Hoopvolle afsluiting van de brief van Henoch uit ‘Het boek Henoch, het eerste of Ethiopische boek’

Hieronder volgt de afsluiting van van de brief van Henoch die is opgenomen in Het boek van Henoch, het eerste of Ethiopische boek, de hoofdstukken 104 en 105. Over dat boek, dat ruim 2000 jaar oud is, wordt gezegd dat het op bijzondere wijze het geloof, de hoop en de nood van mensen zoals wij verwoord. 

Ik zweer jullie, jullie rechtvaardigen, dat de engelen in de hemel jullie voor de heerlijkheid van de Verhevene ten goede bedenken, en dat jullie namen vóór de heerlijkheid van de Verhevene opgeschreven zijn.

Geef de hoop niet op! Want eerst werden jullie door boosheid en bezoekingen beschaamd, maar nu zullen jullie schijnen als de hemelse lichten en jullie zullen worden gezien, en de hemelpoort zal voor jullie geopend worden.

En blijf in jullie roep om een oordeel volharden, en het zal jullie verschijnen, want voor al jullie ellende zal recht worden gevorderd, zowel van de heersers als van al diegenen die hen die jullie plunderden hielpen. 

Blijf hopen en laat jullie hoop niet varen, want jullie zullen even grote vreugde smaken als de engelen in de hemel.

Wat zullen jullie moeten doen? Jullie zult je niet hoeven te verbergen op de dag van het grote oordeel, noch zullen jullie als zondaars geoordeeld worden. Het eeuwige oordeel zal over jullie zijn tot aan het einde van de geslachten. 

En weest niet langer bevreesd, jullie rechtvaardigen, omdat je ziet dat de zondaars in macht toenemen en al hun wensen vervuld krijgen, en ga niet met ze om, maar houd je verre van hun overtredingen, want jullie zult opgenomen worden in het hemelse heer. 

Want jullie zondaars zeggen: ‘Niemand zal onze zonden onderzoeken en ze opschrijven!’ – maar ze zullen jullie zonden van dag tot dag opschrijven.

En nu laat ik jullie zien dat het licht en de duisternis, de dag en de nacht, al jullie zonden zien.

Weest niet ongelovig in jullie harten, en lieg niet, of zeg dat de woorden van de Heilige en Verhevene op onwaarheid berusten, en prijs jullie afgoden niet, want al jullie leugens en al jullie goddeloosheid leiden niet tot rechtvaardigheid, maar tot grote zonde.

En nu wil het geval dat ik dit mysterie ken, namelijk dat tal van zondaars de woorden van de waarheid verdraaien, en zondige taal en onwetendheid zullen spreken, en leugenachtige verhalen zullen verzinnen en boeken in hun eigen woorden zullen schrijven. 

Maar wanneer ze al mijn woorden nauwkeurig in hun landstalen opschrijven, en niets aan mijn woorden veranderen of weglaten, maar alles nauwkeurig opschrijven, alles wat ik eerder over hun getuigd heb – dan ken ik nog een geheim, namelijk dat de rechtvaardigen en de wijzen boeken zullen ontvangen die een bron van vreugde en waarheid en veel wijsheid zullen zijn. 

En ze zullen boeken ontvangen, en ze zullen erin geloven en zich erover verheugen; en alle rechtvaardigen die er alle wegen van waarheid uit geleerd hebben zullen zich verheugen. 

En in die dagen, zegt de Heer, zal men de zonen van de aarde roepen en hun over de wijsheid die daarin is getuigen. Laat ze hun zien, want jullie zijn hun leiders, en ook de beloningen die de gehele aarde deelachtig zullen worden.

Want ik en mijn zoon zullen onszelf tijdens hun leven voor eeuwig met hen in de paden van rechtschapenheid verbinden, en jullie zullen vrede hebben. Wees verheugd, jullie kinderen van de rechtschapenheid! Amen.

Bron: ‘Het boek Henoch, het eerste of Ethiopische boek’ van M.A. Knibb, vertaald en bewerkt door G. Nijk