Vernieuwing van het drievoudige slangenvuur in jezelf – vijf tekstgedeelten

1 Lijfelijk veranderen

Als een mens door een machtige lichtstraal als die van de Gnosis wordt aangegrepen, en dit licht als een bliksemschicht naar binnenslaat, en hart, hoofd en bloed lijfelijk beroert, dacht u dan dat dit medicamentum des heils, dit suprême geneesmiddel, in het leven, in het lichaam geen andere uitwerking zou hebben dan eenburgerlijke religiositeit, een officieel erkende vroomheid?

De kracht van de Heilige Geest is heiligend, heelmakend. Zij is niet slechts in abstracte, filosofische en mystieke zin een geneesmiddel, doch tegelijkertijd lijfelijk, anatomisch, biologisch. Dit is het prachtige en heerlijke, maar tevens het ingrijpende en gevaarlijke!

Wie zich ernstig op het pad bezint en metterdaad besluit het te gaan, verandert echter van stonde aan lijfelijk, biologisch, anatomisch. U dient de logica daarvan in te zien: de mens staat in het hier opgesloten in zijn Adamitische hut, met alle gevolgen van dien. Welnu, als het pad des heils, het proces der universele genezing, werkelijkheid en waarheid is, moet het dus lijfelijk in het hier aanvangen, in het hier gegrondvest zijn!

Uit: De komende nieuwe mens
Hoofdstuk: Godsvrucht 1

2 Vorming van een tweede slangenvuur

Als de kandidaat op het zevenvoudige pad tot godsvrucht komt, verandert er iets in zijn lichaam. De grondslagen worden gelegd voor een geheel andere, nieuwe wezenswerkelijkheid, zonder dat deze verandering de gewone functies van de dialectische persoonlijkheid al te zeer zal schaden. De kandidaat gaat twee levens leven. Een leven dat steeds minder wordt, en een leven dat steeds wassende, steeds groeiende is. Er wordt namelijk een tweede slangenvuur gevormd, waarbij gebruik wordt gemaakt van de nervus sympathicus.

Zoals u werd uiteengezet bestaat de nervus sympathicus uit twee strengen, die links en rechts van de ruggengraat lopen. Zij gaan uit van een punt boven het verlengde merg, een punt waar de twee strengen van de sympathicus en de pinealis-vuurkring samenkomen. Bovendien staan zij in binding met de koningskamer achter het voorhoofdsbeen.

De twee kanalen van dit wonderlijke tweede ruggenmerg vormen twee afzonderlijke velden. Het ene veld is impulsgevend, mannelijk, scheppend van functie, het tweede veld is reagerend, vrouwelijk, voortbrengend van functie. In de Universele Leer wordt het mannelijke veld ‘pingala’ genoemd, het vrouwelijke ‘ida’, terwijl zij in het Handelingenboek als Ananias en Saffira worden aangeduid, hetgeen men zou kunnen vertalen als ‘een goddelijke genade die zich in wonderbaarlijke schoonheid openbaart.’

Uit: De komende nieuwe mens
Hoofdstuk: Godsvrucht 2

3 Het drievoudige slangenvuur herstellen

Wij dienen de mercuriusstaf, door ons gewoonlijk aangeduid als het slangenvuur te gebruiken om het pad te kunnen gaan dat tot het einddoel voert. De grote opgave is om dat slangenvuurstelsel, dat wij allen bezitten in de juiste conditie te brengen. Nu dient u te weten dat de basis, het wortelsysteem van ons slangenvuur, met name de plexus sacralis, in binding staat met óf het lichtkrachtstelsel van de dialectiek, symbolisch aangeduid als de boom der kennis van goed en kwaad, met al de negatieve gevolgen van dien, óf met het lichtkrachtstelsel van de universele zevengeest, symbolisch aangeduid als de boom des levens.

Wie antwoorden gaat op de stem van het rozenhart, in vroomheid en godsvrucht en zelfovergave, en niet boos in verzet komt vanwege al die dialectische weerstanden die men in het leven ontmoet, en het pad volgt, zal in staat blijken het drievoudige slangenvuur te herstellen.

