LEES MEER OVER DE LANCERING VAN ‘IK BEN BEWUSTZIJN’ EN AANMELDEN
☆ DEEL 1-1 ☆ DEEL 1-2 ☆ DEEL 1-3 ☆ DEEL 1-4 ☆ DEEL 1-5 ☆
In de westerse filosofische traditie was het Aristoteles die als eerste de ruimte omschreef als een volheid: ‘een achtergrond gevuld met dingen’. Is dit een archaïsche omschrijving van bewustzijn als een veld vol inhouden (gedachten, ervaringen, gevoelens)? Sinds een eeuw bestudeert ook de kwantummechanica wat men noemt ‘het veld’, wat velen heeft verleid tot de aanname dat het ‘lege’ bewustzijnsveld en het kwantumveld twee begrippen zijn voor hetzelfde.
Eenvoudig voorgesteld is ‘het veld’ een invloedssfeer, werkzaam binnen het Al; een energetisch veld, bestaande uit een netwerk waarin alle subatomaire deeltjes (kwanten) met elkaar in verbinding staan, als in één onmetelijk informatieveld. De beste beschrijving van dit veld, zo neemt men tegenwoordig aan, is de Schrödingervergelijking die materie beschrijft als dualiteit: subatomaire deeltjes hebben een golfkarakter, en golven een deeltjeskarakter. Ze gedragen zich als golven zonder massa en hebben geen vaste positie. Het zijn veeleer waarschijnlijkheden. Golven zijn als ‘rimpelingen in het veld’ en lijken verantwoordelijk voor het verschijnen en verdwijnen van de deeltjes.
Het is met ons driedimensionale bewustzijn niet te vatten dat plaats en snelheid van de deeltjes niet tegelijk te meten zijn, dat ze niet een bepaalde plaats innemen maar overal tegelijk aanwezig zijn. Deeltjes zijn geen constanten, ze bevinden zich binnen het energetisch veld nooit in een toestand van volmaakte rust, en kunnen daarom beter worden omschreven als mogelijkheden. Het is nooit zeker waar ze zijn, waar ze zullen verschijnen of verdwijnen (non-lokaliteit). De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat een elementair deeltje tegelijkertijd in elke golf van het veld aanwezig is.
Omdat dit kwantumveld een continue wisselwerking tussen zijn deeltjes onderhoudt, is de verborgen grondslag van heel het universum één kolkende maalstroom van elementaire deeltjes die rusteloos in en uit het bestaan springen. Al die deeltjes staan in wisselwerking met elkaar, en wel door uitwisseling van energie via andere (virtuele) kwantumdeeltjes, die in 10-23 nanoseconde opduiken en weer verdwijnen. Gezien deze kolkende maalstroom en dit onvoorstelbaar kortdurende moment van bestaan, staat ons begrip materie volkomen op losse schroeven. Er is één onmetelijk energetisch moederveld, en wat we materie noemen is in wezen zéér tijdelijk ‘gestolde energie’.
Opmerkelijk is dat de fluctuaties in dat energetische veld nog te detecteren zijn bij het absolute nulpunt (-273,15°C), de temperatuur waarbij alle atomen stilstaan en materie in feite ophoudt te bestaan. De golflengte wordt hier zo groot dat de materiegolf die het deeltje is, kan gaan overlappen met de materiegolven van andere deeltjes in de buurt, zodat het niet meer mogelijk is van individuele deeltjes te spreken. Alle deeltjes in zo’n samengevoegde materiegolf gedragen zich als één deeltje (het bose-einstein-condensaat).
In tegenstelling tot de veronderstelling in de klassieke fysica, stelt de kwantummechanica dat er in dit ‘lege’ veld toch nog een restbeweging overblijft: de vacuümenergie. Berekeningen van deze energie laten onvoorstelbare waarden zien. Zo zou een kubieke centimeter vacuüm genoeg energie bevatten om de gehele Melkweg te laten verdampen.
Alles is bewustzijn betekent dat ook materie een manifestatie van bewustzijn is. Er lijkt dan ook een directe relatie te bestaan tussen kwantummechanica en bewustzijn. De Oudindische rishi’s duidden de eenheid van beide aan als ‘Akasha’: de matrix waarin niet materie de fundamentele realiteit is, maar informatie, ofwel geest. Geest en materie zijn twee benamingen voor hetzelfde fenomeen. Als informatieveld is Akasha een bewustzijnsveld. Alles wat zich tijd-ruimtelijk manifesteert, is een verschijningsvorm van deze diepere realiteit voorbij tijd en ruimte. De dualiteit binnen het menselijke bewustzijn als geest-materie, als ‘leeg’ veld van bewustzijn met zijn inhouden (gedachten, ervaringen, gevoelens), is dus ook herkenbaar op kosmische schaal.
