Innerlijke alchemie – hoofdstuk 36 uit ‘Weg in Tao’ van Elly Nooyen – transformatie van de energiecentra of dantiens

DOWNLOAD HET GRATIS GEDEELTE VAN ‘WEG IN TAO’

BESTEL ‘WEG IN TAO’

Innerlijke alchemie houdt in dat de twee, alle duale aspecten van deze wereld, tot één gemaakt worden. En hierin is de hele mens betrokken: zijn denken, voelen, handelen, maar ook zijn lichaam. De mogelijkheid tot één maken komt vanuit de kracht die van Tao uitgaat. Dit is een kracht die in het midden van al het bestaande verborgen ligt. Bij ons mensen is dat in ons hart. Het is een wonderlijke weg, want wie deze weg gaat, gaat weg in Tao. Dat houdt in dat alles in ons dat Tao in de weg staat in een alchemisch proces wordt omgezet. Daarin vinden vele transformaties plaats, en dat gaat net zolang door tot we ons bewust worden van Een-zonder-twee, en mogelijk nog lang daarna.

Innerlijke alchemie is het oplossen van iedere vorm van afgescheiden zijn. Geleidelijk, maar vast en zeker. De beoefenaar wordt hierdoor, bij wijze van spreken, als een kleine vonk van een immens groot vuur. En hij straalt het licht en de warmte ervan spontaan weer uit. Dat verandert niet alleen zijn eigen leven, maar werkt ook uit in de gehele tijdelijke wereld. Hieronder volgt de tekst van hoofdstuk 36 uit het boek Weg in Tao, de kunst van innerlijke alchemie van Elly Nooyen.

 

De kern van het proces van innerlijke alchemie is om het yin en het yang tot één te maken. De diverse beschrijvingen van dit proces hanteren allemaal termen waar wij niet zo mee vertrouwd zijn. Wat het er voor ons niet gemakkelijker op maakt, is dat deze vaak door elkaar gebruikt worden. Om het voor ons westerse denkers enigszins overzichtelijk te maken ligt een meer analytische benadering voor de hand. Daarbij dreigt echter het gevaar dat we denken dat het hele alchemisch proces logisch en op een overzichtelijke manier te ‘verklaren’ valt. Dit proces is echter op geen enkele manier ‘wetenschappelijk’ te bewijzen.

Innerlijke alchemie is gebaseerd op een werkelijkheid die onder, achter, of dwars door de zichtbare ‘werkelijkheid’ ligt. Deze is te ervaren voor degene die de weg van het midden gaat. Er valt weliswaar het een en ander over te zeggen, maar dat kan nooit in de plaats komen van het daadwerkelijk gáán van dit proces. Het kan echter zinvol zijn om de gehanteerde begrippen en symbolen enigszins te verklaren, anders blijven wij die niet bekend zijn met het Chinese denken, er mogelijk achter haken.

Vóórdat ons universum bestond was er een primaire toestand (元 yuán genaamd). Deze primaire toestand wordt ‘de oerchaos’ genoemd. Chaos in de zin van een veld van energie zonder begin of eind en zonder grens. Daarin liggen ontelbaar vele mogelijkheden. De oerchaos wordt daarom beschouwd als een belofte. In de oerchaos is één energie werkzaam, afkomstig van de werking van Tao, de Teh.

Deze Ene energie transformeert onder invloed van Tao en drukt zich uit in twee stromen: een oervorm van het yin en een oervorm van het yang. De energie van het oer-yang is naar buiten gericht, en de energie van het oer-yin naar binnen. Yin en yang zijn één in zichzelf, omdat beide de ander als kern hebben, ze zijn dan ook geslachtsloos. In het midden van zowel yin als yang is Tao.

Wanneer ons universum, de macrokosmos, tot leven wordt gebracht, transformeren het oer-yin en -yang. Ze krijgen dan andere namen. De werking van het yin in het universum wordt ‘aarde’ genoemd. Aarde is dus het kind van Yin. Met ‘aarde’ wordt niet onze planeet bedoeld, maar het zware in de macrokosmos, het stoffelijke. De werking van het yang in ons universum wordt ‘hemel’ genoemd. Hemel is dus het kind van yang. Met ‘hemel’ wordt geen toestand na de dood bedoeld, maar het lichte in de macrokosmos, het ijle.

Yin en yang transformeren opnieuw: ze worden werkzaam in de microkosmos. De werking van het yin in de microkosmos wordt ‘water’ genoemd. Water is het kind van aarde en aarde is het kind van yin.

De werking van het yang in de microkosmos wordt ‘vuur’ genoemd. Vuur is het kind van de hemel. Hemel is het kind van yang. Met water en vuur worden dus niet de ons bekende elementen bedoeld. Maar het zijn aanduidingen voor de werking van yin en yang in de microkosmos.

Het is voor ons even wennen, zoveel verschillende termen voor één begrip: het koppel yin en yang. In de taoïstische filosofie worden ze gezien als familie van elkaar. Het oer-yin is de grootmoeder, aarde is haar dochter en water haar kleindochter. Het oer-yang is de grootvader, hemel is zijn zoon, en vuur zijn kleinzoon. De drie generaties van deze familie wonen bij elkaar in het ‘huis’ dat onze microkosmos is, maar ze hebben daarin ieder hun eigen vertrekken. Het Chinese denken is sterk verbindend en de begrippen zijn vaak niet zo vast omlijnd als bij ons. Om dit denken enigszins te kunnen begrijpen wordt van ons grote souplesse gevraagd en bereidheid om onze vertrouwde conditioneringen los te laten.

