Vier gedichten over de lente uit het boek ‘Wat je zoekt zoekt jou’ over Rumi van Kader Abdolah, spreker op symposion

BESTEL WAT JE ZOEKT, ZOEKT JOU

Van de 92 gedichten van Rumi die Kader Abdolah heeft opgenomen in deel II van zijn nieuwste boek met de titel Wat je zoekt zoekt jou, gaan er vier over de lente. De teksten daarvan zijn hieronder weergegeven. De bekende schrijver kwam spreken op het symposion Ode aan het verlangen dat Stichting Rozenkruis organiseerde op zondag 21 mei 2023 op het conferentiecentrum Renova in Bilthoven.    

30 DE LENTE, DE MAGIËR

Ik richt me tot jullie!
Jullie die verliefd zijn!
Verliefden!
Vandaag verander ik gewone stenen
tot edelstenen voor jullie.

Ik richt mij tot jullie!
Jullie! Muzikanten!
Vandaag stop ik een handjevol goud in jullie handen.

Ik richt mij tot jullie!
Jullie die dorst hebben
Vandaag ben ik een waterdrager
Deze droge lege kruik zal ik
keer op keer
met het water van een rivier in het paradijs
vullen.

Ik richt me tot jullie!
Jullie die geen dak boven jullie hoofd hebben.
Jullie die zo moe en verdrietig zijn
Vandaag ben ik in staat om
problemen te ontrafelen
Ik zal ieder van jullie tot een koning maken.
een blijde koning in een paleis.

Ik richt me tot jullie!
Jullie tovenaren!
Jullie alchemisten!
Kijk wat ik doe!
Vandaag ben ik de magiër der magiërs.
Ik kan honderd vuurtempels
in een gebaar tot moskeeën omtoveren
En elke balk, elke galg tot een lessenaar.

Ik richt me tot jullie!
Jullie ongelovigen!
Ik ruim jullie drempel tot het geloof
met een bevel uit de weg.
Want vandaag regeer ik als een machtige heerser.
Ongelovigen maak ik gelovig.
Gelovigen ongelovig.

Ik richt me tot jullie!
Tot jou!
Je was een druppel.
Je werden mens, zo mooi,
zo harmonieus
O! Mens!
O! Dierbare!
Kom vandaag even langs.
Ik zal je nog harmonieuzer
en nog mooier maken.

Ik richt me tot jullie!
Jullie wintertuinen die ongeduldig
ode komst van bloemen wachten!
Kom!
Kom! En haal armen vol bloemen uit mijn tuin!
Want vandaag ben ik de lente
Ik zal bosjes vol geurige basilicum
naast je leliën zetten.

O! Jij! De alwetende!
Je hebt verstand van alles!
Jij bent de koning!
Jij bent de gevende
Ik stop hier!
Ik zwijg!
Ik bewonder!

40 DE LENTE KWAM ERAAN

De koude maanden gingen voorbij.
De lente
kwam eraan.

De kleurige bloemen keerden terug naar de tuin.
Ook de geliefden
kwamen eraan

De pijn van de kou verdween
Ook de rook van de kachels.
De rode rozen op de takken
kwamen eraan.

Onze zon staat in Ram
Om weer aan iedereen gouden muntjes te geven
die groot gevende
kwam eraan.

Eisende en gevende!
Beminner en beminde!
Kijk naar die bloemen!
De tijden van omarmen en kussen
kwamen eraan.

Overal staan de weilanden vol bloesems.
De boer zaait
De angst voor een dodelijke vorst is geweken.
een zachte wind woei
een heerlijke muskusgeur
van de navel van de jonge herten
kwam eraan.

Alles wat gestorven was, kwam weer
tot leven in de lente.
Kom, de tijd van het jagen
kwam eraan.

De rode wijn is rijp in het vat.
Het is de tijd voor plezier,
voor de beker
Mijn geest, mijn ziel, de schenkster
kwam eraan.

46 DE LENTE

De heerlijke lente komt eraan
Takken!
Dans!

Je hebt de krullen van die zwarte haren gezien.
Je bent ondersteboven!
In de war
Kom! Ondersteboven!
Dans!

De koningen draaien om zichzelf heen,
samen met de draaiende hemelen.
Jij die zo goed danst!
Trek je jas uit!
En!
Dans!

Je bent zo dronken dat je
één bent geworden met het bestaan.
en je weet
dat je sterfelijk bent.
Dat is op je voorhoofd geschreven.
Kijk uit!
Je tijd is aangekomen.
Pak je spullen!
Maar eerst!
Dans!

Met een beker wijn in je hand
kwam mijn dierbare langs en zie:
‘Neem een slok!
Als een konin in de lente!’
En!
En!
Dans!

Er kwam een einde aan de oorlog.
Ook kwam Jozef op
als een jonge maan uit die waterput.
Overal klinkt vrolijke muziek
Kom dan!
En!
Dans!

Hoelang nog knielen?
Hoelang nog bidden?
Hoelang die oude belofte?
Kom!
En!
Dans!

Jezus, de zoon van Maria
wondert doven en blinden
met licht en geluid.
Maria roept: ‘Doven en blinden!
Kom, mijn zoon is hier.’
En!
Dans!

Shams is een koning.
Zijn stad Tabriz is tien keer mooier dan
China.
Vooral in de lente.
Takken!
Op Shamse Tabrizi!
Dans!

55 DE LENTE BRACHT JE GEUR MEE

O, jonge lente!
Je kwam eindelijk!
Iets nieuws?
Heb je mijn beminde ergens gezien?

Door jou komt het gras in beweging
De bloemen ontkiemen.
En de tuin is gelukkig.

Jij, de heerlijke lentewind!
Je schiet geliefden te hulp
Heb je iets voor mij meegenomen?
Iets nieuws?

Mijn dierbare, kijk!
de lentewind heeft je geur
Voor me meegenomen.
Ik stond versteld van je bloemen, je bloesemgeur.

En ik was zo ontdaan alsof ik de profeet Jacob was
voor wie de wind de geur van zijn verloren zoon Jozef
met zich had meegebracht.

O, jij!
De jonge lente!
Je komt uit de oorden
waar de rivieren van het bestaan vandaan komen.
Precies uit de plek waar de liefde vandaan komt.

Jij! Mijn dierbare!
Jij die elke keer in een andere vorm
met de lente, met de wind, met de rivieren
tevoorschijn komt.
Gelukkig je dag,
Gelukkig je maand
Gelukkig je jaar
En gelukkig de lente, de wind, de rivier die als ze komen
telkens iets van jou voor mij meebrengen.

BESTEL WAT JE ZOEKT, ZOEKT JOU

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN KADER ABDOLAH