Taoïsme, de weg om niet te volgen – boek van Patricia de Martelaere

BESTEL TAOÏSME, DE WEG OM NIET TE VOLGEN

Het taoïsme wordt alom erkend als een van de hoofdstromingen van de klassieke Chinese filosofie. Maar wordt het ook begrepen? De prachtige, poëtische en vaak paradoxale teksten hebben aanleiding gegeven tot tal van interpretaties van obscure en esoterische studies tot populaire managementhandboeken. In deze inleiding tracht Patricia de Martelaere aan de hand van fragmenten uit de belangrijkste teksten de centrale vragen van Lao Zi en Zhuang Zi filosofisch te doorgronden.’

Wat moet een mens doen om echt ‘groot’ te zijn? Wat kenmerkt de echte leider? Hoe bereiken we onsterfelijkheid? Geluk? Hoe verhouden lichaam en geest zich? Welke weg (tao) leidt naar deugd en menslievendheid? Welke weg moeten wij volgen? Of bestaan wij juist te meer wanneer wij de weg niet doelbewust volgen, maar ‘meegaan met de stroom’?

‘Taoïsme’ is het eerste deel in de reeks Oosterse filosofie, een reeks voor een groot publiek. Hieronder volgen het begin van de inleiding en de inhoudsopgave.

INLEIDING

Mijn eerste kennismaking met het taoïsme was niet theoretisch, maar praktisch. Het was op basis van mijn innerlijke fysieke gewaarwordingen bij het beoefenen van taijiquan – de trage gevechtskunst die je soms mensen in parken ziet beoefenen – dat ik geïnteresseerd raakte in wat zich precies in mij afspeelde, en in de manier waarop mijn gedachten en gevoelens verbonden bleken met elementaire lichaamsbewegingen.

Als theorie had ik in eerste instantie geen behoefte aan ‘het taoïsme’; in de westerse filosofie is immers al keuze genoeg uit een uitgebreid gamma van de meest diverse theorieën. Al wat denkbaar is, zal al wel door ons zijn bedacht, dacht ik. En zelfs voor de Tao als het Ondenkbare hebben we in onze eigen geschiedenis wel een paar benaderende equivalenten (Nietzsche, Heidegger, Wittgenstein …) Het grote verschil is echter dat wat voor ons een theorie is, in het taoïsme onlosmakelijk verbonden is met een bepaalde lichaamservaring en – nog belangrijker – met specifieke technieken om het bereik van deze ervaring te veranderen en het lichaam te ‘transformeren‘. Vandaar dat sinoloog Kristofer Schipper in zijn boek Tao. De levende religie van China onomwonden durft te stellen dat wie taijiquan beoefent ‘vanzelf’ weet waar het in het taoïsme om gaat. Toch moet ook deze uitspraak worden genuanceerd of op zijn minst op de juiste manier worden begrepen. Er zijn immers mensen die jarenlang intensief taijiquan beoefenen zonder tot enig besef te komen van waar het in taijiquan zelf, laat staan het taoïsme – om gaat.

Natuurlijk geldt dit in zekere zin voor alles wat mensen doen: sommigen zijn er onmiddellijk in thuis, anderen brengen er nooit iets van terecht. Maar met taijiquan is iets bijzonders aan de hand: mensen kunnen leren de uiterlijke bewegingen correct uit te voeren zonder dat dit daarom ’taijiquan’ zal zijn. Taijiquan wordt niet voor niets een innerlijke gevechtskunst genoemd: de actie speelt zich wezenlijk binnenin af, en in de laatste instantie komt de actie hierop neer, dat men in werkelijkheid niet langer iets doet. En dat is op zich een centrale gedachte in het taoïsme: wu wei (niets doen) of wei wu wei (het beoefenen van het niets doen). ook vele andere thema’s of voorschriften uit het taoïsme, die zuiver filosofisch moeilijk te begrijpen zijn, zijn van binnenuit begrijpelijk voor wie taijiquan (op die manier) beoefent. : het vinden van de mysterieuze poort’, het leegmaken van het hartbewustzijn, het ademen vanuit de hielen.

Om die reden ging ik ervan uit dat het taoïsme geen filosofie was en ook niet als zodanig diende te worden begrepen. Toen ik het aanbod kreeg om er een boek over te schrijven, stond ik daar aanvankelijk wat huiverig tegenover. Zoals velen voor mij had ik mij laten strikken door de mystieke impact van de borende openingszin van de Daodejing: ‘De Tao waarover men kan spreken is niet de eeuwige Tao.’ In combinatie met Wittgensteins eveneens beroemde slotzin van Tractatus Logico-Philosophicus ‘Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen’ (Lao Zi: Zij die weten, spreken niet) droeg bij tot mijn weerzin om ook dit domein weer ‘wetenschappelijk’ te gaan analyseren en in louter verstandelijke termen begrijpelijk te maken.

Zoals de lezer kan zien, is deze weerzien niet blijven voortbestaan – meer zelfs, hij sloeg om in zijn tegendeel en maakte plaats voor enthousiasme, een heropleving van ergernis niet te na gesproken toen ik de meest wetenschappelijke van wetenschappelijke studies doorworstelde. Maar over het algemeen raakte ik geïntrigeerd en zelfs gefascineerd door wat het taoïsme theoretisch (ik bedoel: in boekvorm) te bieden heeft, en meer en meer begon ik de aangehaalde thema’s in hoge mate filosofisch interessant te vinden.

INHOUDSOPGAVE

Inleiding

Proloog: Het is Chinees

  • De taal
  • De geneeskunde
  • Filosofie?

Groot en klein – en het Allerhoogste

  • De grote vogel Peng en het musje
  • De Gele rivier en de Noordelijke Oceaan
  • De Gelijkmaking der dingen

Het lichaam en zijn gevoelens

  • Lang leven en onsterfelijkheid
  • Geluk
  • Gevoelens en zintuigen

Deugd en menslievendheid

  • Tao en Te
  • Tao en taal

Dao De Jing

  • Gemakkelijke woorden
  • Voor het begin
  • Een onbehouwen blok
  • De kracht van zwakheid
  • Besturen zonder bestuurder

Epiloog
Bibliografie

BESTEL TAOÏSME, DE WEG OM NIET TE VOLGEN

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER TAOÏSME, UITGEGEVEN DOOR ROZENKRUIS PERS