkomt goed, zegenrijk en heilzaam is. Daarom is er niets dat hen droevig stemt, aarzelen zij niet, noch trachten zij zich uit moeilijke situaties te redden. Of zij nu opgedragen krijgen te heersen of te dienen, te bevelen of te gehoorzamen, anderen te onderwijzen of van hen te Ieren, in overvloed te leven of gebrek te lijden, het is de ware christenen alles gelijk.

Zij vervolgen gelijkmoedig en rustig hun weg en zijn er alleen op bedacht God te dienen. De wereld is voor hen evenmin een niet te dragen last als een onmisbaar waardevol bezit. Het ver-langen naar en het verliezen van aards bezit veroorzaakt hun daarom geen verdriet. Indien iemand hen op de rechterwang slaat, keren zij blijmoedig ook de andere toe, indien iemand hen de mantel wil betwisten, laten zij ook de rok in diens handen. Zij geven alles over aan God die hiervan getuige is en erover zal oordelen en zijn ervan verzekerd dat dit alles in de loop der tijden opnieuw beschouwd, herzien en tenslotte rechtvaardig beslist zal worden.

Ook hetgeen hij buiten zich in de wereld ziet

4. De God toegewijde mens laat zich ook niet door de natiën der wereld uit zijn vredig zielebestaan verdringen. Weliswaar is er veel dat hem niet aanstaat, maar daarover tobt hij niet en kwelt zich evenmin daarmee. Laat maar achterwaarts gaan wat niet voorwaarts wil, laat vallen wat niet wil blijven staan en wat geen stand wil of kan houden, laat het vergaan. Waarom zou een christen zich daarmee aftobben als zijn geweten zuiver is en de liefde Gods in zijn hart woont ? Indien de mens zich niet naar zijn gewoonte wil voegen, laat de christen zich voor zover zijn geweten toelaat voegen naar de andere. De wereld gaat van kwaad tot erger, maar maakt de christen de toestand door klagen beter?

Hij schenkt geen aandacht aan het gewoel in de wereld

5. Wanneer de machtigen van deze wereld om kronen en scepters met elkaar in twist en tweedracht leven en daardoor het bloed in stromen vloeit en hele gewesten en landen worden verwoest, is de door God verlichte christen daarover niet bekommerd. Hij weet dat er weinig of niets aan gelegen is wie de wereld regeert. Want zomin de wereld, al zou Satan de scepter over haar voeren, de kerk in het verderf kan storten, zo zeker blijft de wereld, al zou een engel over haar gebieden, dezelfde en moeten zij die een werkelijk godzalig leven willen leiden toch altijd iets van haar te verduren hebben. Daarom schijnt het de christen een zaak van weinig gewicht wie op de troon der wereld zit.

De ervaring leert dat, wanneer het één van de God toegewijden is, vele vleiers en huichelaars zich onder de hem omringende schare vromen mengen waardoor de godvruchtigheid enigszins verkoelt. Wanneer echter tijdens openlijke vervolgingen de God toegewijden alleen worden gelaten, dienen zij God met des te vuriger ijver. Men moet vooral ook bedenken dat in dergelijke omstandigheden velen onder de dekmantel van het algemeen welzijn, godvruchtigheid, eerlijkheid en vrijheid voor zichzelf en niet voor Christus koninkrijken, vrijheden en roem zoeken. Men zou dit bevestigd vinden indien men hen zonder enige bedekking in ware gedaante kon waarnemen. De ware christen Iaat daarom alles gaan zoals het wil of kan en heeft in de woonstede van zijn hart volkomen genoeg aan God en Zijn genade.

noch aan hetgeen de kerk moet lijden 

6. Ook de verzoekingen die de kerk omringen zijn niet in staat de door goddelijk licht bestraalde zielen te verontrusten, Zij weten zeker dat tenslotte triomf hun deel zal zijn en dat een triomf niet zonder overwinning, een overwinning niet zonder strijd, een strijd niet zonder vijanden en heftige botsingen mogelijk is. Daarom binden zij onverschrokken deze strijd aan en nemen alle last die hun of anderen daardoor ten deel valt op zich. Zij zijn er vast van overtuigd dat God, die alles langs de afgebakende weg van Zijn goddelijk voornemen leidt, overwint en dat tenslotte alles voor de ware christenen wijken moet, ook al stellen rotsen, bergen, woestijnen, zeeën en afgronden zich op hun weg.

Zij weten ook dat al dit woeden van de vijanden van God slechts dienen kan tot vermeerdering van de roem van Zijn naam. Als immers iets dat men ter ere van God begonnen is op geen tegenstand zou stoten, zou men op de gedachte kunnen komen dat het door mensenkracht aangevangen en voleindigd is. Hoe woedender tegenstand de wereld en alle boze machten bieden, des te duidelijker treedt Gods macht aan de dag.

