Het touw en de waarheid – jeugdboek van Marco Kunst met illustraties van Jeska Verstegen

BESTEL HET TOUW EN DE WAARHEID

Een verhaal van Marco Kunst met een universeel gegeven, gevoelvol en diep waar. In Ylan herken je het oprechte denken dat naar waarheid zoekt. In Kyra, het kleurrijke gevoelsleven verlangend naar betekenis en zin. Hart en hoofd hebben elkaar nodig. Kennis en liefde gaan samen op. Mooi lees- en prentenboek ineen, geschreven in kleurrijke taal met prachtig grote illustraties van Jeska Verstegen. De leeftijd 10+ rek ik op naar 100. 

Heb je weleens de zon in zee zien ondergaan? Op zo’n warme zomeravond, zittend in het zachte zand, golfjes likkend aan het strand alsof het roomijs was, met laat licht als honing op het slaperige water? Je hoorde eerst vooral geroezemoes van duizend stemmen door elkaar. Daarna hoorde je de afzonderlijke stemmen: blije stemmen, droeve stemmen, stemmen van kinderen, stemmen van grijsaards, en iedere stem vertelde een ander verhaal. Evenveel verhalen als er stemmen waren, evenveel stemmen als er mensen zijn.

Zo waaiden ooit op zo’n avond de stemmen van Kyra en Ylan bij me aan. Om beurten vertelden ze me hun bijzondere verhaal, in woorden en beelden die al even vervlochten waren als hun stemmen. Waar Kyra en Ylan woonden weet ik niet. Of hun verhaal zich lang geleden afspeelde of onlangs, ook dat weet ik niet. Sommige verhalen zingen eeuwen rond boven zee voor ze een kust bereiken. De streken waar het verhaal van Ylan en Kyra zich afspeelt, heb ik in geen atlas kunnen vinden. Het leven was er anders dan hier. Maar hoe anders ook, hun verhaal raakte me en daarom vertel ik het nu aan jullie.

BESTEL HET TOUW EN DE WAARHEID

 

1 HET KLOOSTER OP DE KLIF

Hoog, hóóg rezen de torens van het klooster op de klif op naar de wolken. Rond het kleine eiland Skribe sloeg de zee bulderend en schuimend op de klippen, dag in dag uit, jaar in, jaar uit. Ylan wist niet beter, hij woonde hier al zolang hij zich kon herinneren. Zelden zweeg de wind, nooit kwam de zee tot rust Boven de branding cirkelden vogels. Ze riepen schril, vingen het ene visje na het andere en nestelden bij duizenden op de kale hellingen.

Door de schemerige gangen van het klooster dwaalde Ylan rond tussen de monniken. Altijd en overal klonken hun stemmen, droog en lispelend, streng en bezwerend. Verder hoorde je vooral pennen krassen, op papier en perkament. De monniken dachten na over de wereld en alles wat áchter de wereld schuil zou gaan. Ieder woord riep duizend andere op, want ieder woord moest tenslotte heel precies begrepen worden, en zo ging het maar door, dag in dag uit, jaar na jaar, een niet te stuiten vloed van woorden. Alles in dienst van de waarheid, want daar waren de monniken van Skribe al eeuwen naar op zoek.

Zelfs de wanden en vloeren, pilaren en plafonds van het klooster waren in de loop der eeuwen volgeschreven. Gebeeldhouwde woorden, gekrast in steen of hout, of met pen en inkt op meubels en gordijnen genoteerd. Woorden, woorden, woorden, waar je maar keek en waar je maar je oor te luisteren legde. Op de ruige hellingen die het klooster omgaven, ontkwam je er ook niet aan: in iedere steen en op ieder rotsoppervlak waren tekens gekrast, vaak ouder dan het alfabet. Alleen in de leeszaal die het hart van het grote gebouw vormde, heerste eerbiedige stilte. Daar zaten de monniken gebogen over hun boek en lazen. Hun voeten koud, hun hoofden vol, hun koppen kaal. Iedere monnik zijn eigen boek.

Ylan zat daar ook. Hij was nog jong. Geen klein kind meer, maar zeker niet volwassen. Monnik was hij ook nog niet, al was het klooster het enige thuis dat hij zich kon herinneren. Sinds Abt hem had leren lezen, zat hij als alle anderen iedere dag aan een van de tafels en las de woorden van het grijze boek dat opengeslagen voor hem op tafel lag. Ylan vroeg zich soms af waarom dit nu juist zijn boek was. Een titel had het niet en wie het geschreven had, was onbekend.

