De graanoogst en de wijnoogst – hoofdstuk 17 uit ‘Het Gouden Rozenkruis’ van Catharose de Petri

 

 

BESTEL HET GOUDEN ROZENKRUIS VOOR € 7,50

BESTEL DE VIERDELIGE ROZENSERIE VOOR € 15,00

Catharose de Petri (fakkeldrager van het Rozenkruis 22) maakt in het boekje ‘Het Gouden Rozenkruis’ – het vierde en laatste deel van de Rozenserie – duidelijk hoe de mens weer een levende bouwsteen kan worden in de Universele Tempel. In de fysieke tempels van de School van het Gouden Rozenkruis vindt daartoe een afstemming plaats van hart, oog, stem, hypofyse, medulla en de twaalf paar hersenzenuwen. Andere magnetische stromingen worden zo in de menselijke tempel aangetrokken. Hieronder volgen de tekst van het zeventiende hoofdstuk, dat hierboven te beluisteren is, en de inhoudsopgave. 

In Openbaring 14, de verzen 14 tot 20, lezen wij de volgende woorden:

‘Ik zag toe en zie, een witte wolk, en op de wolk ie­mand gezeten als eens mensen zoon; en hij droeg op zijn hoofd een gouden kroon en in zijn hand een scherpe sikkel. En een andere engel trad uit de tempel en riep met luider stem tot hem die op de wolk zat: “Zend uw sikkel uit en oogst, want het uur om te oogsten is gekomen; de oogst der aarde toch is rijp geworden.” En hij die op de wolk zat, zwaaide zijn sikkel over de aarde en de aarde werd gemaaid. En een andere engel trad uit de tempel des hemels en ook hij droeg een scher­pe sikkel. En een andere engel kwam van het al­ taar, en hij had macht over het vuur; en hij riep met luider stem tot hem die de scherpe sikkel droeg: “Zend uw scherpe sikkel uit en snijd de trossen van de wijnstok der aarde, want zijn drui­ven zijn rijp geworden.” En de engel zwaaide zijn sikkel over de aarde en sneed de wijnstok der aar­de. En hij wierp de druiven in de grote persbak van Gods toorn. En de persbak werd getreden bui­ten de stad, en er kwam bloed uit de persbak, tot aan de teugels der paarden, zestienhonderd sta­diën ver.’

De inhoud van bovenstaand citaat uit het Openba­ringenboek is u wellicht duidelijk. Het betreft een tweevoudige oogst: een graanoogst en een wijn­ oogst, een oogst des lichaams en een oogst des bloeds, gelijk bij het heilig avondmaal het brood des levens wordt gedeeld en de beker des bloeds rondgaat.

Het meest dramatische accent wordt in dit bij­belgedeelte gelegd op de wijnoogst. Als het graan van de velden wordt gehaald, is het gereed om ge­bruikt te worden, maar het kan jarenlang bewaard worden alvorens tot meel vermalen te worden. Doch de druiven moeten onmiddellijk in persbak vertreden worden om de wijn te kunnen verkrijgen.

Om de bedoeling te kunnen verstaan van dit diepzinnige verhaal moet u beseffen, dat eerst uit het bloed de ware gestalte kan oprijzen. Als de leerling van een gnostieke Geestesschool geoogst wil worden van de velden des levens, zal hij bereid moeten zijn tot bloedspurificatie. Het bloed der lagere en der dialectische natuur moet vertreden worden, moet gestort worden, alvorens een reine en zuivere wijn tot een nieuwe persoonlijkheid kan voeren.

De weg van bloedspurificatie is geen weg van slechts een vegetarische levenshouding met wat andere levensreform, doch het is een intens diepe weg van dagelijkse strijd tegen het eigen verleden en dat wat in het magnetische stelsel van het het aurische zelf verborgen ligt. Als uw bloed gerei­nigd is en in vibratie verhoogd, op de enige wijze waarop dit geschieden kan, namelijk door de toe­passing van de in de Geestesschool geopenbaarde vijfvoudige universele Gnosis, eerst dan bent u ge­schikt voor een binding met het water des levens, met de godsrivier.

Wanneer u alzo de beker van het Nieuwe Testament kunt drinken, wordt uw gehele wezen door het water des levens hervormd. Het water des le­ vens heeft twee aanzichten: het is brood en het is wijn. Tracht het geheimenis van deze mythe des heils te verstaan!

U draagt in uw hart een graankorrel, het is de wonderbare roos. Indien u de weg gaat, zoals deze gewezen wordt in de Geestesschool van de jonge Gnosis, wordt deze graankorrel rijp en wordt hij op de gestelde tijd door de Broederschap der on­sterfelijke zielen geoogst, dat wil zeggen: in bezit genomen, zodat hij kan worden aangewend tot zijn doel.

Dit doel is in de eerste plaats: het bloed der la­gere en dialectische natuur, het bloed dat geheel door de zonnevlecht en dus door de Maangod wordt overheerst, te vervangen door een nieuwe bloedsstaat, die in overeenstemming is met de graankorrel des harten.

Eerst dan is er sprake van een werkelijke, totale oogst; eerst dan kan het heilige avondmaal worden gevierd met brood en wijn; eerst dan is de overwinning een waar feest geworden. Moge deze overwinning spoedig door u gevierd worden.

INHOUDSOPGAVE

Woord vooraf

  1. De Geestesschool in openbaring
  2. Tempelorde
  3. De menselijke stem
  4. Het oog, de transformator van lichtkracht
  5. Waarlijk menszijn
  6. De zeven brandpunten
  7. Het licht van de oorspronkelijke zuivere natuurkracht
  8. De stroomkring der tegennatuur
  9. Het overkoepelingsveld van de nieuwe Aarde
  10. Het zal geschieden dat al wie de naam des Heren zal aanroepen, behouden zal worden
  11. De Medusa
  12. De zielemens in mij moet wassen, ik moet minder worden
  13. Verzoeking in de woestijn
  14. Een heilig priesterdom van de nieuwe levensstaat
  15. Het nieuwe astrale voertuig, de mantel der liefde
  16. Het verzegelen van het voorhoofd met het nieuwe teken
  17. De graanoogst en de wijnoogst
  18. De Gnosis roept ook u
  19. De fase der uitredding heeft reeds en aanvang genomen
  20. Terugkeer tot het hart van uw microkosmos
  21. Tempelsymboliek

Bron: Het Gouden Rozenkruis door Catharose de Petri, Rozenserie deel 4

BESTEL HET GOUDEN ROZENKRUIS VOOR € 7,50

BESTEL DE VIERDELIGE ROZENSERIE VOOR € 15,00