Eindeloos bewustzijn – standaardwerk van cardioloog Pim van Lommel over bijna-dood ervaringen

BESTEL EINDELOOS BEWUSTZIJN

In 2007 verscheen ‘Eindeloos bewustzijn’ van cardioloog Pim van Lommel, zijn onderzoek naar bijna-dood ervaringen (BDE). Sindsdien kunnen we niet meer om het verschijnsel bijna-dood ervaring heen. Het is een authentieke ervaring, niet te herleiden tot fantasie, psychose of zuurstoftekort; een BDE verandert mensen blijvend. In de bovenstaande video spreekt Joan Luka met Pim van Lommel over bijna-dood ervaringen.

Eindeloos bewustzijn biedt een samenvatting van bestaande kennis over bijna-dood ervaringen en zet aan tot het wetenschappelijk verklaren van het verschijnsel van non-lokaal bewustzijn waarbij de auteur aansluit bij elementen uit de kwantumfysica.

In ‘Eindeloos bewustzijn’ legt van Lommel stap voor stap uit hoe mensen die klinisch dood zijn toch zo’n indringende ervaring kunnen hebben. Hij doorspekt zijn betoog met verhalen van mensen die een BDE hebben meegemaakt. Met de meesten van hen heeft Van Lommel persoonlijk contact gehad. Volgens Van Lommel is de heersende, materialistische visie van artsen, filosofen en psychologen op de relatie tussen hersenen en bewustzijn te beperkt is om het verschijnsel te kunnen duiden. Er zijn goede redenen om aan te nemen dat ons bewustzijn niet altijd samenvalt met het functioneren van onze hersenen: het kan ook los van ons lichaam ervaren worden.

BESTEL EINDELOOS BEWUSTZIJN

INLEIDING

Alle wetenschap is ervaringswetenschap,
alle theorie is ondergeschikt aan de waarneming,
één enkel feit kan de macht hebben
een heel systeem te doen vallen.

Arts en auteur Frederik van Eeden (1860-1932)

Hoe het begon

Het is 1969. Op de hartbewaking gaat plotseling het alarm af. Op de monitor is te zien dat het elektrocardiogram van een patiënt met een hartinfarct totaal vlak is geworden. Hij heeft een hartstilstand gekregen. Twee verpleegkundigen rennen naar de patiënt die inmiddels niet meer aanspreekbaar is en sluiten snel de gordijnen om zijn bed. Eén verpleegkundige begint met uitwendige hartmassage, de ander doet een kort buisje in zijn mond en geeft extra zuurstof via een kapje dat op de mond van de bewusteloze patiënt wordt geplaatst. De derde verpleegkundige komt aanrennen met de reanimatiekar waar de defibrillator op staat.

De defibrillator wordt opgeladen, de paddels worden van gelei voorzien, de borst van de patiënt wordt ontbloot, iedereen laat de patiënt en zijn bed los, en de patiënt wordt gedefibrilleerd. Hij krijgt een stroomstoot op de borst. Zonder succes. Hartmassage en uitwendige beademing worden hervat en in overleg met de arts wordt extra medicatie in het infuus gespoten. Hierna wordt de patiënt voor de tweede keer gedefibrilleerd. Nu herstelt het hartritme zich wel en ruim één minuut later, na een bewusteloosheid die ongeveer vier minuten heeft geduurd, komt de patiënt tot grote opluchting van de verpleging en de aanwezige arts weer bij bewustzijn. De aanwezige arts was ik. Ik was dat jaar begonnen met mijn opleiding cardiologie.

Na de geslaagde reanimatie was iedereen tevreden, behalve de patiënt. Hij was met succes gereanimeerd, maar desondanks was hij tot ieders verbazing erg teleurgesteld. Hij vertelde over een tunnel, over kleuren, over een licht, over een prachtig landschap en over muziek.
Hij was heel emotioneel. De term bijna-dood ervaring (bde) bestond nog niet, en ik had ook nooit eerder gehoord dat mensen herinneringen konden hebben aan de periode van hun hartstilstand. Ik had tijdens mijn studie geleerd dat zoiets helemaal niet mogelijk was: bewusteloos zijn betekent geen bewustzijn ervaren, en dat geldt dus voor patiënten met een hartstilstand of voor patiënten in coma. Op zo’n moment zou het gewoonweg onmogelijk zijn om bewustzijn te ervaren of herinneringen te hebben omdat alle hersenfuncties zijn uitgevallen. Bij een hartstilstand is een patiënt bewusteloos, hij ademt niet meer en hij heeft geen meetbare pols of bloeddruk.