De smart van de God toegewijden kan gemakkelijk door twee middelen verdreven worden

7. En mochten er tenslotte voorvallen plaatsvinden – waarvan ik voorbeelden heb gezien – die het hart van de ware christenen met kommer vervullen, kan toch die droefheid niet van lange duur zijn en verdwijnt zij snel als een nevel voor de zon. Dit gebeurt door de volgende twee middelen: in de eerste plaats door de gedachte aan de wachtende eeuwige zaligheid die een hogere waarde heeft dan het verlevendigen van het vuile bedrijf van deze wereld. Hetgeen hun hier overkomt is slechts van tijdelijke aard; het verschijnt, gaat weer heen, verliest zich in de verte en verdwijnt. Daarom is het onbetamelijk naar wereldse zaken te verlangen en over het gemis ervan te treuren. Alles gaat immers klaterend in een enkel ogenblik voorbij.

Het tweede middel bestaat hierin dat de ware christenen een inwonende gast hebben met wie zij slechts een vertrouwelijk onderhoud behoeven aan te knopen om elke benauwdheid, hoe groot ook, te verdrijven.  Deze gast is God, hun trooster, bij wie zij in het hart bescherming zoeken en aan wie zij gemeenzaam en openhartig alles wat hen kwelt mededelen. Met elke aangelegenheid wenden zij zich dadelijk tot God de Heer om elke overtreding, tekortkoming, zwakheid, smart en vurige wens en elk gebrek in zijn vaderschoot uit te storten en zich aan Hem in alles onbevreesd toe te vertrouwen. Daar God de Heer deze kinderlijke en liefdevolle vertrouwelijkheid niet anders dan beminnen kan, bereidt Hij de ware christenen onfeilbaar zeker Zijn vertroosting en schenkt hun de kracht het lijden te dragen. Hoe meer zich hun noden vernieuwen en vermeerderen, des te meer vernieuwt en vermeerdert zich in hun hart de vrede Gods die alle menselijke verstand te boven gaat.

 

HET LABYRINT DER WERELD – HET PARADIJS DES HARTEN

INHOUDSOPGAVE

Woord vooraf
Inleiding
Opdracht aan Baron Karel van Žerotín
Aan de lezer

  1. De beweegredenen van mijn pelgrimstocht door de wereld
  2. De pelgrim krijgt Overalbij als gids
  3. Verbinding sluit zich aan
  4. De pelgrim ontvangt een toom en een bril
  5. De pelgrim ziet de wereld vanaf een hoogte
  6. Het lot verdeelt de beroepen
  7. De pelgrim bekijkt het marktplein der wereld
  8. De pelgrim onderzoekt de echtelijke staat
  9. De pelgrim onderzoekt de handwerkersstand
  10. De pelgrim onderzoekt de stand van de geleerden
  11. De pelgrim onder de filosofen
  12. De pelgrim beschouwt de alchemisten
  13. De pelgrim beschouwt de rozenkruisers
  14. De pelgrim onder de geneesheren
  15. De pelgrim bij de rechtsgeleerden
  16. De pelgrim is getuige van de promotie van meesters en doctoren
  17. De pelgrim leert de stand van de geestelijken kennen
  18. De pelgrim beschouwt het christendom
  19. De pelgrim onderzoekt de stand van de overheden
  20. De soldatenstand
  21. De ridderstand
  22. De pelgrim bi ode schrijvers van nieuwsbladen
  23. De pelgrim beschouwt het slot van Fortuna
  24. Het leven van de rijken
  25. Het leven van de genotzuchtigen
  26. Het leven van de groten der wereld
  27. Het leven van de beroemdheden
  28. De pelgrim is ontmoedigt inheeft een twistgesprek met zijn gidsen
  29. De pelgrim bezoekt het paleis van Wijsheid, koningin van de wereld
  30. De pelgrim wordt door zijn gidsen aangeklaagd
  31. Salomo verschijnt met groot gevolg in het paleis van Wijsheid
  32. De pelgrim werpt een blik in de geheime oordelen en het bestuur van de wereld
  33. Salomo onthult de ijdelheden en het bedrog van de wereld
  34. Salomo wordt bedrogen en misleid
  35. Salomo’s gevolg wordt uiteengedreven, gevangengenomen en ter dood gebracht
  36. De pelgrim wil de wereld ontvluchten
  37. De pelgrim komt thuis
  38. De pelgrim ontvangt Christus als zijn gast
  39. De pelgrim treedt in binding met de Christus
  40. De pelgrim is als omgekeerd
  41. De pelgrim wordt in de onzichtbare kerk opgenomen
  42. Het inwendige licht van de christenen
  43. De wijsheid van de aan God gewijde harten
  44. De innerlijke wet van de christenen
  45. Alles is licht en gemakkelijk voor het aan God gewijde hart
  46. De heiligen hebben overvloed van alles
  47. De veiligheid van hen die God zijn toegewijd
  48. De ware christenen genieten een volkomen vrede
  49. Het hart van de ware christenen is duurzaam van vreugde vervuld
  50. De pelgrim beschouwt de christenen in verband met hun standen
  51. De dood van de ware christenen
  52. De pelgrim aanschouwt de heerlijkheid Gods
  53. De pelgrim wordt onder de medebewoners van Gods rijk opgenomen
  54. Besluit

BESTEL HET LABYRINT DER WERELD – HET PARADIJS DES HARTEN

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER UTOPIEËN IN DE RENAISSANCE