De Egyptische godin Maät, personificatie van de kosmische orde; van harmonie, waarheid en rechtvaardigheid

BESTEL HET MOOIE WESTEN – MYTHEN EN SYMBOLEN IN EGYPTE

LEES OVER DE WEBINARSERIE OVER EGYPTISCHE SCHEPPINGSMYTHEN

In een hymne uit de tijd van de Perzen wordt gesproken over het ‘mooie gezicht van Maät dat vanuit het hart van Ra schijnt.’ Maät wordt aangespoord om plaats te nemen op de tong en in het hoofd van de koning, zodat hij volgens Maät zal handelen. 

Wie zich hierbij Maät voorstelt zoals ze vaak wordt uitgebeeld als een godin met een veer op haar hoofd, zal dit al snel een zonderlinge hymne vinden. Maar Maät is een abstract begrip. De godin is de personificatie van de kosmische orde; van harmonie, waarheid en rechtvaardigheid. In Egypte wordt dit concept uitgebeeld door een godin met een grote struisveer op haar hoofd, of door middel van een enkele struisveer. 

Maät is de wereld in zijn oorspronkelijke natuur, het karakter van de natuur zelf. Volgens de Egyptenaren bestaat de hele natuur uit levende wezens , van de meest grote tot aan de allerkleinste wezens: alles is leven. Ook de aarde en de mineralen komen voort uit Noen en zijn levend. Alles is opgebouwd als leven binnen leven. en al dat leven is gebaseerd op wederzijdse samenwerking. Mensen kunnen hun lichamen opbouwen met behulp van miljoenen kleine levende mineralen. Doordat mensen een lichaam hebben kunnen zij ervaring opdoen op het stoffelijke gebied. Omgekeerd bieden mensen deze mineralen de ruimte om zich te manifesteren, zodat zij op hun eigen mineraalniveau ervaringen kunnen opdoen en kunnen groeien in hun bewustzijn.

Op dezelfde manier is dit principe zichtbaar op een groter niveau. Dankzij de aarde kunnen mensen zich manifesteren. Zij zouden anders geen plek hebben om op te wonen. Omgekeerd bouwen mensen als een soort mineraal mee aan het voertuig van de aarde. Wij wonen niet zozeer op de planeet aarde, maar zijn een onderdeel van de planeet. Alle leven grijpt in elkaar, leeft door elkaar en is van elkaar afhankelijk. Geen enkel wezen zou kunnen bestaan zonder deze samenwerking. Alle wezens ontwikkelen zich met en door elkaar. De natuur is gebaseerd op symbiose; op een nauwe verbondenheid waarbij alle wezens voordeel hebben van elkaar. Door deze structuur ontstaat een harmonieuze ordening: Maät. Het bewustzijn van de mens kenmerkt zich volgens dit principe door eigenschappen als harmonie, rechtvaardigheid, waarheid, oprechtheid en integriteit.

Maät is er al vanaf het allereerste begin. Zodra het universum zich ontvouwt, wordt dit principe van harmonie en samenwerking zichtbaar. Dit is een en al schoonheid. Maät wordt daarom de ‘mooie’ genoemd. Maät is de structuur waarop al het leven is gebaseerd. Maät is de ideale wereld, een wereld van vrede en geluk, waarin elk levend wezen zich harmonieus kan ontplooien, waar wezens van nature met elkaar samenwerken en elkaar ondersteunen. 

Maät is de samenwerking tussen alle wezens, tussen wezens van verschillende ontwikkelingsniveaus en tussen wezens die op hetzelfde ontwikkelingsniveau staan. Maät was daarom het belangrijkste concept in Egypte, zowel in kosmologisch als ethisch opzicht en alle mensen moesten leven volgens Maät, volgens het principe van harmonie en rechtvaardigheid. Dit was niet alleen natuurlijk, maar ook vreugdevol. Maät bracht vreugde aan de zonnegod.

Maät komt eveneens tot uitdrukking in het cyclische element in de natuur Alle wezens verschijnen ritmisch, trekken zich vervolgens weer terug en verschijnen opnieuw om nieuwe ervaringen op te doen. Dit proces beschouwden de Egyptenaren ook als Maät. Het is een vorm van harmonie. Als fundament van het universum is Maät met leven en dood verweven. Maät is er op alle niveaus van het universum, op de materiële en op de meer energetische niveaus.

Hoewel Maät het karakter van het universum is, volgde niet iedereen Maät. Niet iedereen handelde rechtvaardig, in harmonie met andere wezens. Egyptische mythen vertellen dat er eens een tijd was, waarin er Maät was in de wereld. In deze periode regeerde de zonnegod Ra en was er geen scheiding tussen goden en mensen. Het was een tijd van vrede en geluk, waar alles in harmonie was met de goddelijke orde.

Maar na een lange tijd werd de zonnegod oud en de mensen kwamen in opstand. Zij rebelleerden tegen het beleid van de zonnegod en er kwam een einde aan deze tijd. Volgens de mythe trok Ra zich terug in de hemel. Er braken tijden aan waarin er meer disharmoie was in de wereld en mensen zich moesten inspannen om harmonie te bewekstelligen. Toch verliet de zonnegod de mensen niet. Hij bleef met hen verbonden.Mensen leefden nog niet altijd volgens Maät. Goden daarentegen handelden altijd in overeenstemming met de harmonische orde. Over de goden werd gezegd dat zij van en door Maät leefen. Zij werden dan ook vaak afgebeeld op het Maät hiëroglief, dat als basis diende voor godenbeelden om aan te geven dat Maät het fundament is waarop de wereld is gevestigd. Wat bij diverse Egyptische beelden in eerste instantie niets meer lijkt dan een voetstuk, een sokkel voor een beeld, was bij de Egyptenaren vol betekenis. Om dezelfde reden waren ook tronen en kapellen op het Maät-hiëroglief gebouwd. 

Hellingen die naar het innerlijke deel van de tempel leidden hadden eveneens de vorm van het Maät hiëroglief. De tempel verbeeldde de kosmos en daarmee de harmonie tussen hemel en aarde: Maät is de basis waarop alles staat.

Bron: Het mooie westen van Corina Zuiderduin

BESTEL HET MOOIE WESTEN – MYTHEN EN SYMBOLEN IN EGYPTE

LEES OVER DE WEBINARSERIE OVER EGYPTISCHE SCHEPPINGSMYTHEN