Het taoïstisch midwinterritueel – online programma – deel 2 van 9
Vijf tempels
25 december 2022
DEEL 1 – DEEL 2 – DEEL 3 – DEEL 4 – DEEL 5 – DEEL 6 – DEEL 7 – DEEL 8 – DEEL 9
In den beginne
maakte de Gele Voorvader zichzelf tot een vorm.
Deze had vier gezichten,
maar was geschaard rond één hart.
Vanuit dit midden
drong hij door naar alle windrichtingen.
Uit het geschrift van De Gele Keizer
In het taoïsme staat het besef centraal dat alles in deze wereld is voortgekomen uit
werelden van tijdloze energie-zonder-vorm. Deze energie krijgt in onze tijdelijke universum vorm. De werelden van energie zonder vorm worden tezamen ook wel ‘hemel’ genoemd, en onze wereld van energie mét vorm ’aarde’. Hemel en aarde dienen op elkaar afgestemd te worden. Dit is mogelijk doordat de kracht die van Tao uitgaat – de Teh – in al het bestaande ‘in het midden’ is.
Energie heeft bewustzijn, of juister gezegd: energie is bewustzijn. Regelmatig daalt een energieconcentratie met hoog bewustzijn vanuit de hemel af naar de aarde en neemt daar een stoffelijke vorm aan. Zo een was ‘De Gele Voorvader’ uit bovenstaand citaat. Daarmee wordt de legendarische ‘Gele Keizer’ bedoeld. Hij regeerde over het Chinese rijk circa drieduizend jaar voor onze jaartelling. Tegelijkertijd ging hij namens zijn volk de Weg tot Tao.
Vanuit het mysterie in het midden verbond hij de kracht die daarvan uitgaat met zowel de vier windstreken als de vier seizoenen. Deze vier – geschaard rondom het ene hart – vormden de basis van zijn arbeid voor zijn volk. Vanuit de Hemel daalde hij af naar de aarde om zijn volk te verheffen zodat dit vanuit de aarde op kon stijgen naar de Hemel. De Gele Keizer was de eerste ‘Zoon des Hemels’. Na hem volgden nog vele anderen.
In de eerste regels van vers 15 van de Daodejing wordt over hen gesproken:
Zij die in de oudheid bedreven waren in Tao
konden diep in het mysterie doordringen
zo diep dat je het niet kunt kennen.
Zij waren zó diep, dat het niet is te begrijpen.
Maar zou ik gedwongen zijn hen te omschrijven,
dan zou ik het volgende zeggen: . . . . .
Van oudsher bewoonde de Zoon des Hemels een toren. Daarin bevond zich een poort die symbolisch gezien de aarde met de hemel verbond. In Beijing bestaat zo’n poort nog steeds en is bekend als ‘Tiananmen‘: De Poort van de Hemelse Vrede (tiān betekent hemel; ān vrede en mén = poort).
De Poort maakt deel uit van het wereldberoemde ‘Plein van de Hemelse Vrede’ (dat overigens naar de Poort is genoemd). Hier woonden gedurende vele eeuwen de ‘Zonen des Hemels’. Dit bleef zo totdat de laatste in 1912 op twaalf jarige leeftijd af moest treden. Maar de Poort van de Hemelse Vrede bleef tot op heden bestaan.
De spirituele betekenis van deze poort en zijn bewoner blijkt uit de oorspronkelijke naam van de poort, deze luidt: ‘Dit is de woning van hem die het mandaat van de Hemel heeft ontvangen; hij vermag het de Poort van de Hemel te dragen’.
De Poort werd door ingewijden gezien als een verborgen trap die de Hemel met de Aarde verbindt. Bij zijn geboorte in de stof daalde de Zoon des Hemels deze trap af om zijn Hemels Mandaat voor zijn volk te vervullen. Nadat hij zijn stoffelijke vorm verliet besteeg hij de trap. In zijn plaats daalde na verloop van tijd een volgende Zoon des Hemels af naar de aarde.
Aan weerskanten van de Poort staat een tien meter hoge zuil met bovenin een schotel om dauw in op te vangen. De dauw symboliseert de genade die de Zoon des Hemels vanuit de Hemel ontving, en van waaruit hij zijn werk op aarde kon verrichten. De zuilen staan bekend als: ‘Het ontvangen van genade uit de Hemel’.
