Waargenomen werkelijkheid – artikel van Eric op ’t Eynde in Logon 2021 nummer 3

DOWNLOAD LOGON 2021-3 (PDF, 76 PAGINA’S)

LEES OP ISSUU.COM (BLADEREN)

BESTEL HET TIJDSCHRIFT LOGON 2021-3 OP PAPIER

NEEM EEN (PROEF)ABONNEMENT OP LOGON

Een dieprood eikenblad vangt de stralen van een late herfstzon. Even is er een diepe zucht van de wind. Het blaadje laat los van de tak, wordt een eind meegenomen en schommelt dan op de wind naar beneden. Ik heb vast te veel film gekeken en hoor een diepe basdreun als het blaadje zich op de aarde vleit. Dit is een klein tafereeltje van zien, van kleur en beweging en van een geassocieerd geluid dat uit een andere herinnerde context komt. In mijn hoofd waargenomen werkelijkheid en nog iets meer! Een werkelijkheid, twee kijkende ogen en een herinnering. En alles speelt zich af in mijn brein. En ik, ik ben me daarvan bewust.

Ons brein kun je zien als het complexe geheel van de hersenen, het zenuwstelsel en de zintuigen. Als we in evolutietermen denken, is het brein ontstaan en doorontwikkeld omdat het de mens in wording uitstekende overlevingskansen bood. 

Ik 

Het brein heeft een binnen en een buiten. Het binnen is vreemd ongrijpbaar: wie ben ik, de waarnemer en denker in die hersenen? Dat ‘ik’ staat via het brein en het ruimere lichaam in interactie met het buiten. Dat ‘ik’ kent echter slechts een klein deel van het binnen. Het is zelf als een emergente eigenschap – iets wat boven komt drijven en zijn oorsprong overstijgt – ontstaan uit primair de verwerking van zintuiglijke input, secundair het denken over die al dan niet verwerkte input en ten derde: het denken over zichzelf als denker. Dat is nogal wat!

Uit die drie niveaus van informatieverwerking ontstaan denkbeelden als: ik met mijn lichaam in een werkelijkheid met de dimensies ruimte en tijd. En gedachten als: wat heb ik toen toch gedaan? En: ik ben me toch een dommerik. En: wat kan ik morgen doen om mijn eega gelukkig te maken? Denken doen we in de tijdsdimensie. Ik ervaar mezelf als een mogelijk evoluerende continuïteit. Dat leidt tot vragen als: waarom besta ik, zelf, en waarom bestaat de werkelijkheid die ik waarneem? Mijn brein opereert dus van heel concreet tot heel abstract.
Zien

Hoe werkt de primaire beeldvorming, het zien? Interessant daarbij is dat zien geen vast gegeven is van licht dat door een lens op een ‘film’ valt, maar blijkt te als nieuwgeborene pogingen om een samenhangend beeldverhaal te maken uit zien, bewegen – wat we zowel zien als van binnenuit in het lichaam voelen – en aanraken als voelen van buiten en soms ook horen of waarnemen met de andere zintuigen.

Een model van de wereld

Vanaf onze prilste indrukken vormt zich zo in ons brein een model van de wereld, met in die wereld wij zelf. Het is dit model van de wereld dat voortdurend evolueert op basis van het toetsen van het model, van de topo-kaart, aan de nieuwste waarnemingen, de meest recente zintuigelijke input uit het land daarbuiten. De verbindingen tussen de hersenen en bijvoorbeeld de ogen functioneren heel intensief in beide richtingen. De hersenen zenden informatie naar de thalamus, de ogen nemen waar, de thalamus bepaalt het verschil tussen de informatie aangevoerd uit de hersenen en dat wat nieuw binnenkomt via de ogen en stuurt dat verschilsignaal voor verwerking naar de hersenen, de cortex.

