CANTATE 1 – CANTATE 2 – CANTATE 3 – CANTATE 4 – CANTATE 5 – CANTATE 6
LEES MEER OVER HET WEIHNACHTSORATORIUM
In dit eerste deel van het Weihnachtsoratorium van Johann Sebastian Bach wordt de geboorte van Jezus in de stal bezongen; de menswording van Christus, het wonder waar de mensheid vol deemoed en ontroering tegenover staat. Dit eerste deel bestaat uit negen gedeelten. Hieronder volgen per gedeelte achtereenvolgens steeds de Duitse tekst, de Nederlandse tekst en een toelichting (cursief).
1. Koor
Jauchzet, frohlocket, auf, preiset die Tage,
rühmet, was heute der Höchste getan!
Lasset das Zagen, verbannet die Klage,
stimmet voll Jauchzen und Fröhlichkeit an!
Dienet dem Höchsten mit herrlichen Chören,
laßt uns den Namen des Herrschers verehren!
Juicht nu en jubelt! Komt, prijst deze dagen.
Roemt wat heden d’Allerhoogste heeft gedaan
Weest niet bevreesd en staakt uw klagen.
Heft nu uw lofzang vol vrolijkheid aan!
Dient de Allerhoogste met luisterrijke koren.
Laat ons de naam van de Koning vereren.
Jubelend vol barokke klankpracht wordt dit oratorium geopend: een oproep tot het vieren van
een zestal feestelijke dagen. De vele omhooggaande lijnen scheppen blijdschap, de versiering op ‘lasset’ klinkt als een vrolijk bevrijdend lachen, de trompetten en pauken, instrumenten die in Bachs tijd eigenlijk alleen gebruikt werden in muziek ter ere van vorsten, klinken luisterrijk, om zo de geboorte van Jezus te vieren. De koninklijke trompetten en pauken klinken ook in deel 3 en 6 (respectievelijk het bezoek van de herders en van de wijzen) maar niet in de meer voorbereidende tussenliggende delen.
2. Recitatief, evangelist, Lucas 2: 1 en 3-6
Es begab sich aber zu der Zeit, daß ein Gebot von dem Kaiser Augusto ausging, daß alle Welt
geschätzet würde. Und jedermann ging, daß er sich schätzen ließe, ein jeglicher in seine Stadt.
Da machte sich auch auf Joseph aus Galiliäa, aus der Stadt Nazareth, in das jüdische Land zur
Stadt Davids, die da heißet Bethlehem; darum, daß er von dem Hause und Geschlechte Davids
war, auf dass er sich schätzen ließe mit Maria, seinem vertrauten Weibe, die war schwanger.
Und als sie daselbst waren, kam die Zeit, dass sie gebären sollte.
En het geschiedde in die dagen, dat er een bevel uitging van keizer Augustus, dat in het gehele rijk een volkstelling moest worden gehouden. En allen gingen op reis om zich in te laten schrijven, ieder naar zijn eigen stad. Ook Jozef vertrok van Galilea, uit de stad Nazaret, naar het Joodse land, naar de stad van David, die Bethlehem heet, omdat hij uit het huis en het geslacht van David was, om zich te laten inschrijven met Maria zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was. En toen zij daar waren, kwam de tijd dat zij baren zou.
De beroemde woorden uit het kerstverhaal die vertellen dat Jozef en Maria naar Judea gingen om zich in te laten schrijven vanwege een volkstelling. Ook de aankondiging van de barenstijd van Maria.
3. Recitatief, alt
Nun wird mein liebster Bräutigam,
nun wird der Held aus Davids Stamm
zum Trost, zum Heil der Erden
einmal geboren werden.
Nun wird der Stern aus Jakob scheinen,
sein Strahl bricht schon hervor.
Auf, Zion, und verlasse nun das Weinen,
dein Wohl steigt hoch empor!
Nu zal mijn liefste bruidegom,
nu zal de held uit Davids stam
tot troost, tot heil der mensen
weldra geboren worden.
Nu zal de ster uit Jacob schijnen,
zijn straal breekt nu reeds door.
Kom, Sion, staakt het wenen,
uw heil is thans verzekerd!
Het lijkt hier of Maria zelf gaat zingen. Zij introduceert de metafoor van de bruidegom Jezus
met zijn bruid Sion, de berg waarop de tempel in Jeruzalem gebouwd is en tot aanspreektitel
verworden is voor het volk van God en de gehele christelijke wereld. De relatie God-volk is als
bruidegom-bruid.
4. Aria Alt
Bereite dich, Zion, mit zärtlichen Trieben,
den Schönsten, den Liebsten bald bei dir zu sehn!
Deine Wangen
müssen heut viel schöner prangen,
eile, den Bräutigam sehnlichst zu lieben!
Bereid u, o Sion, om met teder verlangen
de schoonste, de liefste spoedig bij u te zien.
Uw aangezicht
moet heden veel blijer stralen.
Haast u de bruidegom vol verlangen lief te hebben.
De volgelingen van Jezus wordt met korte uitroepen gevraagd zich voor te bereiden om Jezus, ‘de schoonste!’, ‘de liefste!’ te ontvangen.
5. Koraal, koor
Wie soll ich dich empfangen,
und wie begegn’ ich dir?
O aller Welt Verlangen,
o meiner Seele Zier!
