Spiegel van hemel en aarde, Michel Dijkstra over de hart-geest in de Chinese en Japanse filosofie

BESTEL SPIEGEL VAN HEMEL EN AARDE

Michel Dijkstra was één van de sprekers op het symposium over licht op het conferentiecentrum Renova in Bilthoven op 18 mei 2025. Hij is onafhankelijk geleerde op het gebied van oosterse filosofie en westerse mystiek. Hij promoveerde op een vergelijking tussen zenmeester Dogen en Meister Eckhart en is auteur van vele boeken. Medio mei 2025 verscheen zijn nieuwste boek: Spiegel van hemel en aarde, de Hart-geest in de Chinese en Japanse filosofie. Hieronder volgen de flaptekst, het begin van de inleiding en de inhoudsopgave. 

Denken met je hart. Dat is waartoe klassieke Japanse en Chinese wijsgeren hun publiek willen uitnodigen. In plaats van een onderscheid te maken tussen denken en voelen, gaan zij uit van de ‘hart-geest’, of het perfect samengaan van gedachten en gevoelens. Hoe gebruiken wij dat vermogen? Sluiten we ons van de wereld af of zoeken we de eindeloze verbinding met alles en iedereen?

Spiegel van hemel en aarde verkent de dimensies van de hart-geest aan de hand van de taoïst Zhuang Zi, de confucianist Mencius en de zenboeddhist Dogen Zenji. Daarnaast komen de Japanse estheticus Motoori Norinaga en de gedichten van zendichter Ryokan aan bod. Deze meesters tonen elk op hun eigen wijze hoe de mens zich kan bevrijden van vooroordelen en fixaties, die hem verhinderen om de wereld te weerspiegelen. Met de openheid die je in jezelf vindt, neemt de ruimte voor de ander spontaan toe, want: ‘Jouw hart-geest is een spiegel; hoe meer je hem poetst, hoe meer hij schittert.’

INLEIDING: DE HART-GEEST TUSSEN ISOLEMENT EN BEVRIJDING

In de Zhuangzi, een van de basisteksten uit de antieke taoïstische filosofie, komt een manier van doen ter sprake die niets te maken heeft met persoonlijk gewin:

Stil is de hart-geest van de wijze! Het is de spiegel van hemel en aarde, de spiegel van de tienduizend dingen. Waarlijk! In het open en stil zijn, met vredige mildheid en in eenzame kalmte niet-doen, daarin ligt de grondslag van hemel en aarde en de hoogste uiting van de Tao; daarom zullen de vorst en de wijze immer daarin blijven. ‘Blijven’ wil zeggen: leeg zijn; uit leegte komt volheid, en met volheid komt volledigheid. Leegte betekent stilte, uit stilte komt beweging, en met beweging komt welslagen. Stilte wil zeggen: niet-doen, en door niet-doen voltooien zij die met opdrachten belast zijn al hun taken.

Basis van het volkomen onbaatzuchtige en daardoor hoogst weldadige handelen vormt de zogeheten ‘hart-geest’ van de wijze mens. Dit op het eerste gezicht misschien bevreemdende begrip is een poging tot het vertalen van het Chinese karakter xin: 心. Ook als je geen enkel idee hebt van de betekenis die achter deze lijnen schuilgaat, vallen de drie korte streepjes of penseelstreken op; het lijken net druppels. Ze symboliseren dan ook bloedspatten, en de twee lange, aan elkaar gekaligrafeerde streken vormen een gestileerde weergave van het orgaan dat ons doet leven. In de westerse poëtische traditie kennen we echter ook de overdrachtelijke, emotioneel beladen betekenis van het woord hart: ‘Jij hebt mijn hart gebroken!’ of ‘Dit gaat me aan het hart’.

Opvallend genoeg omvat het xinconcept zowel voelen als denken. Je zou zelfs kunnen zeggen dat een antieke Chinees met zijn hart denkt en voelt met zijn gedachten. Xin is dan ook een dynamisch begrip: een aanduiding van het proces waarin het denken verandert in voelen en het voelen in denken. Ook in de Japanse filosofie komt het karakter 心 voor; het wordt weergegeven als shin of kokoro. Bijvoorbeeld in dit gedicht van de moderne feministische denker Akiko Yosano (1878-1942), waarmee ze afrekent met een geliefde die nooit helemaal voor haar koos:

Van de talloze
treden naar
mijn hart
is hij er misschien
maar twee, drie opgegaan.

Yosano’s beeld van het hart als een (eindeloze) trap lijkt op het eerste gezicht onverenigbaar met Zhuang Zi’s spiegelmetafoor. Bij nader inzien duiden beide metaforen echter op dezelfde grenzeloze diepte, die je blijkbaar alleen kunt leren kennen als je erin duikt. Niet voor niets gebruikt Zhuang Zi naast het beeld van de spiegel ook dat van het volkomen tot rust gekomen wateroppervlak, dat alles kan reflecteren vanwege zijn donkere, verborgen bodem en ‘waaraan de meesterarchitect een voorbeeld kan nemen’. Die metafoor duikt overigens ook op in het zenboeddhisme, maar dan als aanduiding van het meditatieproces.

Een roerloos wateroppervlak impliceert dat eventuele golven tot rust zijn gekomen of gebracht. Iets vergelijkbaars geldt voor de spiegel: deze kan alleen iets helder reflecteren als er niet te veel stof op ligt. In het verlengde hiervan kunnen we zeggen dat de door emotionele stormen of verontrustende gedachten in beroering gebrachte hart-geest opgesloten zit in zichzelf. Hij ontbeert uitzicht op de buitenwereld. Alleen wie zich oefent in onthechting is in staat zich met de ander of het andere te verbinden. Sterker nog: alles om de hart-geest heen komt als vanzelf bij hem binnen.

