De avond voor Pasen – toelichting op het begin van ‘De alchemische bruiloft van Christiaan Rozenkruis’

 

BESTEL DE ALCHEMISCHE BRUILOFT DEEL 1

Het geschrift De alchemische bruiloft van Christiaan Rozenkruis, dat in 1616 in het Duits in druk verscheen, wordt vaak gezien als het derde en laatste manifest van de klassieke rozenkruisers. Dit verhaal beschrijft in gesluierde vorm een zevenvoudige weg van inwijding die Christiaan Rozenkruis gaat in symbolische zeven dagen. De hoofdpersoon ontvangt op de eerste dag op de avond voor Pasen de uitnodiging voor een koninklijke bruiloft, waartoe hij zich nog niet waardig weet. Zijn opdracht is te werken aan de alchemische bruiloft van zijn vernieuwde ziel (de bruid) met de goddelijke geest (de bruidegom) en deze weg ook voor zijn medemensen toegankelijk te maken.

Jan van Rijckenborgh (fakkeldrager van het Rozenkruis 21) publiceerde een Nederlandse vertaling en schreef er uitgebreide commentaren bij die gepubliceerd zijn in twee boekdelen, en die ook voor mensen van nu die de weg van innerlijke transformatie willen gaan van groot belang zijn. Hieronder volgen achtereenvolgens hoofdstuk 1, het woord vooraf en  de inhoudsopgave.

  1. DE AVOND VOOR PASEN

Het verhaal van De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis begint op een avond voor Pasen. Daar moet ieder dergelijk verhaal mee beginnen. U weet, Pasen is het opstandingsfeest. Het wordt omstreeks 21 maart gevierd, als de zon het lenteteken (Aries , Ram) binnenkomt. Men kan dus dit opstandingsfeest zuiver als een feit van natuurherrijzenis zien. De winter is voorbij, de lente is gekomen. En dus viert alles feest, al sinds miljoenen jaren. Men kan zich dat voorstellen. Natuurlijk wordt het feest van verschillende religieuze etiketten voorzien, want als men feest viert moet er dank worden gebracht aan de goden.

In onze tijd viert men het paasfeest in de diverse kerken met veel gepraat over de opstanding van Christus. Doch al die mensen in de kerk denken daarbij óf aan een historisch feit: lang geleden is Christus uit de dood herrezen, óf, op de achtergrond van hun bewustzijn, aan het wachtende krentenbrood, de eieren, lekkere maaltijden enzovoort. Allen zijn dus gegrepen door een natuurgebeuren waaraan niemand ontkomt.

De aanhef van De alchemische bruiloft bedoelt evenwel iets geheel anders. Iedere mens is onophoudelijk bezig zich gereed te maken voor een opstandingsfeest. Iedere mens maakt zich gereed of droomt over de toekomst, over zijn of haar toekomst, een toekomst die dus zuiver dialectisch, maatschappelijk, gezien wordt. De mens moet dat, omdat hij nu eenmaal hier is. Hij bevindt zich in deze wereld, en aangezien deze tijdruimtelijk is, moet iedere mens zich dagelijks voorbereiden op een toekomst. Het gisteren is vandaag veranderd in het heden, het heden zal zich over enige uren wijzigen in het morgen. Daar ontkomt niemand aan. Maar als u niets anders zou bezitten dan deze toekomstverwachting in de tijdruimtelijke wereld, zou u straatarm zijn.

C.R.C. spreekt niet eens over de dagelijkse dialectische herrijzenis. Hij is gericht op de herrijzenis in het nieuwe levensveld, op het oorspronkelijke leven, op dát leven waarop ook de moderne Geestesschool gericht is. Als een mens dit verlangen heeft, is het feitelijk iedere dag ‘de avond voor Pasen.’ Want als hij een dergelijk verlangen heeft, dan weet hij dat eenmaal die dag zal komen. Dit kan van dialectische verlangens lang niet altijd gezegd worden; daarom is er zoveel strijd in deze wereld.