Zien, de visuele cortex, gebruikt ongeveer een derde van het hersenvolume en zoals elke hersenwerkzaamheid vergt het gigantisch veel energie. De hersenen bestaan om het hele organisme waarvan zij deel uitmaken zo succesvol mogelijk in leven te houden. Succesvol betekent onder andere met een zo efficiënt mogelijk gebruik van de energie die we als chemische energie aan voedsel onttrekken. Onze buik als een energiecentrale…

De hersenen zullen het proces van zien en kijken dus zo sturen, dat we maximaal nuttige informatie verwerven om ons veilig door de omgeving te kunnen bewegen. Vandaar die verschilwaarneming in plaats van een  voortdurende volledige filmopname. In datzelfde streven naar efficiëntie zullen de hersenen bovendien zoveel mogelijk algoritmen die het organisme aansturen automatiseren, opslaan als subroutines, als afloopschema’s die in verschillende combinatie telkens weer gebruikt kunnen worden. Denk aan de ‘app’ in jouw brein om te fietsen. Bewust denken, wat heel veel energie vergt, komt daar nauwelijks nog aan te pas. Beroepssporters hebben door intensief oefenen routines opgeslagen om bijvoorbeeld een met een snelheid van 160 km per uur aanstormende tennisbal te zien en terug te meppen daar waar de speler hem hebben wil. Of in formule 1 met 22 coureurs met 330 km per uur naar de volgende bocht te racen.

Tijd

Een interessant aspect van waarneming is het synchroniseren van de zintuigen, het omgaan met tijd. Informatie van de oren vraagt minder verwerkingstijd dan informatie van de ogen; vandaar dat sprintwedstrijden starten op een startschot. Als we met onze vingers knippen, zorgt ons brein ervoor dat de waarnemingen van beweging, voelen, zien en horen worden gesynchroniseerd, hoewel de signalen op een verschillend tijdstip binnenkomen. Synchronisatie gebeurt hier letterlijk in een vingerknip!

Kleur

Hoe zien we in kleuren? De wereld om ons heen is een geheel van elektromagnetische velden, bronnen van straling; direct als bron of indirect door weerkaatsing van een deel van het opvallende licht.Van de straling die in ons oog op het netvlies valt, kan een heel precies deel volgens golflengte omgezet worden in elektrochemische signalen die richting hersenen gaan, de visuele cortex. Deze informatie, of de verandering van deze informatie, wordt dan gebruikt om de gewaarwording van de verschillende kleuren over ons wereldbeeld te leggen. Een volgende laag in het wereldmodel wordt daar dan weer overheen gelegd en bevat de specifieke geïnterpreteerde waarneming van beweging en positie, verwerkt in twee gespecialiseerde delen van de visuele cortex.

Samenvattend

Ik zit in mijn hoofd als een bewuste waarnemer van mijzelf in de wereld. Mijn wereldbeeld wordt echter in overweldigend grote mate bepaald door de informatie die reeds in mijn hersenen is opgeslagen uit eerdere waarnemingen, uit levenservaring. Dat opslaan heeft richting gekregen uit de processen die gevoelsmatig in de hersenen een indicatie geven over de vraag of wat er binnenkomt bijdraagt aan overleven – beloning – of daarentegen overleven in gevaar brengt – geen beloning. Denk aan het gelukshormoon dopamine dat daarin een signaalfunctie vervult. Er vindt een prioriteitsstelling plaats.

Keuzes maken we op basis van onze emoties. Dat is: het waarnemen, het voelen van spanningstoestanden in ons lichaam, die ontstaan in reactie op binnenkomende informatie, meestal voordat er enig denken aan te pas komt. Deze informatieverwerking vindt plaats in de oudere, primitievere en snellere delen van het brein. Hun adagium: eerst en vooral overleven!

Interessant is de impact van chemische elementen/biochemische elementen op de informatieverwerking in het brein. Een kleine variatie in de chemie van het bloed, en dus in de chemie van de hersenen, heeft een grote invloed op zowel onze emoties als op onze perceptie. En dus op het beeld van ik en de wereld.  Je kan bijvoorbeeld denken aan het suikergehalte in je bloed – hoe helder ben je na een flink stuk slagroomtaart? – of aan alcohol.

Bewustzijn

Tot hier zag u enkele elementen van brein-in-werking en onontkoombaar subjectieve waarneming, met als voornaamste conclusie dat de ‘autobiografie’ heel erg bepalend is en de momenten van waarneming aan elkaar breit. Daaraan ontlenen we een besef van zelf, een ik-bewustzijn in de wereld.