(Bijna) dood in het ziekenhuis

De eerste hartbewakingsafdelingen zijn in Nederlandse ziekenhuizen gestart in 1966, toen uitwendige hartmassage en toediening van extra zuurstof in combinatie met uitwendige defibrillatie (een stroomstoot) een nieuwe en effectieve behandelingsmogelijkheid bleken te zijn voor patiënten met een hartstilstand. Een hartstilstand was en is nog steeds de meest frequente doodsoorzaak voor mensen met een hartinfarct. Per jaar sterven in Nederland ongeveer 40.000 mensen aan een hartstilstand. Sinds de moderne mogelijkheden van reanimatie en de oprichting van hartbewakingsafdelingen is de sterfte aan een hartstilstand duidelijk afgenomen en maakt men tegenwoordig geregeld mee dat patiënten hun hartstilstand dankzij een reanimatie overleven.

Als cardioloog werd ik bijna dagelijks geconfronteerd met het probleem van de dood. Men wordt als arts bijna gedwongen om na te denken over alle emotionele, filosofische en fysiologische aspecten van leven en dood. Maar dit denken komt meestal pas werkelijk op gang wanneer men in het persoonlijke leven geconfronteerd wordt met de dood van een familielid. In mijn geval was dat het overlijden van mijn moeder op 62-jarige en van mijn broer op 41-jarige leeftijd.

Ik was de succesvol gereanimeerde patiënt uit 1969, met zijn herinneringen aan de periode van zijn hartstilstand, nooit vergeten, maar ik had er sinds die tijd ook niets mee gedaan. Tot ik in 1986 een boekje over bijna-dood ervaringen van George Ritchie las met de titel ‘Terugkeer uit de dood’. Ritchie had als medisch student in 1943 bij een dubbelzijdige longontsteking een periode van klinische dood doorgemaakt. In die tijd werden antibiotica zoals penicilline nog niet op grote schaal toegepast. Na een periode van zeer hoge koorts met extreme benauwdheid overleed hij: hij ademde niet meer, zijn pols was niet meer te voelen. Hij werd door een arts doodverklaard en met een laken toegedekt.

Een ziekenbroeder was zo ontzet over de dood van deze medische student dat hij de aanwezige arts tenslotte wist over te halen een adrenaline-injectie in de borstkas ter hoogte van het hart toe te dienen – een in die tijd bepaald ongebruikelijke actie. Na ruim negen minuten ‘dood’ te zijn geweest, kwam George Ritchie tot grote verrassing van de arts en verpleger weer bij bewustzijn. Tijdens zijn periode van bewusteloosheid, de periode waarin hij dood was verklaard, bleek hij een zeer uitgebreide ervaring te hebben gehad waarvan hij zich veel bijzonderheden kon herinneren.

Aanvankelijk kon en durfde hij hier helemaal niet over te praten. Over wat hij in die negen minuten had meegemaakt heeft hij later zijn boek geschreven. Ook heeft hij na zijn afstuderen tijdens colleges die hij als psychiater gaf, zijn ervaring aan medische studenten verteld. Een van de aanwezige studenten was Raymond Moody, die door dit verhaal zo was geïntrigeerd dat hij zich ging verdiepen in ervaringen die tijdens een kritieke medische situatie kunnen optreden.

Hij schreef in 1975 het boek ‘Leven na dit leven’, dat een wereldwijde bestseller werd. In dit boek heeft Moody voor het eerst de term Near-Death Experience (nde) gebruikt, die in het Nederlands is vertaald als ‘bijna-dood ervaring’ (bde), al zou ‘nabij-de- dood ervaring’ een veel betere vertaling zijn geweest.

Na het lezen van het boek van George Ritchie bleef ik mezelf afvragen hoe het mogelijk is dat iemand tijdens een hartstilstand bewustzijn kan ervaren en of dat vaker voorkwam. Daarom ben ik in 1986 op mijn polikliniek systematisch alle patiënten die ooit in het verleden gereanimeerd waren, gaan vragen of ze zich iets konden herinneren van de periode van hun hartstilstand. En tot mijn niet geringe verbazing had ik in twee jaar tijd twaalf verhalen van zo’n bijna-dood ervaring gehoord bij ruim vijftig mensen die in het verleden hun hartstilstand hadden overleefd.