Maar vele leerlingen van de Geestesschool koesteren – naast al het gewone, natuurlijke, en tijdens het vervullen van de gewone levensplichten, die onontkoombaar zijn – het superieure verlangen van het binnengaan in het nieuwe leven. Daarom is het bij hen steeds ‘de avond voor Pasen’. Voor zulke leerlingen heeft deze gerichtheid in het actuele nu een zeer bijzonder aanzicht. Zij weten dat zij door de School geroepen worden toe te treden tot het gnostieke rijk. Dit rijk is natuurlijk niet slechts de School in haar algemene, uiterlijke aanzicht, maar speciaal de tempel der mysteriën, de tempel of het nieuwe astrale veld van het zielenrijk, een tempel die verbonden is met de Innerlijke School, een tempel die door haar opnieuw opgericht is.

Iedere leerling kan nu weten dat hij door de nieuwe tempel der mysteriën geroepen wordt. Bovendien kan hij weten dat deze roeping een zeer persoonlijk karakter zal verkrijgen. Na de algemene roep als leerling te hebben gehoord, gaat het er dus om, zich op deze persoonlijke roep voor te bereiden. Deze persoonlijke voorbereiding wordt door C.R.C. ‘het, mét zijn paaslam, bereiden van een ongezuurde, reine koek’ genoemd.

Als u dit nieuwe actuele verlangen kent, als u daar iets van bezit, dan weet u dat er ook een zoeken is om dit verlangen te bevredigen. Uit ieder verlangen ontstaat een streven naar bevrediging, naar vervulling. Iedere mens die dit superieure andere verlangen en dit zoeken kent, de mens bij wie het steeds ‘de avond voor Pasen’ is, is dus ook steeds bezig, mét zijn dierbaar paaslam, een kleine ongegiste reine koek te bereiden. Als hij iets van dit verlangen kent en dientengevolge ook steeds tracht zijn verlangen naar vervulling te bevredigen, ondervindt hij bij zijn pogingen het doel te bereiken steeds veel teleurstellingen.

Het gelukt niet zo direct. Deze teleurstellingen zijn nodig om te leren wat er niet en wat er wel dienstig is. Zo ontstaat er purificatie, reiniging. Na veel pogingen een ‘reine koek’ te bereiden, zal dit op een gegeven moment opeens gelukken. Het gnostieke licht raakt u, als leerling, aan en het vermengt zich met de dialectische krachten. Dientengevolge ontstaat er altijd een gistingsproces. Het is dus uw opgave, zonder zulk een gistingsproces te veroorzaken, met de gnostieke lichtkracht een nieuwe levensbasis te vormen.

Door volharding in het pogen komt er opeens een antwoord op dit zoeken, op al deze gevolgen van het superieure verlangen: er steekt een verschrikkelijke wind op, die de kandidaat doet denken, dat de berg waarin zijn huisje uitgehouwen is, door het grote geweld uit elkaar zal springen.

Wat deze storm te betekenen heeft, moet u goed inzien. Het gaat hier om een magnetische storm. Iedere mens leeft in en uit een magnetisch veld, uit een astrale kracht. De storm waar het hier om gaat, heeft betrekking op het binding krijgen met, op het onder de invloed komen van een ander magnetisch veld, welks radiaties volkomen tegengesteld zijn aan die van de gewone natuur. Dit is een zeer merkwaardige en dikwijls een uiterst benauwende ervaring. 

De radiaties van het andere magnetische veld nemen wij op met het hart. Zij trillen en golven door ons heen met een kracht die steeds in overeenstemming is met onze bloedszuiverheid, met de mate van zuiverheid van ons bedoelen. Dat geschiedt niet eenmaal, doch meermalen, zoals ook uit het verhaal van C.R.C. blijkt: net is niets nieuws voor hem. Daarom staat er ook dat hij niet meer beangst is. Zij, die deze magnetische storm voor de eerste maal ondergaan, zijn soms dermate beangst, dat zij het pure verlangen in zich doden of terugdringen en daardoor een zeer ongelukkig leven hebben.

Bij voortgezet pogen vindt zulk een aanraking vele malen plaats en trekt zich dan weer terug. Vele malen steekt er dus zulk een storm op en neemt weer in kracht af. Doch als een zoeker naar nieuw leven zich steeds zuiverder afstemt op het doel van zijn superieure verlangen, komt er een moment dat de storm opsteekt en blijft, niet meer te stillen is. De radiaties van het nieuwe magnetische veld verlaten hem dan niet meer. Zij zijn bij voortduring om hem en in hem en nemen de leiding van zijn leven. Van dat moment af heeft hij met twee magnetische velden te maken.