Dat bewustzijn gebruikt zijn hogere hersenfuncties ook om na te denken over zichzelf in tijd en werkelijkheid. Door culturele ontwikkeling is de mens inmiddels zover dat een aantal individuen reflecteren over doelen die buiten tijd en ruimte liggen. Het menselijke denken heeft zich tot in een spirituele dimensie ontwikkeld, en in die spirituele dimensie een eigen taal die afwijkt van het wetenschappelijk taalgebruik. De spirituele taal biedt de mogelijkheid te denken voorbij de grens. Zij vertrekt van de lichamelijkheid van de mens en specifiek van de hersenen en de organisatie van het hoofd. Maar van daar beweegt zij in haar denken hoger, terwijl de neurowetenschappers in hun taal- en denkwereld naarstig op zoek zijn naar de aard en de ontstaansmechanismen van het bewustzijn van de mens op evolutiebasis, met hardnekkige ontkenning van een nog ongekende invloedfactor die buiten het functionele hoofd gelegen zou zijn.

Spiritualiteit

Toetsen we de taal van de spirituele dimensie aan de hand van enkele fragmenten uit de commentaren van J. van Rijckenborgh op De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis. Citaten zijn cursief weergegeven; verbindende gedachten in rechte letters.

In ons dialectische natuurlijke leven ken- nen wij slechts een tweevoudige cultuur: die van de stof en die van de ziel. Wat is de ziel, de natuurziel? Zij is het bewustzijn dat de persoonlijkheid bezielt. Ieder atoom van de persoonlijkheid bezit een levensbeginsel, een levenskracht. De som van de levenskrachten van al de atomen van de persoonlijkheid vormt het bewustzijn, dat men ten onrechte geest noemt.

Het bewustzijn wordt dus ook in dit model gezien als een emergente eigenschap, die ontstaat uit een samenwerkingsverband van atomen, gegroepeerd in cellen en organen.

De cultuur van dat bewustzijn is dan ook zuiver lichamelijk en stoffelijk, voert tot het metafysische van de spiegelsfeer, dan wel tot een vermenging van beide sferen. Men kan met zijn bewustzijn jagen achter de cultivering van de stof. Men kan trachten met het bewustzijn als basis, de persoonlijkheid te idealiseren, te cultiveren, en dus te vergoddelijken. Natuurziel en lichaam werken dan samen om dit doel te bereiken. Van deze inspanningen vormen zich reflexen in de spiegelsfeer, dat is in het astrale veld van ons dialectisch levensveld. Deze reflexen voeren niet tot bevrijding. Zij nemen de mens steeds meer gevangen.

De wetenschap stelt vast dat ons waarnemen in belangrijke mate bepaald wordt door onze geschiedenis, door wat we eerder zagen en voelden, meer dan door een frisse, open interactie met de werkelijkheid van het ogenblik. In een mensenleven wordt de geschiedenis, worden de verzamelde herinneringen, steeds groter en zwaarder. Zij nemen de mens steeds meer gevangen.

In de normale natuurgeboren toestand zetelt het bewustzijn in het hart en in het hoofd. Er is een gespletenheid tussen beide bewustzijnsaanzichten. Er is geen eenheid. De overwegingen van het hart zijn meestal totaal anders dan die van het hoofd. Omdat het hart zo direct met het astrale lichaam van de mens verbonden is, gaat er meestal een krachtige overheersing uit van het hart over het hoofd.Wat het hart niet wil, komt het hoofd niet binnen. 

Het hart is in het bewustzijn het gevoelselement. Emoties zijn bepalend voor de keuzes die we maken. Zelfs als die keuzes gemaakt worden na een gedegen rationele afweging – in de neocortex – van alle elementen van de beslissing is dat wat we voelen doorslaggevend voor onze keuze.

Daar in de natuurgeboren toestand de astrale factor van het hart, de zielefactor, de voornaamste rol speelt, vervult de bewustzijnskandelaar in het hoofd, bestaande uit het astrale fluïde in de zeven hersenholten, slechts de bekende verstandelijke rol, waardoor de verschillende hersencentra zich geheel en al afstemmen op de natuurgeboren toestand. Het verstand is alleen maar gericht op de zelfhandhaving.

In de wetenschappelijke visie wordt gesteld dat het brein en het bijbehorend bewustzijn inderdaad zijn ontwikkeld uit de noodzaak om zo efficiënt mogelijk door onze waargenomen werkelijkheid heen te navigeren en zo daarin te overleven. Een hogere, achterliggende oorzaak wordt ontkend. De spirituele taal gaat verder.

