BESTEL ‘EEN REIS LANGS DE MYSTERIËN’
Van de donderdag voor Pasen tot en met de donderdag na Pasen. Dat is de periode waarin Dante zijn beroemde denkbeeldige reis maakt door de hel en via de louteringsberg naar het paradijs. Jacob Slavenburg schrijft over Dante en zijn Divina Commedia in zijn boek. Een reis langs de mysteriën, van het oude Egypte tot Carl Gustav Jung. Hieronder volgt het begin van het hoofdstuk ‘Dante’s reis door hel en hemelen en een klimtocht op de Mont Ventroux.’
Goddelijke komedie
Op de grens van de roerige late middeleeuwen en de vroege Italiaanse renaissance verschijnt een geschrift dat nu, zeven eeuwen later, nog steeds diepe indruk maakt en veelvuldig wordt aangehaald. Een geschrift over een reis naar het paradijs. Om bij het licht te komen is kennis van de duisternis noodzakelijk, leerden de oude gnostici, daarin gevolgd door moderne psychotherapeuten. De dichter neemt ons mee op een reis die aanvangt in het inferno, om vervolgens via het louteringsvuur het paradijs te bereiken. De auteur van dit meesterwerk is een Florentijn, Durante delg Alighieri, beter bekend als Dante (1265-1321).
Als jongetje van negen ontmoet de jonge Dante een leeftijdsgenootje, Beatrice Portinari. Hij blijft zijn hele leven verliefd op haar. Zij is voor hem de ideale vrouwenfiguur die hij in de traditie van de Provençaalse hoofse liefde vereert en bezingt. Later zal hij haar, als verheven zinnebeeld van de liefde en wijsheid, in de Divina Commedia tot zijn begeleidster in het Paradijs maken. Beatrice is dan al lang gestorven. Ze stief jong in 1290, nadat ze drie jaar daarvoor gehuwd was met Simone de’ Bardi. Enige jaren later trouwt Dante zelf ook, met Gemma Donati.
LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER EN VAN DANTE
Aanvang van de reis
De Divina Commedia, Goddelijke Komedie is een denkbeeldige reis door hel, vagevuur en hemel. Hoewel Dat dit meesterwerk omstreeks 1311 begint, laat hij de reis elf jaar eerder afspelen; van de avond van witte donderdag tot de morgen van de donderdag na Pasen (7 april tot 14 april 1300). In de beschrijving van zijn wederwaardigheden in de drie rijken besteedt hij één dag voor de reis door de hel, vier dagen voor de tocht door het vagevuur en één dag in de hemel. Daar komt dan nog een dag reistijd bij voor de overstap van hel naar vagevuur en vandaar naar de hemel. De ante-datering van 1300 maakt het hem mogelijk al reeds lang gebeurde toestanden nu te laten voorschouwen.
Dante kiest als metgezel voor zijn reis door de drie werelden Vergilius, de Romeinse dichter van het heldenepos Aeneis over de stichting van de stad Rome. Dante bewonderde Vergilius als zijn grote poëtische voorbeeld. Overigens werd in de late middeleeuwen Vergilius ook als Christusboodschapper gezien. In zijn vierde ecloge zou hij de komst van Christus en een nieuwe wereld hebben voorspeld.
Op zijn tocht door de drie na-doodse rijken ontmoet de dichter talloze gestorvenen. Niet alleen mensen die al lang geleden de aarde hebben verlaten, maar ook een aantal die hij in zijn persoonlijk leven ontmoet heeft. Met veel van hen voert Dante gesprekken; over de actuele politiek, over kunst en wetenschap, over filosofie, theologie en metafysica. Wanneer Dante verdwaald is een een duister woud ziet hij plots een heuvel voor zich.
Juist midden op de reistocht van ons leven zag ik mij in een donker woud verloren, daar ik van ’t goede pad was afgeweken.
De weg wordt Dante versperd door drie dieren, een panter, een leeuw en een wolf. Hij is ten einde raad en dan verschijnt hem de schim van Vergilius die hem aanbiedt zijn gids te zijn en hem een andere weg te wijzen. Dante aanvaardt in dankbaarheid zijn aanbod, maar dan begint hij te twijfelen of hij de reis wel aan zal kunnen:
‘O dichter’, hief ik aan, ‘die mij wilt leiden, zie, of mijn kracht wel groot genoeg zal wezen, voordat ge mij de grote stap laat zetten.’
Vergilius spreekt hem dan vermanend en ook opbeurend toe en vertelt hem dat hij door Beatrice gevraagd is hem te begeleiden. Het vooruitzicht van de ontmoeting met zijn geliefde Beatrice trekt Dante over de streep.
INHOUDSOPGAVE VAN EEN REIS LANGS DE MYSTERIËN
Inleiding
- Mythisch Egypte, magisch dodenboek en mysteriën van Isis
- Het kosmisch mysterie van Babylon, Gilgamesj en Inanna’s reis naar de onderwereld
- Het mysterie van de Heilige Bruiloft en de Grote Godin
- Griekse en Romeinse mysteriën, van Orpheus tot Mithras
- De mysterieschool van Pythagoras en spirituele teksten van Griekse filosofen
- Bijbelse schepping, Joodse mystiek, Kabbala en de mysterieuze Lilith
- Twee wereldvondsten: Dode Zee-rollen en Nag Hammadi-geschriften
- De gnostische mysteriën, Koninkrijk en Bruidsvertrek
- Maria Magdalena, hoer of ingewijde?
- Katharen en het mysterie van de Graal
- Christelijke en Islamitsiche mystiek (Hildegard von Bingen)
- Dante’s reis door hel en hemelen en een klimtocht op de Mont Ventoux
- Hermetische openbaringen en het mysterie van de ziel
- Het mysterie van de alchemie
- Magische mysteriën – Ficino, Paracelsus, Geheugenkunst en Engelenmagie
- De mysterieuze Rozenkruismanifesten en de Vrijmetselaars
- Over hemelreizen, mysteribeelden en magnetisme
- Blavatsky’s Geheime Leer en Rudolf Steiner’s Mysterie van Golgotha
- Geheime orden en esoterische bewegingen
- De Hermetische Orde van de Gouden Dageraad
- Carl Gustav Jung en het Mysterium Coniunctionis
Uitleiding