Daarvóór had ik zoiets, behalve die eerste keer in 1969, nooit meer gehoord. Ik had er ook niet naar gevraagd omdat ik er niet voor open had gestaan. Maar door al die verhalen die ik nu hoorde was mijn nieuwsgierigheid gewekt. Volgens onze huidige medische inzichten is het immers niet mogelijk bewustzijn te ervaren als je hart stilstaat.

Patiënten zijn tijdens een hartstilstand klinisch dood. En klinisch dood wordt gedefinieerd als een periode van bewusteloosheid ten gevolge van onvoldoende bloedvoorziening van de hersenen door het wegvallen van een adequate bloedsomloop en/of ademhaling, zoals veroorzaakt wordt door een hartstilstand bij patiënten met een hartinfarct. Als in deze situatie geen reanimatie wordt gestart ontstaat er na vijf tot tien minuten een onherstelbare schade aan de hersencellen en zal de patiënt uiteindelijk in bijna alle gevallen overlijden, ook als later door reanimatie toch het hartritme nog kon worden hersteld.

Vragen over hersenfuncties en bewustzijn

Alles begon voor mij met nieuwsgierigheid. Met vragen stellen. Met het zoeken naar een mogelijke verklaring voor bepaalde objectieve bevindingen en subjectieve ervaringen. Het verschijnsel bijna-dood ervaring riep bij mij een aantal fundamentele vragen op. Een bde is een bijzondere bewustzijnstoestand die ontstaat tijdens een dreigende of werkelijke periode van lichamelijke, psychologische of emotionele dood.

Hoe en waarom ontstaat een bde? Hoe ontstaat de inhoud van een bde? Waarom ontstaan er in iemands leven zulke ingrijpende veranderingen na een bde? Met sommige antwoorden op deze vragen kon ik niet tevreden zijn, omdat ik ze onvolledig, onjuist of ongefundeerd vond. Ik ben opgegroeid in een academische wereld waarin mij altijd geleerd was dat er voor alles een reductionistische en materialistische verklaring was. En dat standpunt had ik tot dan toe altijd zonder enige discussie als juist aanvaard.

Door me te verdiepen in de persoonlijke, psychologische, maatschappelijke en wetenschappelijke aspecten van bijna-dood ervaringen werden ook andere algemeen gestelde vragen voor mij belangrijk: Wie ben ik? Waarom ben ik hier? Wat is de oorsprong van mijn leven? Wanneer en hoe komt er een eind aan mijn leven? En wat betekent de dood voor mij? Gaat mijn ‘leven’ dan nog door?

In alle tijden en culturen, en in elke levensfase, zoals bij de geboorte van een kind of kleinkind, bij de confrontatie met overlijden of bij een andere ernstige crisis, worden deze essentiële vragen steeds opnieuw gesteld. Over het wonder van een geboorte. Over het mysterie van de dood. Maar een bevredigend antwoord krijgt men meestal niet. Wat er ook in ons leven gebeurt, hoe wij onszelf ook ontwikkelen, welke voorspoed of tegenslag wij ook in ons leven te verwerken krijgen, of wat voor roem, macht of rijkdom we verzamelen, de dood zal er altijd zijn. Alles wat men om zich heen verzamelt, zal binnen niet al te lange tijd verloren gaan. En geboorte en dood zijn een realiteit die zich elke seconde in ons leven afspeelt omdat ons lichaam voortdurend een proces van afsterven en vernieuwing ondergaat.

Sommige wetenschappers geloven niet in vragen die nooit opgelost kunnen worden maar wel in vragen die verkeerd zijn gesteld. In 2005 verscheen er een speciale jubileumuitgave van het tijdschrift Science met 125 vragen waar wetenschappers thans nog geen antwoord op hebben. Na de belangrijkste nog te beantwoorden vraag: Waaruit bestaat het universum? was de tweede vraag: Wat is de biologische basis van bewustzijn? Ik zou deze tweede vraag anders formuleren, namelijk: Is er (wel) een biologische basis voor bewustzijn? Verder kunnen we in ons bewustzijn zowel tijdelijke als tijdloze aspecten onderscheiden. Een volgende vraag is dus: Kunnen we wel spreken over een begin van ons bewustzijn en komt er ooit een eind aan ons bewustzijn?