Er wordt gesteld dat het doel van het proces van innerlijke alchemie is om het yin en het yang in onszelf met elkaar te verenigen. Dit is niet helemaal correct omdat beide onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, het zijn immers twee uitwerkingen van één energie. Maar wij ervaren beide alsof ze los van elkaar bestaan. Dit komt doordat wij onderscheid maken tussen onszelf en de absolute eenheid. Door het proces van innerlijke alchemie verdwijnt geleidelijk aan dit onderscheid. Door onze bewuste medewerking verenigen yin en yang zich ‘in het midden’ met elkaar. Uit deze vereniging ontstaat geleidelijk aan een nieuwe mens, ofwel een onsterfelijke, zoals dit in het taoïsme genoemd wordt.

Het alchemisch proces vindt plaats in ons lichaam. Daarin drukken zich zowel yin en yang, als hemel en aarde, als water en vuur uit.

    • Het drietal: yang – hemel – vuur hoort bij het hoofd.
    • De andere drie: yin – aarde – water, horen bij het onderste deel van de romp.
    • In het midden is de neutrale, niet gepolariseerde yong.

Overigens wordt in het taoïsme onder ‘lichaam’ niet alleen onze stoffelijke vorm verstaan, maar de microkosmos in zijn geheel, compleet met zijn denken, voelen en bewustzijn. Wanneer een mens de weg van het midden gaat, verandert daardoor niet alleen zijn stoffelijke lichaam, maar ook zijn ‘lichaam’ in veel bredere zin.

In ons lichaam zijn drie energiecentra: een in het hoofd, een in het hart en een in de buik. Ze worden dantien genoemd. Het zijn drie concentraties van specifieke energie.

De bovenste dantien bevindt zich in ons hoofd. Dit is de plaats van het hete vuur. Deze dantien heeft een eigen energie: shen of geest genaamd. Geest echter niet in de betekenis die wij eraan toekennen, maar als ons denkvermogen. Bij de bovensten dantien horen ook yang, hemel en vuur.

De middelste dantien is in de eerste plaats het centrum voor het neutrale midden, voor de getransformeerde kracht van de Teh in ons hart: de yong. Deze kracht wordt ook wel leegte genoemd, omdat zij niet gepolariseerd is. Daarnaast is het midden ook het centrum van onze persoonlijkheid. De energie van de middelste dantien is energie: qi, of levenskracht.

De onderste dantien bevindt zich in ons bekken. Dit is de plaats van het koude water. Ook deze dantien heeft een eigen energie: jing; dit betekent de vitaliteit van de automatisch verlopende processen. Ook yin, aarde en water, horen bij de onderste dantien.

In het alchemisch proces wordt als eerste water en vuur tot één gemaakt. Wij hebben, doordat we op onszelf gericht zijn, het yin en het yang, ofwel het water en het vuur, van elkaar afgescheiden. Daarin komt verandering. Kort gezegd komt dit op het volgende neer: eerst wordt alle gescheidenheid in ons denken, voelen, willen en handelen – zonder oordeel – onder ogen gezien, en daarna gezuiverd. Vervolgens worden steeds de twee van elkaar afgescheiden delen tot één gemaakt. Dit gebeurt door de werking van het midden, de yong. Op dit proces wordt later uitvoerig ingegaan.

Het proces van innerlijke alchemie speelt zich af in ons lichaam. Dit wordt gezien als een alchemisch laboratorium met drie werkplaatsen, de energiecentra of dantiens. De bovenste, de plaats van het hete vuur, wordt ‘de oven’ genoemd. De onderste, de plaats van het koude water, wordt ‘de ketel’ genoemd. De middelste dantien is de meest geheimzinnige want daarin wordt het leven-brengende elixer gemaakt, ofwel het medicijn dat ons van onszelf kan genezen. Uit dit elixer ontstaat een heel andere mens: een mens die de potentie die in het oerbeeld ligt, uitdrukt; een mens die één in zichzelf is en bewust verbonden is met Tao.

Zhuang Zi vat het proces van zuivering als volgt samen:

De zaadgeest kan uitstromen in alle vier windrichtingen, tot in het oneindige. Boven reikt hij tot de hemel, beneden cirkelt hij overal over de aarde. Uit deze zaadgeest worden de tienduizend dingen geschapen en ontwikkeld. Geen beeltenis kan hem weergeven, maar zijn naam is ‘Verenigd met de Goddelijke Voorvader’.

De puurste en reinste Tao bestaat uit het bewaren van de geest en niets anders. Als je hem kunt bewaren en hem nooit verliest,dan word je een met de geest. In dat geval wordt het zaadprincipe in de geest transcendent, en bereikt het de harmonie met de ratio van de hemel.

Zoals het in de volksmond heet: ‘De massa jaagt op winst, onkreukbare heren jagen op faam, eerbiedwaardige heren respecteren wilskracht, maar de heilige mens beschouwt het geestelijk zaad als het kostbaarste.’

Daarom kan ‘rein’ worden gedefinieerd als ‘zonder vermenging’ en ‘zuiver’ als ‘zonder schade aan de geest’. Wie in staat is deze pure reinheid te belichamen, die is de ware mens.

DOWNLOAD HET GRATIS GEDEELTE VAN ‘WEG IN TAO’

BESTEL ‘WEG IN TAO’