‘Dit is vanaf nu jouw boek,’ had Abt gebromd. ‘Behandel het met respect. Lees aandachtig, misschien vind je ooit de waarheid. De waarheid die we al zo lang zoeken.’ Hij had hem met een plechtig gebaar het grote, zware boek overhandigd en Ylan een plek in de leeszaal gewezen.

2 HET VERFBAD

Het karmozijn mengde in lome kringels met het saffraangeel. De borrelende vloeistof kleurde oranje, straalde vermiljoen. Kyra schonk er paars bij, het laatste uit de kruik. De kleurstof was zo sterk dat het wel gesmolten aubergineschil leek. Ze roerde met lange halen. Zonlicht schitterde op de warme vloeistof. Wolken damp sloegen ervan af. Kyra boog zich over de ketel, naar het verfbad toe, en dronk de kleur in met haar ogen, met diepe teugen. Duizelig en dronken richtte ze zich weer op.

In haar dromen dook ze soms helemaal onder in het verfbad, of ze dronk de ketel tot de bodem leeg. De volgende ochtend voelde ze zich dan voldaan als na een feestmaal. Ook smeerde ze zichzelf weleens in met verf of wreef ze pigmenten in haar haar, maar daar moest je voorzichtig mee zijn. Van grootmoeder had ze geleerd welke kleurstoffen giftig waren en welke niet, maar dan nog moest je oppassen.

Kyra legde een nieuwe knoest hout op het vuur en liet de katoen in het verfbad zakken: zeker vier meter grauwe stof, van de laatste rol die ze had liggen. Ze wilde er een hangmat van maken, zo groot dat ze erin zou kunnen wegkruipen als een kevertje in de kelk van een bloem.

Het vuur likte aan de ketel. Met haar pollepel trok Kyra de stof door het verfbad. Om en om en om, in een kolk van kleur. Zweet stond op haar voorhoofd. Nog meer stoom wolkte op. De bittere lucht van de vloeistof prikkelde haar neus. Kyra hield van die geur, maar het mengsel deed haar ook aan grootmoeder denken en grootmoeder was dood. Hoelang al, dat wist Kyra eigenlijk niet. Ze hield de tijd niet bij en de dagen leken steeds meer op elkaar.

Grootmoeder was oud geweest en zonder dat ze het zelf merkte in haar slaap overleden, dat was allemaal niet zo verschrikkelijk, dat was hoe het ging. Maar sindsdien was Kyra alleen. Niet zomaar een beetje alleen. Nee, moederziel en grootmoederziel verlaten. Niemand meer op het eiland om mee te lachen, niemand om samen mee te eten, niemand om mee te dansen. Nu had grootmoeder de laatste jaren toch al niet meer gedanst, maar ze had wél in haar handen geklapt als Kyra danste, en soms zelfs zittend de maat gestampt met haar knokige benen. Nu was er niets meer aan en danste Kyra niet meer.

INHOUDSOPGAVE

  1. Het klooster op de klif
  2. Het verfbad
  3. De waarheid
  4. Kleuren
  5. Duizend gestalten
  6. Strandvondsten
  7. Mooie woorden
  8. De handelaren
  9. Irian
  10. Een droom
  11. Verlangen
  12. De vlag en de brand
  13. Nieuwe woorden
  14. Kyra’s droom
  15. Voorbij de woorden
  16. Het touw
  17. De roeiboot
  18. Afscheid van grootmoeder
  19. Sargassa
  20. Naar het zuiden
  21. Naar het noorden
  22. Herinneringen
  23. Iets groots
  24. Lichtblaue
  25. Lyviathan en Krayke
  26. De alvis en iets raadselachtigs
  27. Krayke
  28. Kyra en Ylan
  29. Herinneringen
  30. Nacht
  31. Land
  32. In het nieuwe land
  33. Het begin van een verhaal
  34. Een tekening
  35. De waarheid

BESTEL HET TOUW EN DE WAARHEID

LEES OVER DE BOVENSTAANDE AABEVOLEN JEUGDBOEKEN, VERSCHENEN IN 2023