Om deze vragen te kunnen beantwoorden, moeten we een beter inzicht krijgen in de relatie tussen hersenfuncties en bewustzijn. We zullen dan allereerst moeten nagaan of er aanwijzingen zijn dat bewustzijn nog ervaren kan worden tijdens slaap, coma, hersendood, klinische dood, het stervensproces en ten slotte na definitief overlijden. Als er positieve antwoorden op deze vragen komen, moet worden gezocht naar wetenschappelijke verklaringen waarom dit mogelijk is en moet de relatie tussen hersenfuncties en bewustzijn voor deze verschillende situaties nader worden onderzocht. Dit leidt tot een nadere reeks van vragen die in dit boek aan de orde zullen komen:

  • Waar ben ik wanneer ik slaap? Kan ik mij tijdens mijn slaap nog van iets bewust zijn?
  • Er blijkt soms nog sprake te zijn van bewustzijn tijdens anesthesie. Maar hoe kan men verklaren dat sommige patiënten tijdens alge- hele anesthesie (narcose) later precies kunnen beschrijven wat er is gezegd of zelfs gedaan, meestal op het moment van complicaties tijdens hun operatie?
  • Is er nog sprake van bewustzijn wanneer iemand in coma ligt? In een recent artikel in Science5 is geschreven over het wetenschappelijk aantonen van bewustzijn bij een patiënte in een vegetatieve staat. Dit is een vorm van coma met nog spontane ademhaling en hersenstamreflexen. Bij deze patiënte werden als reactie op gesproken instructies om zich bepaalde activiteiten voor te stellen, zoals tennis spelen of door het eigen huis lopen, tijdens hersenonderzoek veranderingen gezien die identiek waren aan de veranderingen die na eenzelfde opdracht bij gezonde vrijwilligers werden aangetoond. Dit betekent dat de gevonden veranderingen alleen maar konden worden uitgelegd door aan te nemen dat deze patiënte, ondanks haar vegetatieve toestand, de mondelinge opdracht niet alleen had begrepen maar de instructie ook had uitgevoerd. Het onderzoek bewees dat deze patiënte in coma zich bewust was van zichzelf en van haar omgeving, maar door haar hersenbeschadiging niet in staat was haar gevoelens en gedachten rechtstreeks aan de buitenwereld te tonen. Ook Alison Korthals Altes beschrijft in haar boek Uit coma6 haar waarneming van personeel en familie op de intensivecare-unit tijdens haar drie weken durende coma na een ernstig verkeersongeluk.
  • Kan er nog sprake zijn van bewustzijn als iemand hersendood is verklaard? In zijn boek Droomvlucht in coma vertelt Jan Kerkhoffs wat hij, toen hij door complicaties na een hersenoperatie door neurologen hersendood was verklaard, allemaal bewust had ervaren. Alleen omdat zijn familie orgaandonatie had geweigerd kon hij over deze ervaringen een boek schrijven, nadat hij na drie weken in coma te hebben gelegen tot ieders verrassing weer bij bewustzijn was gekomen.
  • Is hersendood wel dood of is dit het begin van een stervensproces dat uren tot dagen kan duren, en wat gebeurt er tijdens het stervensproces met het bewustzijn?
  • Staat klinische dood gelijk met verlies van bewustzijn? Uit vele verslagen van een bijna-dood ervaring die in dit boek aan de orde komen, blijkt dat mensen tijdens een hartstilstand, dus tijdens een periode van klinische dood, een ongewoon helder bewustzijn kunnen ervaren.
  • Is er nog sprake van bewustzijn wanneer iemand definitief is overleden en het lichaam koud is? Op deze laatste vraag ga ik hierna nader in.

Is er bewustzijn na de dood?

Bijna dood is bepaald niet hetzelfde als dood, maar de vraag is of onderzoek naar bde ons toch aanwijzingen kan geven over wat er met het bewustzijn gebeurt als iemand definitief is overleden. We moeten dan eerst voorzichtig een antwoord zoeken op de vraag óf en eventueel hóé na het overlijden bewustzijn kan worden ervaren. Hoe kunnen we vermoeden wat er met ons bewustzijn gebeurt wanneer we dood zijn? En hoe komen we aan onze ideeën over de dood? Waarom zouden we ons eigenlijk willen verdiepen in de dood, in wat dood zijn zou kunnen inhouden?