‘De wenteltrap naar de koninklijke bruiloftszaal’ verbeeldt een binding tussen het hartchakra en het opperchakra in het hoofd dat correspondeert met de pinealis. Wanneer de ziel geboren is, de kandelabers in evenwicht branden en verenigd zijn, ontwikkelt zich letterlijk een lijfelijke etherische lichtbinding tussen hart en hoofd, vrij van ieder anatomisch aanzicht. Deze binding vormt zich uit weerspiegelende ether en lichtether, die mentaal en zintuigelijk is, en een duidelijke spiraalbeweging heeft. Vandaar ‘wenteltrap’.

Om resultaat te behalen in de spirituele dimensie moet er blijkbaar een bewustzijn ontstaan dat het atomaire bewustzijn overstijgt en niet daaruit te verklaren valt. Er is een vreemde, een nieuwe factor nodig die dit nieuwe bewustzijn, deze nieuwe ziel mogelijk maakt.

Het pinealisorgaan is een ademhalings- en waarnemingsorgaan.Wij ademen daarmee prana in, waaruit wij leven en zijn. En onze hele zijnstoestand met inbegrip van de atomen, gaat zich overeenkomstig voegen.

Er is een groot gevaar in gelegen wanneer wij de pinealis zo bewerken dat we alleen maar horigen van de natuur des doods kunnen zijn. Er zijn in alle tijden kruiden, reukwerken en diverse ademtechnieken geweest waarmee men de klieren met interne secretie, de zenuwether en het slangenvuur kan beïnvloeden. Dat zijn zeer negatieve en uiterst gevaarlijke manieren om door negatieve lichaamsbeïnvloeding ook de pinealis te beïnvloeden en aan een doel te doen beantwoorden. Bijvoorbeeld met wierook. Of met allerlei geneesmiddelen en geneesmethoden die door onkunde uiteindelijk geen ander resultaat kunnen hebben dan een volkomen degeneratie van het pinealissysteem. Wanneer wij op allerlei negatieve wijzen de gevolgen [van natuurlijke stralingen] trachten op te heffen en de oorzaak zelf niet wegnemen, dan degenereert de pinealis. Er is maar één mogelijkheid om het pinealissysteem af te sluiten voor de natuurinvloeden en het te openen voor de oorspronkelijke geestmens: ziele-wedergeboorte. Alleen de psychologische heilmethoden die zich daarbij aansluiten, kunnen voor de mens van de toekomst nuttig zijn.

Wat is uw ik-bewustzijn? Het is de samenvoeging van de levenskracht die in al de atomen van uw stelsel aanwezig is.Waar komt die vandaan? Toch van de schepper, die in de oersubstantie zijn levensadem heeft ingeblazen. Zo is ook het ik-bewustzijn in zekere zin uit God geboren. Maar de levensadem van het atoom is niet volkomen. Die adem moet zich samenvoegen met andere goddelijke waarden om het Godsplan tot stand te kunnen brengen. Waar komt de kernkracht van uw indivi- duele openbaringsveld – uw microkosmos – vandaan? Toch ook van de vader aller dingen. Ook de ziel is uit God. De geest, de koningskracht zelf, is bij u, om u en in u. De drie zijn evenwel niet verenigd. 

In de oorspronkelijke geestmens zijn in ongescheidenheid de geest en de ziel als godskracht aanwezig, waarin de idee, het wezen en het zaad van het door God bedoelde lichaam verborgen liggen. Beeldend: De toren in het vierkant op het eiland, de mogelijkheid om naar het nieuw etherische op te stijgen…

Stel dat de atomen ‘zich daarnaar gaan voegen’… De wetenschappelijke benadering stelt dat zich dan een nieuw bewustzijn zal vormen, bovendrijvend uit die veelheid van samenwerkende atomen die ons wezen vormen. Een nieuw bewustzijn betekent een nieuwe waarneming. Een nieuw waarnemen van de werkelijkheid. We kunnen de filosofische vraag hier onbeantwoord laten of die nieuw waargenomen werkelijkheid dan een van ons onafhankelijke werkelijkheid op zich is, een ware werkelijkheid. De waarheid zien.

Bron: artikel van Eric op ’t Eynde in Logon 2021-3

DOWNLOAD LOGON 2021-3 (PDF, 76 PAGINA’S)

LEES OP ISSUU.COM (BLADEREN)

BESTEL HET TIJDSCHRIFT LOGON 2021-3 OP PAPIER

NEEM EEN (PROEF)ABONNEMENT OP LOGON