Zowel voor ons bewustzijnsleven als voor het collectieve informatieveld geldt dat hun werkzaamheid zich overwegend automatisch voltrekt. Dat neemt niet weg dat er wel een idee aan ten grondslag ligt, een ordenend principe, een geestelijk beginsel. Ervin László spreekt van ‘de onveranderlijke logos [geestorde] van het universum’. En Helena Blavatsky: ‘Akasha is een Sanskriet woord dat uitspansel betekent, maar het duidt ook aan: het onweegbare en onaantastbare levensbeginsel – het astrale en het hemelse licht tezamen verenigd – welke twee de Wereldziel vormen én de Ziel en de Geest van de mens uitmaken.’
Dat deze Akasha de gebeurtenissen in de ruimtetijd regelt, duidt op een geestelijke matrix. De kwantummechanica beschrijft gebeurtenissen hierin alleen in hun materiële aanzicht. De Oudindische Ashtavakra Gita verwijst zowel naar de geestelijke als de materiële dimensie: ‘Juist zoals een spiegel zich bevindt binnen en buiten het beeld dat er in weerspiegeld wordt, zo bevindt zich ook de Allerhoogste binnen en buiten dit lichaam.’
Dat het veld een informatieveld is, een veld van bewustzijn, blijkt uit het feit dat subatomaire deeltjes (kwanten) een wetmatigheid vertonen die wordt aangeduid als verstrengeling. Wanneer elektronen met elkaar in aanraking zijn geweest, raken ze verbonden ofwel verstrengeld, en onderhouden ze een onzichtbare en duurzame band. Deze band blijkt niet afhankelijk van hun onderlinge afstand en strekt zich over heel het universum uit. En wat vooral verbazing wekt, is dat hun informatie-uitwisseling zelfs op immens grote onderlinge afstand onmiddellijk plaatsvindt, sneller dan het licht (wat Albert Einstein niet kon accepteren, omdat hij bij de lichtsnelheid een absolute grens trok).
De veronderstelde grenzen van tijd en ruimte blijken dus niet op te gaan voor informatie-uitwisseling tussen elementaire deeltjes. Op het moment dat een deeltje een spin maakt, reageert het verstrengelde deeltje tegelijkertijd door zijn toestand hieraan aan te passen en een tegengestelde spin te vertonen.
Ook verbazingwekkend is het dat de kleinste manifestatie van materie in paren van tegenpolen uit een nultoestand tevoorschijn komt, en dat dit eveneens het geval is bij onze bewustwording, zoals we zullen zien. Onderzoek naar de twee-eenheid van het golf- en materiegedrag bij fotonen liet zien dat beide in een kwantumsuperpositie verkeren zolang er geen waarnemer is: de fotonen lijken zich op twee paden tegelijk te bevinden, tot ze worden geobserveerd: dan springen ze naar één pad en nemen ze positie in. Het resultaat van dit ‘instorten van de golffunctie’ is de voor ons waarneembare werkelijkheid. Vóór dit instorten gold werkelijkheid alleen als mogelijkheid, als kans. Dit vertoont duidelijk overeenkomst met de wijze waarop wij ons bewust worden.
Alle werkelijkheid is in potentie, tegelijkertijd en bipolair aanwezig: tegenpolen zijn nog één in hun gezamenlijke nulpunt en bestaan daarom beide (nog) niet. Licht-donker, man-vrouw, binnen-buiten, mens-god, verkeren in ‘superpositie’. Pas als ik me bewust word en als waarnemer verschijn, stort de eenheid in, en verandert ‘en-en’ in ‘of-of’.
Herbergt het universum als informatieveld ook een doel? Het geestelijke aanzicht van de natuur laat zien dat – aldus het gnostische Evangelie van Maria – ‘alle naturen, alle vormen, alle schepselen in en met elkaar bestaan, en weer teruggevoerd zullen worden tot hun eigen wortel.’ Dat is in lijn met de woorden van Werner Heisenberg: ‘Elk deeltje bestaat uit alle andere deeltjes.’
Het herinnert ook aan Indra’s Net: een netwerk van knooppunten die uit schitterende juwelen bestaan. Kijk je naar een juweel, dan zie je dat al de andere erin worden weerspiegeld. De oude Chinese wijsheid zei het als volgt: ‘Elk verschijnsel herbergt elk ander verschijnsel, en elk verschijnsel herbergt ook de totaliteit van alle verschijnselen die elkaar doordringen in absolute vrijheid.’ De Chinees-Japanse Bloemenkransschool kwalificeerde daarom heel de kosmische orde als ‘deugd’.
