Waarachtig zijn – een gedeelte uit ‘Volmaakt Licht’ van Peter Huijs

 

BESTEL VOLMAAKT LICHT

Volmaakt Licht, essays over de wetenschap van de ziel gaat beeldend in op de achtergronden van een groot aantal individuele menselijke kenmerken, die door de geschiedenis heen belangrijk zijn geweest bij de ontwikkeling van het denken. Peter Huijs toont aan dat geest, geestkracht het begin van de schepping is en dat de mens door onrust gedreven wordt, tot het moment dat hij deze kracht van de geest begrijpt en met begrip– gnosis– toepast. De vele innerlijke conflicten verliezen dan hun dwangmatig karakter. De mens wordt eenvoudig, spiritueel ‘gezond’, en herkent het grootse verband waarin hij staat. Leven, zijn en bewustzijn vallen samen en de gescheidenheid is opgeheven. Vanaf 1 augustus 2023 wordt het boek blijvend in prijs verlaagd: van € 19,50 naar € 10,00 . Hieronder volgt een gedeelte uit het hoofdstuk ‘Waarachtig zijn’.

Søren Kierkegaard schreef in 1846: ‘Al zijn wij mensen slechts schadu­wen, zoals wel eens gezegd wordt, Hij evenwel is eeuwige helderheid in eeuwige onveranderlijkheid. Al zijn wij schaduwen die voorbijglijden, let goed op jezelf, o mijn ziel, want of je wilt of niet, je zult de eeuwig­heid ontmoeten, Hem ontmoeten, en Hij is eeuwige helderheid.

En het is niet zozeer dat Hij de rekening bijhoudt, veel meer is Hijzelf de balans. Er wordt wel eens gezegd, dat we de rekening bij moeten houden, alsof we ook maar de tijd zouden hebben om boek te houden, en ook, alsof we niet bedolven zouden worden onder de enorme hoeveelheid details, die het ons onmogelijk maakt om de balans ooit af te sluiten.

Maar elk moment is de rekening compleet! Want de onveranderlijke hel­derheid van God is de balans, compleet tot op het kleinste detail, bijge­houden door Hem die eeuwig onveranderlijk is, en niets vergat van al de dingen die ik vergeten ben, en die ook niet, zoals ik, sommige dingen anders onthoudt dan ze werkelijk waren.

Er is een zuivere vrees en beven in deze gedachte van de onveranderlijk­heid van God. Alsof het bijna ver en ver buiten de macht van welk menselijk wezen dan ook zou zijn om een binding met zo’n onveranderlijke macht te onderhouden. Alsof deze gedachte een mens zoveel onrust en angst in zijn geest zou drijven dat die hem tot de grens van de wanhoop zou voeren.’

Nog steeds volgens Kierkegaard: ‘Maar het is ook waar dat er rust en geluk in deze gedachte schuilt. Het is waar dat, als jouw tijde­lijke en aardse veranderlijkheid zwaar is en beladen met menselijke onstandvastigheid en je vermoeid bent van je eigen verwardheid, je je een plek wenst waar je ziel rust en volledig herstel vindt.

En het is waar: in de onveranderlijkheid van God is rust! Als je dus toelaat dat deze onveranderlijkheid je, naar Zijn wil, geheel tot je eeuwig geluk dient; als je jezelf onderwerpt aan de discipline ervan, zodanig dat je eigengereide wil – waardoor de verandering in hoofdzaak plaatsvindt – ondergaat en sterft; als je je overgeeft om als een gehoorzaam kind door Zijn onveran­derlijke wil onderricht en geleid te worden, om je onstandvastigheid en grilligheid achter je te laten, dan zul je standvastig worden en steeds zekerder in de onveranderlijkheid van God. Want de gedachte van Gods onveranderlijkheid is een gezegende gedachte – wie kan daaraan twijfe­len? Maar let erop dat je geest zo wordt dat hij gerust in deze onverander­lijkheid durft te verblijven!’

Einde citaat van Kierkegaard.

