De pelgrim komt thuis en ontvangt Christus als zijn gast – het begin van ‘Het paradijs des harten’ van Comenius

 

BESTEL HET LABYRINT DER WERELD – HET PARADIJS DES HARTEN

Wat past bij mij? Van wie kan ik leren? Hoe vind ik levensvervulling? Die vragen stelt de hoofdpersoon zichzelf in de allegorische roman van Jan Amos Comenius (1592 – 1670, fakkeldrager van het Rozenkruis 9).  Dit beroemde literaire werk is nog steeds actueel en wordt gekenmerkt wordt door een grote zeggingskracht en een diepe wijsheid. De pelgrim ontdekt op zijn zoektocht door het leven dat duurzaam geluk niet te vinden is in het labyrint der wereld, maar zijn diepste innerlijk, in het paradijs des harten. Het boek ‘Het labyrint der wereld – Het paradijs des harten’ is vanaf 1 september 2023 blijvend afgeprijsd van € 10,00 naar € 5,00. Hieronder volgen de hoofdstukken 37 en 38 waarin de pelgrim thuis komt en Christus ontvangt als zijn gast. 

H E T  P A R A D I J S  D E S  H A R T E N

HOOFDSTUK 37 – DE PELGRIM KOMT THUIS

Het begin van de bekering is het werk Gods

1. Nauwelijks had ik mijn klacht geuit en sidderde nog van schrik toen ik plotseling achter mij een zachte stem hoorde spreken: ‘Keer weer!’ Ik hief het hoofd wat op en wilde zien wie mij geroepen had en waarheen ik mij moest wenden, maar ik zag niemand. Zelfs mijn gids Alweter had mij verlaten.

2. En hoor, daar klonk opnieuw die stem: ‘Keer weer!’ Daar ik echter niet wist waarheen ik moest terugkeren of hoe mij uit mijn onmacht op te heffen werd ik bedroefd. Maar hoor, voor de derde maal riep de stem: ‘Keer weer vanwaar u bent uitgegaan, in het huis van uw hart en sluit de deur achter u!’

Vervolgen eist de bekering ook een toegewijde medewerking

3. Aan deze raad gaf ik, zo goed alsook hem begreep, gehoor. En ik heb goed gehandeld aan Gods stem gehoor te geven ! Maar dit was als een genadegift van Hem. Zo goed ik kon verzamelde ik mijn gedachten, sloot ogen, mond, neusgaten en alle overige toegangswegen tot de buitenwereld en keerde in tot mijn hart, maar zie, daar was alles duister.

Toen ik evenwel met de ogen knipperend wat rondkeek, ontdekte ik bij het schijnsel van een zwakke lichtstraal die door enkele kieren naar binnenviel, boven in de welving van mij kamertje een eigenaardig groot, rond glasvenster. Het was echter zo verontreinigd en bezoedeld dat het nauwelijks enig licht doorliet.

Beschrijving van de verdorven natuur

4. Toen ik bij dit zwakke, sombere schijnsel naar alle kanten rondkeek, zag ik aan de wanden kleine geschilderde portretten hangen, naar het scheen eens door een meesterhand vervaardigd, maar waarvan de kleuren waren verbleekt. Van de afgebeelde personen waren sommige ledematen afgehouwen of afgebroken. Wat naderbij komend las ik de opschriften Voorzichtigheid, Deemoed, Gerechtigheid, Kuisheid, Matigheid en andere.

Midden in het vertrek lagen op een grote hoop en in de grootste wanorde door elkaar geworpen: gebroken en verbrijzelde ladders, gespleten hijsblokken, gebroken touwen, een paar grote vleugels waaruit veren ware getrokken en tenslotte vuurwerkraderen met gebroken en verborgen assen, tanden en stijltjes.

Zij kan door menselijke wetenschap niet verbeterd worden

5. verwonderd vroeg ik mij af waarvoor al deze werktuigen dienden, hoe en door wie zij zo waren beschadigd en hoe zij weer in orde gebracht konden worden. Ik kon hoe ik ook keek en dacht de oorzaak niet vinden, maar de hoop rees dat Hij die mij door Zijn roep in dit vertrek had gebracht mij weer zou toespreken en in al het verdere onderrichten.

Want datgene  waarvan ik hier de aanvang zag bracht mij tot rust, niet alleen omdat het in deze kamer niet zo stonk als in de ruimten die ik eerder in de wereld had doorgewandeld, maar ook omdat hier geen geruis, geratel, geschreeuw, gekraak, getier, onrust of ander geweld werd vernomen. Hier heerste stilte.

HOOFDSTUK 38 – PELGRIM ONTVANGT CHRISTUS ALS ZIJN GAST

Onze verlichting komt van boven

1. Terwijl Ik mij aan mijn gedachten overgaf en wachtte wat er nu gebeuren zou, straalde er plotseling van boven een helder schijnsel. Toen ik mijn ogen ophief zag ik het venster boven mij vol stralend licht en uit die schittering daalde iemand neer, in gestalte de mens gelijk, maar in zijn lichtende luister waarlijk God zelf. Zijn aangezicht straalde buitengewoon, maar toch was de glans voor het menselijk oog te verdragen. Er ging geen verschrikking van uit, maar bezat een liefelijkheid zoals ik in de wereld nooit heb gezien.

Waar de bron van alle licht en troost te vinden is

2. Louter vriendelijkheid en minzaamheid zijnde sprak Hij mij met liefdevolle woorden toe. ‘Welkom, welkom, mijn zoon en dierbare broeder.’ Na deze woorden omarmde hij mij. Tegelijk stortte zich zo’n liefelijke geur in mijn ziel uit en doordrong mij zo’n onuitsprekelijke vreugde, dat de tranen mij uit de ogen vloeiden. Op deze onverwachte welkomstgroet wist ik niets te antwoorden. Vol eerbied en blijdschap keek ik naar Hem op.