In de plexus sacralis worden dan door een verhoogde vibratie de twee van elkaar gescheiden kanalen van het spinale geestvuur opnieuw met elkaar verbonden. En zo zal dan het circulatieproces, dat zo lang verstoord was en daardoor de mens aardgebonden maakte, volkomen hersteld zijn. Van stonde aan zullen dan in het hoofdheiligdom de drie hogere hersenholten gevuld kunnen worden met de drie fundamentele stralen van de zevengeest, met wonderbaarlijke gevolgen.

Uit: De nieuwe mercuriusstaf
Hoofdstuk: III

4 Weerstanden overwinnen

Een nieuwe levenskracht, zoals gnostieke lichtkracht, zal op zijn weg weerstand ondervinden van de chakra’s: er ontstaat een krachtmeting tussen licht en duisternis. De meest bijzondere ontmoeting is wel die in het stuitchakra, ook wel de plexus sacralis genoemd. Daar bevindt zich de zogeheten opgerolde slang van de kundalini, het punt waar het karma zich met de mens verbindt. Daar bindt de nieuwe slang de strijd aan met de oude slang, in de evangeliën symbolisch beschreven als de verzoeking in de woestijn. (Mattheüs 4)

Na de overwinning van de nieuwe slang in de plexus sacralis stijgt de gnostieke stroom op in de linkerstreng en ontmoet daar weer de chakra’s, maar dan in omgekeerde volgorde. Die hernieuwde ontmoeting heeft bijzondere gevolgen voor de werking van de chakra’s. Want door de invloed van de lichtkracht raken zij afgestemd op het innerlijke leven, gaan in tegengestelde richting draaien en andere krachten inademen.

Zo worden de koperen slang en de vurige slang vervangen door gouden slangen; de Mercuriusstaf wordt in zijn oorspronkelijke glorie hersteld en het pinkstervuur, het vuur van de heilige geest, kan zich manifesteren.

Uit: Spirituele Pasen en Pinksteren
Hoofdstuk: Het licht van de wereld volgen en zijn

5 Reinigingen realiseren

J. van Rijckenborgh (fakkeldrager van het Rozenkruis 21) heeft het vernieuwingsproces in de mens die de gnostieke weg gaat, uitgebreid beschreven in zijn boek ‘De komende nieuwe mens’. Die vernieuwing begint met het ontluiken van de roos, dat is het ontwaken van de sluimerende geestkern in het hart van de mens, de geestvonk.

Als de pelgrim voldoende aandacht besteedt aan deze nieuwe werkzaamheid, kan op een gegeven moment de nieuwe ziel geboren worden in de vierde hersenholte van het hoofdheiligdom, in de open ruimte achter het voorhoofdsbeen. Daar ontstaat een concentratie van gnostieke lichtkrachten, die vervolgens neerdalen in de linkerstreng van de sympathicus, en daarbij de werkzaamheid van de chakra’s zuiveren: eerst het voorhoofdschakra, en daarna achtereenvolgens het keelchakra, het hartchakra, het miltchakra, het heiligbeenchakra en het stuitchakra.

Deze neerwaartse energiestroom is vergelijkbaar met de neergang in de hel zoals die in de apostolische geloofsbelijdenis wordt genoemd. De lichtkrachten neutraliseren het karma dat voor een belangrijk deel gelokaliseerd is in de plexus sacralis aan het uiteinde van het ruggenmerg, dat correspondeert met de planeet Saturnus. Als de karmische invloeden zijn geneutraliseerd – in bijbelse termen: als de zonden vergeven zijn – volgt het opvaren naar de hemel. De stroom van gnostieke lichtkrachten stijgt dan via de rechterstreng van de sympathicus omhoog en wijdt de chakra’s tot hun hoge doel, totdat uiteindelijk ook het zevende chakra, het kruinchakra ontstoken wordt en de betrokkene met recht het licht van de wereld kan worden genoemd (Mattheüs 5:14).

Uit: Mysterien en lofzangen van God, komos, mens
Hoofdstuk: Reinigingen realiseren