De confrontatie met de dood roept onmiddellijk vragen op omdat de dood in onze maatschappij nog steeds taboe is. Terwijl het ‘dood’normaal is dat er dagelijks mensen sterven. Vandaag, wanneer u dit leest, zullen in Nederland ongeveer 375 mensen overlijden. Dit betekent dat per jaar in Nederland ruim 135 000 mensen sterven. In de wereld sterven jaarlijks ruim zeventig miljoen mensen. Doordat er echter wereldwijd per jaar meer mensen worden geboren dan overlijden neemt de wereldbevolking nog steeds toe. Dagelijks worden in Nederland gemiddeld 515 baby’s geboren. Sterven is net zo normaal als geboren worden. Maar de dood is uit onze maatschappij verbannen. Mensen sterven steeds vaker in ziekenhuizen en verpleeghuizen, al is er gelukkig de laatste tijd een tendens om thuis of in een hospice te overlijden.

Wat is dood, wat is leven, en wat gebeurt er als ik dood ben? Waarom zijn de meeste mensen er zo bang voor? De dood kan na een zwaar ziekbed toch ook een bevrijding zijn? Waarom beleven artsen het overlijden van een patiënt nog vaak als medisch falen? Omdat de patiënt niet in leven is gebleven? Waarom mag men niet meer ‘gewoon’ doodgaan aan een ernstige, terminale ziekte, maar moeten mensen eerst nog aan de beademing en aan kunstmatige voeding via slangetjes en infusen? Waarom kiezen mensen in het eindstadium van een kwaadaardige ziekte soms toch nog voor chemokuren waarmee het leven misschien korte tijd gerekt wordt, maar die de kwaliteit van het resterende leven lang niet altijd verbeteren. Waarom is onze eerste neiging ten koste van alles het leven te rekken en de dood uit te stellen?

Het standpunt van een arts is meestal een patiënt zo lang mogelijk in leven te houden, en vaak komt dit overeen met de wens van de patiënt, die ondanks alle beperkingen, pijn en benauwdheid nog enige tijd in leven wil blijven. Is de angst voor de dood de belangrijkste oorzaak hiervan? En ontstaat die angst door onwetendheid over wat de dood zou kunnen zijn? Kloppen onze ideeën over de dood eigenlijk wel? Is de dood werkelijk het einde van alles?

Ook in de medische opleiding wordt nauwelijks aandacht besteed aan wat de dood zou kunnen inhouden. Tegen de tijd dat zij afstuderen, hebben de meeste artsen nog weinig nagedacht over de dood. Tijdens het leven sterven er in je lichaam elke seconde vijfhonderdduizend cellen, elke minuut dertig miljoen cellen en per dag vijftig miljard. Al deze cellen worden ook iedere dag weer vervangen, zodat je om de paar jaar een bijna volledig nieuw lichaam hebt. Celdood is dus iets anders dan lichaamsdood.

Men heeft tijdens het leven een steeds veranderend lichaam, elke seconde opnieuw. Maar dat merkt en beseft men niet. En waar komt de continuïteit van dit steeds veran- derende lichaam vandaan? Cellen zijn bouwstenen, te vergelijken met de bouwstenen van een huis: maar wie ontwerpt, plant en coördineert de bouw van een huis? Niet de bouwstenen zelf. En de logische vraag is dus: Hoe komt elke seconde de bouw en coördinatie van het steeds veranderende lichaam tot stand?

Elk lichaam functioneert biochemisch en fysiologisch hetzelfde, maar elk mens verschilt. Wat veroorzaakt dit verschil? Niet alleen het uiterlijke aspect van het lichaam bepaalt dit verschil. Mensen verschillen van karakter, gevoelens, stemmingen, intelligentie, belangstelling, ideeën en behoeftes. Het bewustzijn speelt een belangrijke rol bij dit verschil. En de vraag is dus: is de mens zijn lichaam, of heeft de mens een lichaam?

Iets meer dan de helft van de Nederlandse bevolking gelooft met een zekere stelligheid dat met de dood alles ophoudt. Zij denken dat de dood van ons lichaam het einde betekent van onze identiteit, onze gedachten en onze herinneringen en dat de dood het einde is van ons bewustzijn. Ongeveer veertig tot vijftig procent van de bevolking gelooft daarentegen in een vorm van voortbestaan na de dood. Vele mensen vragen zich echter niet af of hun ideeën over de dood wel kloppen. Totdat er bij een sterfgeval, een ernstig ongeluk of een levens- bedreigende ziekte in de familie of naaste vriendenkring een confrontatie met de eigen sterfelijkheid optreedt.