Het feit dat alles met alles verbonden is, vormt de basis van mededogen met alle leven. Is mededogen de ‘rationele’ bron die in heel de schepping verborgen ligt? Heisenberg: ‘Ik denk dat de moderne fysica definitief heeft gekozen voor Plato. De kleinste materiedeeltjes zijn geen objecten in de gewone zin van het woord; het zijn ‘vormen’, ideeën.’
LEES MEER OVER DE LANCERING VAN ‘IK BEN BEWUSTZIJN’ EN AANMELDEN
INHOUDSOPGAVE
1 Het terrein
Bewustzijn, de enige werkelijkheid. Bewustzijn is onderwerp. Ik ben bewustzijn. Hersenonderzoek en boeddhisme. Het Backster-effect. Brainet. Akasha. Ethiek. Synchroniciteit. Kwaliteit van bewustzijn. Geesteswetenschap
2 Eenheid
Ken uzelf. Bewust-zijn. Het Ene. Ik ben. Ik, ‘ik’, ego en persoon. Eerste-persoonperspectief. Ontdekking ‘ik ben ik’. Bewustzijn is licht. Lichtmetafysica. De lichtzuil
3 Uit-een-vallen
Tegenpolen. Twee werkelijkheden. Ik denk, dus ik ben. Materialisme. Geestelijk materialisme. ik-bewustzijn: winst en verlies. Objectbewustzijn. Differentiatie. Dissociatie. Het antahkarana
4 Veel-eenheid
Meerdimensionaal bewustzijn. Transcendent – immanent. Dualiteit, geen dualisme. Het subject. ‘ik’ en persoon. Identiteit. Body-mind. Zelf-herkenning. Vrijheid en lot. Voorzienigheid. Persoon worden
5 Relatie
De buitenstaander. Vrijblijvendheid. Het primaat van bewustzijn. Bewustzijn is een werkwoord. Dialogisch bewustzijn. Context-horizon-betekenis. Gelijk-oorspronkelijk. Relatief en absoluut. Taal. Ontmoeten. De taal van de Ziel. Het symbool. De Naam
6 Het Midden
Levenskunst. De slinger. Pre-/trans-fallacy. De baan. De Getuige. Waarden. Leegte (sunyata). Het wiel. Water en vuur. Hart en hoofd
7 Too far East is West
De spiltijd. De antieke en de klassieke Grieken. Plotinus en het Ene. De drie-ene mens als microkosmos. Verbeelding, ratio en intuïtie. De moderne tijd.Van object naar subject. Het supra-individuele Ik. De evolutie van de Geest. Zelf-bewustzijn
8 Non-dualiteit
Drie assen van oriëntatie. Antwoord op Job. De übermensch. Geest én natuur. Fenomenologie. Zien-wat-is. De spagaat van zelfkennis. Vallen naar jezelf. Verlangen
9 Archetypen en chakra’s
Het archetype. Individuatie en integratie. Psychodynamiek.
Het bipolaire archetype. Het zelf. Alchemie. Archetypus-an-sich. Psychologisme. Onderbewust én bovenbewust. De chakra’s
10 Psyche en ziel
Subject zijn. Een buitengewoon boek. De kracht van het gebeuren. Psychodynamiek. Groeipsychologie. Alles of niets. Psychosynthese. De wil. Vrije wil. De Diamantbenadering
11 Het creatieve Nu
Creativi-tijd. Identiteit. Vrijheid. Kairos. Geestelijke spankracht. Ontwaken in het nu. Kinderen van het ogenblik
12 De bewustzijnparadox
Numen en lumen. Grondstemming. Numineuze reductie. Totaalvereenzelviging. Transformatie. Totaalontkenning als bevestiging. Trillingsfrequentie. Hawkins scale
13 De cirkel, het Oog
Spiegels. Mystiek.Ver-ening of vereniging. De spijker. Ik-loosheid of ik-ontlediging? Nabij-de-dood-ervaring. Morele ruimte. Het Oog
14 Het nieuwe denkvermogen
De omstulping. Manas, Mens, Denker. Waarnemen en denken. Het denken en Ik. Het denkvermogen. Geestwetten. Mundus imaginalis. Ik als getuige. Het Ik als wilskracht. Microkosmos: Oog van Vuur
Literatuur
LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER WETENSCHAP EN SPIRITUALITEIT