De nieuwe invloed wordt de Virgo Lucifera genoemd, de lichtdragende Jonkvrouw, omdat, als zij tot een blijvende aanraking geworden is, uit deze invloed in de nieuwe tempel het nieuwe leven geboren moet worden. Voor het zover is, moet er echter nog heel wat gebeuren. Maar de basis is er thans, de mogelijkheden zijn aanwezig, en daarom wordt het binnengaan in deze tempel voorgesteld als het ontvangen van een uitnodiging, waaraan men dan voldoen kan.

In velerlei zin hebben alle leerlingen van de Geestesschool deze uitnodiging ontvangen. Velen van hen hebben, krachtens hun leerlingschap, een uiterlijke uitnodiging ontvangen, die niettemin een binding betekent. Velen van hen kennen het geweld van de bedoelde magnetische stormen en zij kunnen spreken van het bezit van een innerlijke uitnodiging. Doch hoe het ook zij, allen die aan het nieuwe leven deel willen krijgen, hebben zich op korte termijn voor de uitnodiging gereed te maken. Want de tijd is daar!

WOORD VOORAF

Het is vanzelfsprekend dat wij, nu wij ons opmaken tot het puliceren van een verklaring van De alchemische bruiloft van Christiaan Rozenkruis, met onze gedachten verwijlen bij Johann Valentin Andreae (fakkeldrager van het Rozenkruis 8), de auteur van dit werk der klassieke Rozenkruisers. Andreae en zijn arbeid dragen de signatuur van een fakkeldrager, wiens licht ook nu nog naar alle kanten straalt. En steeds wanneer een nieuw licht in dienst van het grote mensheidsbevrijdende werk moet worden uitgedragen in de wereld, zal het worden ontstoken en toegevoegd aan de nimmer dovende vlam van de aloude kandelaar.

Indachtig dit feit zijn wij vervuld van innige dankbaarheid, waarschijnlijk voor het eerst in de historie de boodschap des heils, waaraan Johann Valentin Andreae in zijn werk op zo ingenieuze wijze gestaltenis gaf, thans, nu de tijd gekomen is, van haar sluiers te mogen ontdoen. Wij bieden dit werk aan al degenen aan die naar deze levende kennis van het concrete pad van verlossing hunkeren en zich haar waardig willen maken. Mogen dit er zeer, zeer velen zijn, een menigte die niemand tellen kan!

J. van Rijckenborgh

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord

De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis (de eerste dag tot en met een deel van de derde dag)

Inleiding

  1. De avond voor Pasen
  2. De uitnodigingsbrief
  3. Het besef van eigen onwaardigheid bij C.R.C.
  4. Het reddende koord
  5. C.R.C. voorbereiding tot de reis
  6. De vier wegen
  7. De ontmoeting met de duif en de raaf
  8. Blijf verre van hier zo gij onwaardig zijt!
  9. De zes lantaarns
  10. De tempel van het oordeel (1)
  11. De tempel van het oordeel (2)
  12. De stroom van het volmaakte getal
  13. De weegschaal en het oordeel
  14. De zeven gewichten (1)
  15. De zeven gewichten (2)
  16. De vier rozen
  17. De zes vonnissen
  18. De maaltijden van het oordeel
  19. De plaats des oordeels
  20. De voltrekking ver vonnissen (1)
  21. De voltrekkingen der vonissen (2)
  22. De eenhoorn, de leeuw en de duif
  23. De Phoenix
  24. De adelaar, de griffioen en de valk
  25. Het astrale criterium
  26. De koninklijke bibliotheek in de grafkamer
  27. Het uurwerk en de globe

Nabeschouwing, vernieuwing en genezing
Woordverklaring

Bron: De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis deel 1 door J. van Rijckenborgh

BESTEL DE ALCHEMISCHE BRUILOFT DEEL 1

LEES MEER OVER DE MANIFESTEN VAN DE ROZENKRUISERS EN COMMENTAREN DAAROP