Indien men zich verdiept in wat er in onze hele geschiedenis, in alle tijden, culturen en religies over de dood is gedacht en geschreven ontstaat de mogelijkheid dat wij ons een ander of beter beeld vormen over de dood. Maar dat kan ook gebeuren op basis van inzichten uit recent wetenschappelijk onderzoek naar bijna-dood ervaringen. Het is gebleken dat de meeste mensen na een bde totaal geen angst meer hebben voor de dood. Uit eigen ervaring hebben zij het inzicht gekregen dat met de dood niet alles ophoudt en dat er sprake is van een vorm van persoonlijk voortbestaan. Zoals iemand mij na zijn bde schreef: ‘Het ligt buiten mijn terrein te discussiëren over iets wat alleen door de dood bewezen kan worden. Voor mijzelf was deze ervaring echter doorslaggevend om mij ervan te overtuigen dat bewustzijn ook na het graf blijft bestaan. Dood bleek niet dood te zijn, maar een andere vorm van leven.’

Volgens mensen met een bde zou de dood niets anders zijn dan een veranderde bestaanswijze met een verhoogd en verruimd bewustzijn dat overal tegelijk aanwezig is doordat het niet langer aan een lichaam is gebonden.

De rol van de wetenschap bij de bestudering van het bewustzijn

Volgens de wetenschapsfilosoof Ilja Maso wordt in het algemeen de wetenschappelijke benadering die gebaseerd is op materialistische, mechanistische en reductionistische assumpties door de meeste wetenschappers het hoogst aangeslagen. Daar gaan de meeste fondsen naar toe, daar worden de meest aansprekende resultaten behaald en daar zouden de knapste koppen werken. Hoe sterker een visie van dit materialistisch paradigma afwijkt, hoe lager de plaats van deze visie in de hiërarchie en hoe minder geld en aanzien ze krijgt. De ervaring is dan ook dat er onevenredig veel geld naar de bovenste regionen van de hiërarchie gaat, terwijl het juist in die onderste regionen gaat om eigenschappen, noden en problemen van mensen. Echte wetenschap beperkt zich niet tot materialistische en dus beperkende aannames, maar staat open voor nieuwe en aanvankelijk soms onverklaarbare bevindingen en ziet het als een uitdaging om hier verklarende theorieën voor te vinden.

INHOUDSOPGAVE

Tien jaar later… Hoe Eindeloos bewustzijn zijn eigen weg zocht

1. Inleiding
Hoe het begon
(Bijna) dood in het ziekenhuis
Vragen over hersenfuncties en bewustzijn
Is er bewustzijn na de dood?
De rol van de wetenschap bij de bestudering van het bewustzijn 47 De behoefte aan een nieuwe benadering
Wetenschap is vragen stellen met een open geest
Eindeloos bewustzijn
De bijna-dood ervaring: een brug tussen wetenschap en spiritualiteit
De opbouw van dit boek

2. Een bijna-dood ervaring en het leven daarna

3. Wat is een bijna-dood ervaring
Definitie van een bijna-dood ervaring
Omstandigheden waarbij een bde kan worden gemeld
Hoe vaak komt een bde voor? – Indeling van een bde in elementen volgens Moody – Andere indelingen van een bde – Indeling bde in vijf fasen volgens Ring – Indeling bde in drie hoofdtypen volgens Sabom – Indeling bde in vier componenten volgens Greyson
Uitleg verschil tussen retrospectieve en prospectieve wetenschappelijke studies 71
De diepte van een ervaring
De twaalf elementen van een bde, met sprekende voorbeelden 1. Onuitsprekelijkheid
2. Gevoel van vrede en rust; er wordt geen pijn meer ervaren 3. Het besef dood te zijn 4. Een uittredingservaring of buitenlichamelijke ervaring 5a. Verblijf in een donkere ruimte 5b. Tunnelervaring 5c. Angstwekkende bde 6. Waarnemen van een niet-wereldse omgeving 7. Ontmoeting en communicatie met overleden personen 8. Ontmoeting met een stralend licht of een wezen van licht 9. Levensschouw of Terugblik 10. Vooruitblik, een voorschouw of ‘flash forward’ 11. Het waarnemen van een grens 12. De bewuste terugkeer in het lichaam
Empathische bde
Conclusie