Over de eigenschappen van de ‘Zonen des Hemels wordt in de volgende regels van vers 15 uit de Daodejing het volgende gezegd:
Hoe behoedzaam waren zij!
Alsof je in de winter een grote rivier doorwaadt.
Hoe alert waren zij!
Als een die bang is voor alle buren.
Hoe ingetogen geconcentreerd waren zij!
Als een gast.
Hoe ontdooid waren zij!
Als ijs dat op het punt staat te smelten.
Hoe oprecht waren zij!
Als een stuk ongekorven hout.
Hoe open waren zij!
Als een dal.
Hoe warrig waren zij!
Als troebel water. . . .
Daodejing 15
Overal in de kosmos zijn de krachten werkzaam van het ontvangende Yin en het uitstralende Yang. Deze werken met elkaar samen. Bij ons op aarde drukken zij zich uit in bijvoorbeeld de vier seizoenen. Rondom de ‘Poort van de Hemelse Vrede’ in Beijing staan vier Tempels, in iedere windrichting één. Iedere Tempel is verbonden met één van de vier seizoenen.
Aan het begin van ieder seizoen vertrok de Zoon des Hemels vanuit de Hemelpoort in het Midden naar één van deze vier Tempels. Daar voltrok hij voor zijn volk een specifiek ritueel. Oorspronkelijk had dit een spirituele betekenis, later werden er ook dieren geofferd en werd er gebeden voor een goede oogst.
De Noord-Zuid as op aarde symboliseert de verbinding tussen Hemel en Aarde. Deze verbinding bestaat uit de kracht die tussen Yin en Yang stroomt, opdat alles wat op Aarde leeft zich door een proces van transformatie kan verheffen tot de Hemel.
In Beijing staat op het noorden van deze as de Tempel van de Aarde en op het zuiden ervan de Tempel van de Hemel. Op onze planeet aarde straalt de kracht tussen Yin en Yang uit via de Zon en de Maan. Beide transformeren de hoge energie van Yin en Yang naar de lagere energie van de aarde. In Beijing staan op deze as de Tempelcomplexen die gewijd zijn aan de Zon en de Maan.
Rond 21 maart zijn overal op aarde dag en nacht even lang; de maart-equinox. Yin en Yang zijn gelijk aan kracht. De oude wijzen bouwden in het westen van Beijing de Tempel van de Maan. Daarin voltrok de Zoon des Hemels op 21 maart een ritueel waarin hij de energie van de geestelijke Zon verbond met die van de Maan op basis van het mysterie in het Midden. De kracht ervan straalde hij uit over mens en wereld.
Op 24 juni valt de langste dag op het noordelijk halfrond. Het lichte Yang is op zijn hoogtepunt. Dit is de periode van het jaar waarop de mensen het meest op de wereld zijn gericht. In Beijing voltrok de Zoon des Hemels op 24 juni in de Tempel van de Aarde een ritueel waarin hij op basis van het mysterie in het Midden zowel Aarde als mens verbond met de Hemel.
Rond 23 september zijn op aarde opnieuw overal dag en nacht even lang; de september equinox. Yin en Yang zijn opnieuw gelijk aan kracht. Ieder jaar voltrok de Zoon des Hemels op 23 september in de Tempel van de Zon een ritueel waarin hij de energie van de geestelijke Maan verbond met die van de Zon. Ook dit deed hij op basis van het mysterie in het Midden.Deze eenheid spreidde hij uit over mens en wereld.
Rond 20 december valt de kortste dag op het noordelijk halfrond. Het donkere Yin is dan op haar hoogtepunt. Yin is ontvankelijke energie. In deze tijd van het jaar staan aarde en mens het meest open voor het ‘donkere’: het verborgen Tao. De Zoon des Hemels voltrok daarom op die dag een belangrijk ritueel in de speciaal hiervoor gebouwde ‘Tempel van de Hemel’ te Beijing. Dit vormde het hoogtepunt van zijn spirituele arbeid en was eveneens gebaseerd op het mysterie in het Midden.
We eindigen met de laatste regels van vers 15 van de Daodejing.
Wie kan troebel water – door het tot rust te brengen –
langzaam helder maken?
Wie kan de rust – door deze te activeren –
langzaam tot leven brengen?
Wie Tao bewaart, wenst niet te overstromen.
Juist omdat hij niet overstroomt,
kan hij oud en steeds weer nieuw worden
Daodejing 15