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN EN OVER KIERKEGAARD

Dat is het bijzondere van de waarheid: zekerheid, onvergankelijkheid, een rots, een thuis zelfs. Alle kennis is vergankelijk, maar er is een waar­heid, onveranderlijk, als een rots. De golven van de zee spoelen over het strand. Vergeleken met de mensen duurt die zee al eeuwig. Wij mensen duren immers kort. De zee geeft de mens vertrouwen, maar ook een gevoel van betrekkelijkheid. Zeker wat betreft het weten, de kennis.

Op verschillende niveaus, waarvan het bereiken geheel afhankelijk is van de bewustzijnsontwikkeling van de mens, blijft men te allen tijde leer­ling. Vandaar dat je in de literatuur over dit onderwerp altijd leest over scholen, ‘scholing’, ‘onderwijs’ en het ‘passeren van drempels’, als een soort van ‘bewustzijns’-examens. Het onderricht op het hoogste niveau van een dergelijke school bestaat uit de uitwisseling van het licht van de waarheid met het abstracte den­ken, waartoe de ziel op dat niveau in staat is.

Van daaruit splitst het licht van de waarheid zich in andere vormen. Overal wordt het leerling zijn van een school die de leer van het esoteri­sche christendom onderricht, gezien als een voorrecht. Het leven is bedoeld als leerschool. Wie niet meer leert, ontwikkelt zich niet meer. De eenvoud van een ontvankelijke mens is daartoe een vereiste. Wie niet waar is, krijgt geen toegang tot een innerlijke scholing.

Maar wat wordt met waar bedoeld? Oprechtheid? Wat is een ware mens? Het is moeilijk om waar te zijn. Hoewel waarheid onveranderlijk is, is de mens veranderlijk. Waarheid is abstract, het is één, terwijl de mens samengesteld is. Waarheid heeft geen doelen, een mens heeft die altijd. De broederschap van mensen – van onsterfelijke zielen – roept een mens tot het hogere verband, tot een bewuste sprong in het grote zieleleven. Dit kan alleen door te beseffen, dat het leven er is om te leren, om levens­ervaring op te doen. Voordat men zich dat realiseert, blijft het ‘leven’ een onbereikbaar ideaal, omdat men niet over inzicht kan beschikken. Wie niet in staat is op deze wijze te leren, en toch naar het geestelijke leven verlangt, is een mysticus.

Wie echter wel voortdurend wil leren en dus door de school van het leven gecorrigeerd wil worden gaat een stap ver­der, tot hij zich op een gegeven moment herkent in de gnostieke idee. Het verschil tussen een mysticus en een gnosticus is: De mysticus neemt genoegen met het voortbrengen en doorgeven van liefdekracht, in dienst van Christus. De gnosticus echter gaat bewust bij die kracht in dienst. Zijn liefde en leven richt hij naar die kracht. Er is iets dat hem daartoe aan­spoort, en hij wil en moet daarom doordringen in het mysterie van zijn bestaan. Dan zoekt hij de gnosis van de dingen achter de sluier.

INHOUDSOPGAVE

Ten geleide

Proloog: Prometheus en Epimetheus

Deel l Aarde – Maan – Zon
Plato’s feest. Aardesfeer en zonneleven
De maan: de religies van de wederkeer
De levende gnosis
De eerste beweging

Deel II Tijd
Een modern paradijsbeeld
Evolutie maar dan anders
Wereldleraren, gezondenen en scholen

Deel III Mens
Natuurbrand en geestesbrand
De religies van de mens
Heb je iets aan geloof?
Waarachtig zijn

Deel IV Verandering
De vreemdeling
Handreiking aan het westen
De alchemie van geest en ziel

Deel V Opstanding
Over opstanding nu
Valentinus’ verhandeling over de opstanding

Deel V Bijlagen
Bijlage I – Evolutie maar dan anders: Johann Arndt
Bijlage II – Rusland
Bijlage III – Alchemie, de techniek van het proces

Literatuur

Colofon

BESTEL VOLMAAKT LICHT

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN PETER HUIJS