4. Veranderd door een bijna-dood ervaring
Inleiding
Wat zijn de gevolgen van een bde?
Studies naar veranderingsprocessen na een bde
Factoren die het veranderingsproces kunnen beïnvloeden
De integratie van de ervaring 103
Positieve en negatieve aspecten van veranderingsprocessen
Overzicht van de verschillende veranderingen – Zelfaanvaarding en veranderd zelfbeeld – Medeleven met anderen – Waardering van het leven – Geen angst meer voor de dood, en geloof in leven na de dood – Verminderde kerkelijkheid bij toegenomen religieuze gevoelens – Toegenomen spiritualiteit – Lichamelijke veranderingen – Verhoogde intuïtieve gevoelens
Psychische problematiek na een bde
De invloed van de tijd op veranderingsprocessen bij mensen met en zonder bde
Conclusie

5. Bijna-dood ervaringen bij kinderen
Inleiding
Wetenschappelijk onderzoek naar bde bij kinderen 128 Omstandigheden waarbij een bde door kinderen kan worden gemeld
De inhoud van een bde bij kinderen
Veranderingen na een kinder-bde
Spontane uittredingen of buitenlichamelijke ervaringen (ble)
Een voorbeeld van een bde op kinderleeftijd

6. Onderzoek naar bijna-dood ervaringen
Inleiding
Ontwikkeling in het wetenschappelijk onderzoek naar bde’s
Hoe vaak komt een bde voor?
De invloed van de leeftijd
Wie krijgt een bde?
Omstandigheden waarbij een bde kan optreden
Voorlopige conclusies over het vóórkomen van bde’s
Theorieën over de oorzaak en inhoud van een bde
Fysiologische theorieën – Zuurstoftekort – Te veel kooldioxide – Chemische reacties in de hersenen – Elektrische activiteit van de hersenen
Psychologische theorieën – Angst voor de dood – Persoonlijkheidsfactoren
Geboorteherinnering
Hallucinaties
Dromen
Gebruik van medicijnen
Conclusie

7. De Nederlandse studie naar bijna-dood ervaringen
Inleiding
De opzet van de Nederlandse prospectieve studie
De organisatie
Hoe vaak overlijden patiënten aan een hartstilstand?
De langetermijnstudie
Het ontwerp van de studie
Het eerste interview
Een verborgen teken, alleen zichtbaar bij een buitenlichamelijke ervaring
Het ontwerp van de langetermijnstudie
Bevindingen van de prospectieve studie
Resultaten van de prospectieve studie – Percentage bde’s – Gevonden elementen van de bde – Factoren die het ontstaan van bde niet bleken te beïnvloeden – Factoren die het ontstaan van bde wél beïnvloeden
Conclusies van de prospectieve studie
Bevindingen van de langetermijnstudie (longitudinale studie) – Resultaten van de langetermijnstudies
Commentaar op de Nederlandse studie naar bde
Vergelijking met prospectieve studies naar bde in Amerika en Engeland – De Amerikaanse studie – De Engelse studie 1 – De Engelse studie
Conclusie

8. Wat gebeurt er in de hersenen wanneer het hart plotseling stopt?
Inleiding
De paradox van helder bewustzijn tijdens uitval van hersenfuncties
De uitval van hersenactiviteit tijdens een hartstilstand is te meten
Wat gebeurt er in de hersenen wanneer het hart stopt?
Het verschil tussen tijdelijke en blijvende uitval
Wat gebeurt er tijdens een reanimatie?
Tijdelijke en blijvende beschadiging van de hersenen na een hartstilstand
De bde van Pamela Reynolds
Conclusie

9. Wat weten wij van de functie van de hersenen?
Inleiding
De zoektocht naar bewustzijn
De betrouwbaarheid van hedendaags hersenonderzoek
Onbewezen hypothesen
Neuronen en elektromagnetische velden
De invloed van elektromagnetische activiteit op de functie van de
hersenen – Magnetische stimulatie – Elektrische stimulatie – Therapeutische effecten – Bewustzijnsonderzoek door middel van tms
Hersenen, informatieopslagcapaciteit en geheugen
Neuroplasticiteit – Placebo-effect en psychotherapie – Cognitieve therapie – Meditatie – Vrije wil – Samenvatting neuroplasticiteit
Ons brein is geen computer
Conclusie

10. Kwantumfysica en bewustzijn
Inleiding
Enkele elementen van een bde opnieuw beschouwd
Korte samenvatting van dit hoofdstuk
Ons klassieke wereldbeeld
Complementariteit van deeltjes en golven
Verstrengeling
Non-lokaliteit
Het nieuwe wereldbeeld op basis van de kwantumfysica
Wat is eigenlijk een golf?
Het begrip veld
Het hologram
Elektromagnetische velden
Velden, frequentie en informatie
De non-lokale ruimte van waarschijnlijkheidsgolven
Bewustzijn en de non-lokale ruimte
De complementariteit van de non-lokale ruimte
Veldtheorieën in levende systemen
Geldt de kwantumfysica ook voor levende systemen?
Kwantumtheorie, zelforganisatie en bewustzijn
Conclusie

