Brief aan de mensheid – bezinningsbijeenkomst van het Rozenkruis op dinsdagavond 19 april 2022 in 11 plaatsen

LEES OVER DE BEZINNINGSBIJEENKOMST OP 19 APRIL

LEES BRIEF 2 VAN 125 : DE WEG TOT HET GELUK

BESTEL DE BRIEVEN VAN MARSILIO FICINO VOOR € 15,00

Brief aan de mensheid. Dat is de titel van de bezinningsbijeenkomst die het Gouden Rozenkruis op dinsdag 19 april 2022 verzorgt in 11 plaatsen. Deze wordt van 20.00 tot 20.45 uur gehouden in de tempels in : AlkmaarArnhem, Bergen op Zoom, Eindhoven, Enschede, GroningenHilversum, Hoorn, Maastricht, ​Rotterdam en Utrecht. De bezinningsbijeenkomst is geïnspireerd op brief 106 van 125 uit het Eerste brievenboek van Marsilio Ficino. Hieronder volgt de integrale tekst van die brief aan de mensheid over zelfkennis en zelfrespect. 

106 ZELFKENNIS EN ZELFRESPECT ALS HET HOOGSTE GOED

Ken uzelf als een goddelijk geslacht dat met een sterfelijk kleed is bedekt. Ik vraag u, kleed u uit, scheid zo goed als u kunt – en wat u kunt hangt volledig van de inspanning af. Scheid de ziel van het lichaam en de rede van de zintuiglijke indrukken. Zodra de vuiligheid van de aarde is weggehaald, zult u voortdurend het zuivere goud zien, en als de wolken zijn opgelost, zult u de lichtende hemel zien, en geloof me, dan zult u uzelf respecteren als eeuwigdurende lichtstraal van de goddelijke Zon.

In het bijzijn van uzelf zult u nooit meer iets laags of slechts durven ondernemen of beramen. Niets blijft er ooit verborgen voor God, want alleen door Hem wordt er getoond wat er getoond wordt. Niets blijft er verborgen voor uw geest, die levende afbeelding van de eeuwig en overal levende God.

Als de eerbiedwaardige aanblik van een monarch uit de oudheid ontzag inboezemt, heb dan altijd ontzag voor de bewonderenswaardige aanwezigheid van God, de koning van heel de schepping, en ook voor de geest, de koningin van de fysieke wereld. Pythagoras had gelijk toen hij opriep tot zelfrespect.

Wie zich in bijzijn van zichzelf niet schaamt om iets slechts te beramen, en duldt dat zijn ziel, die van nature godgelijk is, slaaf wordt van het lichaam, waarmee hij die goddelijke parel door het slijk haalt, weet blijkbaar niet wat hijzelf waard is, en gaat voorbij aan de goddelijke orakelspreuk: ‘U hebt hem weinig minder gemaakt dan de engelen (Psalm 8:6), en ook aan de woorden: ‘Ik heb gezegd, u bent allen goden en zonen van de Allerhoogste’ (Psalm 82:6).

Wee over uw al te onwetende geest, wee over uw verblinde harten. Sta op, ik smeek het u, uit deze al te diepe slaap, kom tot uzelf door mijn smeekbeden. Als u tot uzelf komt, zult u opgelucht ademhalen. Te lang hebt u naar de grond gekeken. Kijk omhoog naar de hemel van het goddelijke, als burgers van uw hemelse vaderland en bewoners van de aarde. De mens is een ster op de aarde, omgeven door een wolk, maar een ster is een hemelse mens. U bent iets groots, o ziel, als het kleine u niet vervult.

U bent het best als het slechte u mishaagt. U bent het nobelst als u laagheid verafschuwt. U bent eeuwigdurend als u het tijdelijke gering acht. Deze kwaliteiten maken uw ware aard uit, dus zoek uzelf daar waar ze te vinden zijn. Het grote is alleen waar geen grenzen zijn, het beste is waar zijn tegendeel niet aanwezig is, het schoonste is waar geen disharmonie is, en het eeuwigdurende is waar geen onvolmaaktheid is.

Zoek uzelf dus buiten de wereld, en wilt u de waarheid zoeken en vinden, vlieg dan uit en kijk buiten de wereld. U bent buiten uzelf zolang u de wereld omarmt. U denkt dat u in het diepe dal van de wereld verblijft, want u weet niet dat u boven de ether uitvliegt, maar u ziet slechts het lichaam, uw schaduw, in de diepte. Zo denkt ook een kind dat in de put kijkt dat het zich in de put bevindt zolang het naar zijn eigen spiegelbeeld kijkt, en toch ziet het alleen zijn eigen beeld in de diepte. Een vogel die in de lucht rondvliegt, kan geloven dat hij op aarde vliegt zolang hij zijn schaduw op de aarde ziet.

Doe dus afstand van dergelijke enghartige schaduwbeelden en kom tot uzelf en daarmee tot de wijdsheid. In de geest huist een enorme wijdsheid, en in het lichaam zogezegd een oneindige kleinheid. Dit kan men ook opmerken bij getallen, die verwant zijn met de aard van de geest. Want getallen kunnen eindeloos toenemen maar niet eindeloos afnemen. Maar aan de groei van de fysieke wereld is daarentegen wel een beperking gesteld en juist niet aan de verkleining.

LEES OVER DE BEZINNINGSBIJEENKOMST OP 19 APRIL

LEES BRIEF 2 VAN 125 : DE WEG TOT HET GELUK

BESTEL DE BRIEVEN VAN MARSILIO FICINO VOOR € 15,00

LEES MEER OVER DE VIJF BOEKEN VAN OF OVER FICINO