Catharose de Petri (fakkeldrager van het Rozenkruis 22) maakt in het boekje Het Gouden Rozenkruis – het vierde en laatste deel van de Rozenserie – duidelijk hoe de mens weer een levende bouwsteen kan worden in de Universele Tempel. In de fysieke tempels van de School van het Gouden Rozenkruis vindt daartoe een afstemming plaats van hart, oog, stem, hypofyse, medulla en de twaalf paar hersenzenuwen. Andere magnetische stromingen worden zo in de menselijke tempel aangetrokken. Hieronder volgen de tekst van het dertiende hoofdstuk, dat gaat over de verzoeking in de woestijn (Mattheüs 4) en dat hierboven te beluisteren is, en de inhoudsopgave.
Zoals Jezus de Heer driemaal in de woestijn van het leven verzocht werd en de Boeddha eveneens tot driemaal toe door het boze werd aangetast, zo zal iedere pelgrim op reis naar het nieuwe zieleleven eenmaal met het boze worden geconfronteerd en tot in zijn hartebloed de drie desbetreffende verzoekingen moeten wederstaan en tot eigen toetsing dienen te overwinnen. Dit is een gang waaraan geen enkele leerling ener gnostieke geestesschool ontkomt, omdat het een zeer natuurlijke gang van zaken is op het vrijmakende pad, dat tot aan de laatste schrede moet worden bewandeld.
Als het licht van de Gnosis een leerling heeft aangeraakt en dit licht zijn reis aanvangt in het levenssysteem van de leerling, kan het niet anders of de oude natuur en de nieuwe natuur ontmoeten elkaar. Twee bewustzijnstoestanden zijn bij de leerling, door de aanraking van het gnostieke licht, tot ontwikkeling gekomen.
Als nu het proces van opgang dermate gevorderd is dat levensspanning ontstaat, en de teruggedreven natuurkrachten en hun werkingen als het ware de uiterste grenzen van hun bestaansveld bereikt hebben en het voor hen erom gaat “te zijn of niet te zijn”, dan zullen zij zich als in verdubbelde mate doen gelden: tot een overwinning op de leerling, óf tot hun eigen, definitieve ondergang. Het nieuwe zielebewustzijn trekt in het stelsel van de leerling op en wil het dit stelsel volkomen bezitten om het te kunnen transfigureren, dat is vernieuwen, dan zullen de teruggedreven natuurkrachten, die de uiterste grens van het stelsel nog bezet houden, tenslotte de laatste drempel vormen waarover de leerling zal moeten gaan tot volledige vrijheid.
Om die laatste drempel gaat het nu! Daarom staan velen vóór de poorten, doch maar weinigen treden binnen, omdat vooralsnog de laatste drempel onoverkomelijk blijkt en de drievoudige verzoeking van de om hun bestaan kampende oude natuurkrachten nog te zwaar is om te wederstaan. Het proces van versterving naar deze natuur wordt tot aan een zeker punt betrekkelijk vlot volbracht, maar als de uiterste grens in zicht komt, de laatste drempel, dan wordt de spanning zeer groot en helaas …vele malen té groot.
Het is begrijpelijk dat er in vele levensperioden veel over deze strijd is geromantiseerd, dat er vele sproken en legenden ontstonden die deze strijd tot onderwerp hadden. Het is echter noodzakelijk hun ware aard te verstaan, daar het al te romantische en legendarische angst kan opwekken en in stand houden. En angst werkt verlammend. Daarom enkele inlichtingen over deze strijd.
Ons gehele microkosmische stelsel wordt in vele opzichten bestuurd door het aurische wezen. Hierin bevindt zich een net van magnetische punten, magnetische kernen, die in alle richtingen van het stelsel stralen uitzenden en het aldus besturen. Als evenwel de mens het pad der vernieuwing gaat, trekt hij andere magnetische stromen aan en in overeenstemming hiermee worden er andere lichten in het aurische wezen ontstoken, andere magnetische punten gewekt. Langzaam maar zeker worden alle oude magnetische kracht lijnen teruggedreven en niet meer door het stelsel beantwoord.
Tenslotte wordt de betrokken magnetische kracht teruggedreven in het daarmee overeen stemmende magnetische punt van het aurische wezen. Deze magnetische punten zijn dan zeer sterk geladen, doch zij kunnen geen kracht meer doen. Zij vormen nu met elkaar “de drempel”, het kernwezen der oude natuur, “het boze”. Dit boze moet nu tenslotte worden uitgedreven: de bewuste kernpunten moeten definitief worden gedoofd, zo dat er geen spoor meer is van de oude mens.
U zult inzien dat deze laatste strijd, het overwinnen van het oude spanningsveld der natuur, drie aanzichten heeft: een aanzicht van de wil, een aanzicht van het begeren en een aanzicht van het denken. Als deze drie aanzichten naar de nieuwe ziele-natuur voldoende rein en sterk zijn, behoeft geen leerling de laatste ontmoeting te vrezen. Maar als er nog onzuiverheden zijn, en er neigingen tot de oude natuur aanwezig blijken te zijn, dan zal het oude magnetische stelsel zijn oude rechten hernemen, met alle gevolgen van dien. Moge deze uiteenzetting u daarom tot lering en waarschuwing strekken.
INHOUDSOPGAVE
Woord vooraf
- De Geestesschool in openbaring
- Tempelorde
- De menselijke stem
- Het oog, de transformator van lichtkracht
- Waarlijk menszijn
- De zeven brandpunten
- Het licht van de oorspronkelijke zuivere natuurkracht
- De stroomkring der tegennatuur
- Het overkoepelingsveld van de nieuwe Aarde
- Het zal geschieden dat al wie de naam des Heren zal aanroepen, behouden zal worden
- De Medusa
- De zielemens in mij moet wassen, ik moet minder worden
- Verzoeking in de woestijn
- Een heilig priesterdom van de nieuwe levensstaat
- Het nieuwe astrale voertuig, de mantel der liefde
- Het verzegelen van het voorhoofd met het nieuwe teken
- De graanoogst en de wijnoogst
- De Gnosis roept ook u
- De fase der uitredding heeft reeds en aanvang genomen
- Terugkeer tot het hart van uw microkosmos
- Tempelsymboliek
Bron: Het Gouden Rozenkruis door Catharose de Petri, Rozenserie deel 4