11. Hersenen en bewustzijn
Inleiding 277
De materialistische benadering
Bijna-dood ervaring, bewustzijn en hersenen
De continuïteit van bewustzijn
Nieuwe concepten in de wetenschap
Een nieuwe visie op bewustzijn en hersenen
Non-lokaal bewustzijn in de non-lokale ruimte
Complementaire theorie
Vergelijking met wereldwijde communicatie
Non-lokale verstrengeling van bewustzijn is wetenschappelijk aangetoond
De interface tussen non-lokaal bewustzijn en de hersenen
Tussentijdse samenvatting
Mogelijke theorieën om de overgang of interface te verklaren – De koppeling van bewustzijn aan (virtuele) fotonen – De invloed van bewustzijn via het kwantum Zeno effect -Informatieoverdracht via kwantumspin-correlatie in de hersenen
Conclusie

12. De continuïteit van het veranderende lichaam
Inleiding
dna
Korte samenvatting van dit hoofdstuk
Wat is precies dna?
Epigenetica
De mogelijke functie van junk-dna
Biofotonen
dna als informatiebron voor elke cel
Non-lokale informatieoverdracht via dna
dna, erfelijkheid en bewustzijn
Communicatie met cellen op afstand
Getransplanteerd geheugen
Conclusies

13. Eindeloos bewustzijn
Inleiding
Ons bewustzijn en de ‘werkelijkheid’
Persoonlijke en gemeenschappelijke aspecten van bewustzijn
Transpersoonlijke aspecten van het bewustzijn
Ervaringen van veranderd bewustzijn
Non-lokaal bewustzijn
Een bde is een aspect van het eindeloze bewustzijn
Andere vormen van non-lokaal bewustzijn – Sterfbedvisioen – Ervaringen van contact met het (non-lokale) bewustzijn van overleden personen – Perimortale ervaringen – Postmortale ervaringen
Geloof in een vorm van persoonlijk voortbestaan
De continuïteit van het bewustzijn na de lichamelijke dood
Andere vormen van non-lokale informatie-uitwisseling – Verhoogde intuïtieve gevoeligheid – Het waarnemen op afstand (intuïtief waarnemen) – Genialiteit – De invloed van bewustzijn op de materie: psychokinese, telekinese en teleportatie
Conclusie

14. Er is niets nieuws onder de zon
Inleiding
Niets nieuws
Mystieke ervaringen als bron van inzicht over de dood
De wereldgodsdiensten en mystieke ervaringen
Hindoeïsme – Het oude India – Het moderne India
Het Tibetaans boeddhisme
De filosofie van het oude Griekenland
De oude joodse mystieke leer
Het christendom
De islam
Enkele oude verslagen van een bijna-dood ervaring – Plato: Het visioen van Er – Een verslag van een bde uit de achtste eeuw – Een verslag van een bde uit de negentiende eeuw – Twee medische verslagen van een bde uit de negentiende eeuw
Conclusie

15. Veelgestelde vragen
Inleiding
Wetenschappelijke weerstand tegen bde
Objectief bewijs van controleerbare waarnemingen tijdens een buiten- lichamelijke ervaring (ble)
Reïncarnatie
Orgaandonatie: waar gaat het ‘wezenlijk’ over?
Indringende vragen
Gebrekkige en eenzijdige voorlichting
Wanneer is iemand hersendood?
Is hersendood gelijk aan dood?
Afname aantal hersendode donoren
Conclusie

16. De praktische betekenis van bde
Hulpverlening na een bde
bde in het ziekenhuis
Mislukte zelfdoding en suïcidale patiënten
Afdelingen voor terminale en palliatieve zorg
Ervaringen na het overlijden
Meningsvorming over de dood in de gezondheidszorg
Euthanasie en hulp bij zelfdoding
Conclusie

17. Epiloog
Bijna-dood ervaring en wetenschap
Bijna-dood ervaring en gezondheidszorg
Bijna-dood ervaring en ons mensbeeld

Dankwoord

Verklarende woordenlijst

Noten
Bronnen
Personenregister

BESTEL EINDELOOS BEWUSTZIJN

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DE DOOD