Toen Hij mij van vreugde overstelpt zag sprak Hij tot ‘Waar was u, mijn zoon? Waar verbleef u zo lang?  Lang welke weg bent u gegaan ? Wat hebt u in de wereld gezocht’? Troost ? Waar kunt u die anders zoeken dan in God? En waar ergens anders God zoeken dan in Zijn tempel ? En welke andere tempel van de levende God dan de levende tempel die Hij zich heeft toebereid in uw hart?

lk zag u, mijn zoon, toen u dwaalde, maar Ik wilde het niet langer aanzien. Daarom heb Ik u tot u zelf doen inkeren en u in uw innerlijk geleid, want dat heb Ik tot mijn woonstee verkozen. Als u daar met Mij wilt wonen, zult u vinden wat u in de wereld vergeefs hebt gezocht: vrede , troost, ware roem en volkomen geluk. Ik beloof u, mijn zoon, dat u hier niet zoals daar in de wereld bedrogen zult worden.’

Volkomen overgave aan de Heer Jezus

3. Toen ik deze woorden hoorde en begreep dat Hij mijn verlosser Jezus Christus was, van wie ik al eerder in de wereld vluchtig iets had vernomen, vouwde ik mijn handen. Niet zoals in de wereld met vrees en twijfel, maar met innerlijke blijdschap. In volkomen vertrouwen zei ik: ‘Hier ben ik Heer Jezus, neem mij aan, de Uwe wil ik zijn en blijven tot in eeuwigheid.

Spreek tot Uw dienaar en geef het vermogen dat ik U hoor, zeg mij wat U wilt en geef het vermogen dat ik daar genoegen in schep, leg mij lasten op naar Uw wil en geef mij de kracht ze te dragen. Beschik over mij voor elk door U gesteld doelen geef dat ik niet onbekwaam bevonden wordt, beveel  wat U wilt  en geef mij de kracht Uw bevelen te volbrengen. Laat mij niets zijn opdat U alles voor mij zal zijn.’

 

BESTEL HET LABYRINT DER WERELD – HET PARADIJS DES HARTEN

INHOUDSOPGAVE

Woord vooraf
Inleiding
Opdracht aan Baron Karel van Žerotín
Aan de lezer

  1. De beweegredenen van mijn pelgrimstocht door de wereld
  2. De pelgrim krijgt Overalbij als gids
  3. Verbinding sluit zich aan
  4. De pelgrim ontvangt een toom en een bril
  5. De pelgrim ziet de wereld vanaf een hoogte
  6. Het lot verdeelt de beroepen
  7. De pelgrim bekijkt het marktplein der wereld
  8. De pelgrim onderzoekt de echtelijke staat
  9. De pelgrim onderzoekt de handwerkersstand
  10. De pelgrim onderzoekt de stand van de geleerden
  11. De pelgrim onder de filosofen
  12. De pelgrim beschouwt de alchemisten
  13. De pelgrim beschouwt de rozenkruisers
  14. De pelgrim onder de geneesheren
  15. De pelgrim bij de rechtsgeleerden
  16. De pelgrim is getuige van de promotie van meesters en doctoren
  17. De pelgrim leert de stand van de geestelijken kennen
  18. De pelgrim beschouwt het christendom
  19. De pelgrim onderzoekt de stand van de overheden
  20. De soldatenstand
  21. De ridderstand
  22. De pelgrim bi ode schrijvers van nieuwsbladen
  23. De pelgrim beschouwt het slot van Fortuna
  24. Het leven van de rijken
  25. Het leven van de genotzuchtigen
  26. Het leven van de groten der wereld
  27. Het leven van de beroemdheden
  28. De pelgrim is ontmoedigt inheeft een twistgesprek met zijn gidsen
  29. De pelgrim bezoekt het paleis van Wijsheid, koningin van de wereld
  30. De pelgrim wordt door zijn gidsen aangeklaagd
  31. Salomo verschijnt met groot gevolg in het paleis van Wijsheid
  32. De pelgrim werpt een blik in de geheime oordelen en het bestuur van de wereld
  33. Salomo onthult de ijdelheden en het bedrog van de wereld
  34. Salomo wordt bedrogen en misleid
  35. Salomo’s gevolg wordt uiteengedreven, gevangengenomen en ter dood gebracht
  36. De pelgrim wil de wereld ontvluchten
  37. De pelgrim komt thuis
  38. De pelgrim ontvangt Christus als zijn gast
  39. De pelgrim treedt in binding met de Christus
  40. De pelgrim is als omgekeerd
  41. De pelgrim wordt in de onzichtbare kerk opgenomen
  42. Het inwendige licht van de christenen
  43. De wijsheid van de aan God gewijde harten
  44. De innerlijke wet van de christenen
  45. Alles is licht en gemakkelijk voor het aan God gewijde hart
  46. De heiligen hebben overvloed van alles
  47. De veiligheid van hen die God zijn toegewijd
  48. De ware christenen genieten een volkomen vrede
  49. Het hart van de ware christenen is duurzaam van vreugde vervuld
  50. De pelgrim beschouwt de christenen in verband met hun standen
  51. De dood van de ware christenen
  52. De pelgrim aanschouwt de heerlijkheid Gods
  53. De pelgrim wordt onder de medebewoners van Gods rijk opgenomen
  54. Besluit

BESTEL HET LABYRINT DER WERELD – HET PARADIJS DES HARTEN

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER UTOPIEËN IN DE RENAISSANCE