O Jesu, Jesu, setze
mir selbst die Fackel bei,
damit, was dich ergötze,
mir kund und wissend sei.
Hoe zal ik U ontvangen,
En hoe ontmoet ik U?
Der wereld hoogst verlangen,
des harten heiligst goed?
Oh Jezus, Jezus, draag
de fakkel in onze duisternis,
opdat wat U behage,
ons klaar en zeker is.
Na deze oproep vraagt de gemeente zich af hóe zij hem zullen ontvangen. Als een kind, is het
antwoord. Bach, de theoloog, blikt vooruit op het offer van Jezus voor de zonde van de wereld door hier de melodie van het lijdenskoraal uit de Matthäus Passion ‘O Haupt vol Blut und Wunden’ te plaatsen, ook nog eens in een lage ligging. De komst van Jezus wordt meteen in het teken van zijn lijden gezet.
Sommige koralen hebben een eenvoudige instrumentale dubbeling van de stemmen, andere hebben uitgebreide orkestrale begeleiding en intermezzi. Dit koraal is eenvoudig. De melodie komt één keer terug: in nr. 64, het slotkoraal van het Weihnachtsoratorium, maar dan met volledig orkest.
6. Recitatief, evangelist, Lucas 2:7
Und sie gebar ihren ersten Sohn, und wickelte ihn in Windeln und legte ihn in eine Krippen, denn sie hatten sonst keinen Raum in der Herberge.
En zij baarde haar eerste zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe, omdat
voor hen geen ruimte was in de herberg.
Een expressieve verklanking van de geboorte van Jezus meteen gevolgd door mineur klanken waar de kribbe genoemd wordt, zo de vernedering daarvan verwoordend.
7. Koraal, koorspopraan, met recitatied bas
sopraan
Er ist auf Erden kommen arm,
bas
Wer will die Liebe recht erhöhn,
die unser Heiland vor uns hegt?
sopraan
dass er unser sich erbarm’,
bas
Ja, wer vermag es einzusehen,
wie ihn der Menschen Leid bewegt?
sopraan
und in dem Himmel mache reich
bas
Des Höchsten Sohn kömmt in die Welt;
weil ihm ihr Heil so wohl gefällt,
sopraan
und seinen lieben Engeln gleich.
bas
so will er selbst als Mensch geboren werden.
sopraan
Kyrieleis!
sopraan
Op aard’ gekomen was Hij arm,
bas
Wie kan de liefde op waarde schatten
die onze Heiland voor ons voelt?
sopraan
Opdat Hij zich over ons erbarme,
bas
Ja wie vermag het te doorgronden,
hoe Hem het leed van mensen treft?
sopraan
ons in de hemel make rijk,
bas
Des Hoogsten Zoon komt op aarde,
daar Hem haar heil zozeer ter harte gaat;
sopraan
en aan zijn engelen gelijk.
bas
daarom wil Hij zelfs als mens geboren worden.
sopraan
Kyrieleis!
Drie totaal verschillende delen, een sopranenkoraal, een basrecitatief en een hoboaria, heeft Bach tot een prachtige eenheid vol ontroering gesmeed. De sopranen zingen hemelse lijnen, de bas becommentarieert en mediteert over de liefde van het pasgeboren mensenkind.
8. Aria, bas
Großer Herr, o starker König,
liebster Heiland, o wie wenig
achtest du der Erden Pracht!
Der die ganze Welt erhält,
ihre Pracht und Zier erschaffen,
muß in harten Krippen schlafen.
Grote Heer, o sterke Koning,
lieve Heiland, o hoe gering
acht Gij de aardse pracht!
Hij, die de ganse wereld onderhoudt,
haar pracht en rijkdom heeft geschapen,
moet in een harde kribbe slapen.
Het arme kind uit nr. 7 is wel de zoon van de Allerhoogste, dus een koning, zingt de bas in verheven felheid. De triomf wordt benadrukt door de trompet. Het ritme met het accent op de tweede tel (syncopisch) maakt het geheel blij en vrolijk. Alleen op de soberheid van de ‘kribbe’ horen we mineurklanken.
9. Koraal, koor
Ach mein herzliebes Jesulein,
mach’ dir ein rein sanft Bettelein,
zu ruhn in meines Herzens Schrein,
dass ich nimmer vergesse dein!
Ach, Jezuskind, zo teer bemind,
maak dat Gij in mij een rustplaats vindt;
Maak in mijn hart een plaats gereed,
opdat ik nimmer U vergeet!
Het volk reageert in stemmige aanbidding op het koningslied nr.8. De strijkers spelen mee met het koraal maar na elke tekstregel spelen de trompetten en pauken een melodie die zegt ‘Geboren!’ wat aan de feestelijke sfeer van het openingskoor doet denken.
CANTATE 1 – CANTATE 2 – CANTATE 3 – CANTATE 4 – CANTATE 5 – CANTATE 6
BESTEL GOVERT JAN BACH OVER HET WEIHNACHTSORATORIUM
KERSTMUZIEK
1 Weihnachtsoratorium – Johann Sebastian Bach
2 Magnificat – Johann Sebastian Bach
3 The Messiah – Georg Friedrich Händel
4 Tien bekende christelijke kerstliederen
5 Drie nieuwe Nederlandse teksten voor ‘Stille Nacht, heilige nacht’
LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER KERSTMUZIEK