De taoïstische filosofische literatuur is zich scherp bewust van deze voortdurende pendelbeweging die onze hart-geest maakt tussen isolement en bevrijding. Zo bevat de Zhuangzi dit veelzeggende verhaal.

Hui Zi zei tegen Zhuang Zi:

‘De koning van Wei gaf me zaden van een soort grote kalebassen. Ik plantte ze, en eenmaal rijp wogen ze niet minder dan vijf ton! Toen ik er water en andere vloeistoffen in wilde doen, werden ze te zwaar voor me om op te tillen. Toen ik ze daarop in tweeën deelde om er scheplepels van te maken, waren ze ook te groot om ergens in te kunnen. Er was niets mis met de afmetingen van die kalebassen, maar voor mij waren ze van geen enkel nut. Dus heb ik ze maar stukgeslagen.’

Hui Zi, ‘Meester Hui’, is de beste vriend annex wijsgerige tegenvoeter van Zhuang Zi. Meestal wordt hij opgevoerd als iemand die buitengewoon rechtlijnig en doelgericht denkt. Zo ook hier: als de kalebassen eenmaal volgroeid zijn, wil hij ze meteen op zo’n manier gebruiken dat hij er zelf wat aan heeft. Omdat je de vruchten gemakkelijk uit kunt hollen, ligt het voor de hand om er flessen voor water en andere vloeistoffen van te maken. Door het extra gewicht van de vloeistof kan hij de kalebassen echter niet meer optillen. Tijdens zijn tweede poging laat Hui Zi de vorm van de vruchten niet langer intact. Hij hakt ze in tweeën om er scheplepels van te maken – opnieuw zonder resultaat. In zijn reflectie op dit frustrerende proces toont Hui Zi zelfinzicht: de kalebassen zijn goed zoals ze zijn, maar passen domweg niet in zijn doel-middelschema. Uit woede slaat hij ze in nog kleinere stukjes. De portee is helder: wie de werkelijkheid koste wat kost wil toesnijden op zijn eigen doelen, versplintert alles en iedereen om zich heen.

Lijnrecht tegenover deze tot isolement leidende handelwijze van Hui Zi staan de woorden van Zhuang Zi:

‘Nou, meester, je bent wel erg dom als het erom gaat grote dingen te gebruiken. Je hebt immers kalebassen van vijf ton: waarom heb je niet bedacht ze als grote drijfboeien te gebruiken en ermee over rivieren en zeeën te zwerven? Dat is beter dan je te beklagen dat ze als scheplepels te groot zijn om ze ergens in te kunnen steken. Ik zie wel dat je hart nog vol lianen zit.’

Zhuang Zi wijst zijn beste vriend erop dat hij er ook voor had kunnen kiezen om zijn instrumentalistische denken op te schorten en eens aandachtig naar de kalebassen te kijken. Een toepassing die uitstekend aansluit bij grote, van binnen niet massieve dus relatief lichte vruchten is het vervaardigen van een vlot. Daarmee kun je volkomen ontspannen varen op rivieren en zeeën. Zhuang Zi benadrukt dat het bedenken van een dergelijk gebruik van de kalebassen niet ingewikkeld is, je moet het alleen wel zien.

De instrumentalistische en de open toepassing van de vruchten leiden bovendien tot tegenovergestelde resultaten. Nadat duidelijk is geworden dat de kalebassen niet in zijn doel-middelschema passen, kiest Hui Zi ervoor om ze te vernietigen. Daarmee doet hij ook zichzelf geweld aan want hij blijft zitten met gevoelens van onbevredigdheid, boosheid en frustratie. Zhuang Zi’s inzicht leidt niet tot het verpulveren van de kalebassen, maar laat ze juist heel. Opvallend genoeg krijg je door de dingen in hun waarde te laten zelf ook meer bewegingsvrijheid. Door met de kalebassen als een soort boot­jes op een rivier rond te varen, kan de mens zich ontspannen en nieuwe energie opdoen. In plaats van zich te isoleren, verbindt hij zich met de kalebassen en in het verlengde daarmee met alles wat hij vanuit zijn bootje waarneemt.

Zhuang Zi benadrukt dat Hui Zi niet in zijn instrumentele denktrant vast hoeft te blijven zitten. Hij had ook voor verbinding en daarmee bevrijding kunnen kiezen. Op dit moment zit zijn geest echter nog vol lianen. Met andere woorden, door alleen gericht te zijn op je eigen doelen raakt de ander en het andere buiten beeld. Zhuang Zi heeft echter een rotsvast vertrouwen in ons vermogen om de lianen van de hart-geest door te knippen. Dan functioneert die weer als een spiegel van hemel en aarde. Of, zoals het aan de taoïstische meester ontleende eerste motto van dit boek stelt: in de hartgeest komen en gaan dingen zonder meer; de wijze weerspiegelt zonder vast te houden.

BESTEL SPIEGEL VAN HEMEL EN AARDE

INHOUDSOPGAVE

Inleiding. De hart-geest tussen isolement en bevrijding
Leeswijzer. Aanduidingen van 心 in de Chinese en Japanse filosofie

  1. Bevrijd van lianen. De hart-geest in het taoïsme
  2. Draai het rijk rond in je handpalm. De hart-geest in het (neo)confucianisme
  3. Spreek de taal der goden. De hart-geest in shintō
  4. Hoe meer je de spiegel poetst, hoe meer hij schittert. Zen over de hart-geest
  5. Hart-geest in actie. De dief laat de maan achter

Epiloog. Naar de verte die ik niet ken
Verklarende woordenlijst
Bibliografie
Noten
Namenregister

BESTEL SPIEGEL VAN HEMEL EN AARDE

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN MICHEL DIJKSTRA