BESTEL KABBALAH, WEGWIJZER TUSSEN HEMEL EN AARDE
We zijn bij elkaar gekomen om iets te leren over de levensboom, etz hachaim en over ons leven, chaim in jodendom en kabbalah. In het Hebreeuws wordt alleen met kleine letters geschreven en men tutoyeert God. De basis en bron van het jodendom is de tenach – de joodse bijbel. Kabbala gebruikt deze bron, kriskras door elkaar, en ook latere traktaten op vier niveaus van bewustzijn, afgekort, pardes:
- pshat: letterlijk
- remez: wenk
- drash: studie
- sod: geheim
Kabbalah is een middel om het Ene te dienen, om het goede te denken en te doen, hetgeen zeggen wil: ruimte geven aan alle levende wezens die zijn geschapen, gevormd, gemaakt door de Ene.
Het is belangrijk te onthouden dat kabbalah een geestelijk onderwerp is dat we met tastbare middelen, woorden, boeken en schema’s, waaronder een levensboom, pogen te beschrijven en er vat op krijgen. Dat zal nooit volledig lukken en daarom mogen we accepteren dat we zaken soms zullen begrijpen en soms niet, soms voelen en soms niet.
In deze voordracht zal ik vertellen over de verbinding tussen het ene, aïn, aïn soph, aïn soph or en de vier niveaus van bewustzijn die te vinden zijn in de vier werelden:
- de goddelijke wereld – olam atziloet (sod)
- de gecreëerde wereld – olam briah (drash)
- de gevormde wereld – olam yetzirah (remez)
- de aardse wereld – olam assiah (pshat)
In iedere wereld is er een levensboom met tien sefiroth en da’at, als poorten van transformatie. In de jakobsladder zijn alle vier levensbomen met elkaar verbonden. De levensboom van assiah behoort tot dit aardse leven en die in atziloet tot de goddelijke wereld.
Er is overvloed van hemel naar aarde. Maar op aarde wordt het Ene en zijn overvloed vaak niet gezien of gevoeld, mogelijk door de bestaande verscheidenheid.
De levensboom en zijn sefirot zijn in een aantal bronnen te vinden. De levensboom wordt geplant in een hof in Eden, Genesis 2:9; een aantal namen van de sefirot staan vermeld door koning David in 1 Kronieken 29:10. Het boek van vorming – sefer yetzirah – opent door de sefirot met hun paden te noemen.
Na de opening worden de tweeëndertig paden in twee soorten verdeeld: in tien sephiroth zonder iets en tweeëntwintig letters van het Hebreeuwse alfabet. Deze letters zijn vermeld op de verbindingspaden tussen de sefirot.
Er worden veel hoedanigheden aan de sefirot gegeven: lichten, krachten, namen voor God. In deze introductie beschouwen we de sefirot als eigenschappen, eigenschappen weerspiegeld in hun gekozen namen.
KLIK HIER OM EEN GEKLEURDE LEVENSBOOM TE DOWNLOADEN
Over de sefirot wordt gezegd dat in iedere sefirah alle sefiroth aanwezig zijn, met op de voorgrond de eigenschap dat malchoet en keter met elkaar zijn verbonden. In de levensboom zijn er drie verticale pilaren te onderscheiden: de linker pilaar symboliseert beperking, de rechter pilaar ruimte en de in het midden staat de pilaar van het evenwicht tussen die twee.
Hieronder volgt een korte beschrijving van de sefirot in de volgorde gebruikt wanneer een verbinding tussen aarde en hemel wordt gewenst.
- malchoet – koninkrijk, ook malchoet kether genoemd – symboliseert ons lichaam verbonden met de aarde. Geaard zijn betekent onder andere dat het lichaam goed gevoed wordt om een goed huis te kunnen zijn voor de levende ziel, ingeblazen door de Ene in onze neusgaten (Genesis 2:6).
- yesod – fundament – symboliseert enige psychische ontwikkeling via opvoeding uit onze naaste en verre omgeving om vanuit onze verbinding met de aarde enigszins te kunnen reiken naar het eeuwige weten en meer inzicht over onze plaats in de wereld te krijgen.
- hod – weerkaatsing – symboliseert het spiegelen van onze naaste en verre omgeving, feiten verzamelen, opslaan.
- netzach – eeuwigheid – symboliseert datgene wat in Prediker 1:9 staat, dat alles wat geweest is, nu gebeurt en weer zal zijn, alles wat gemaakt is wordt nu gemaakt en zal weer worden gemaakt – er is niet nieuws onder de zon.
- tifereth – schoonheid – symboliseert inzicht hebben in onze omgeving, een inzicht dat ons eigen leven op aarde overstijgt.
- gvurah – oordeel – symboliseert het categoriseren en indelen in juist en onjuist, wat mag en wat niet mag, wat kan en niet kan.
- chesed – barmhartigheid – symboliseert het vermogen ons te kunnen verplaatsen in een ander en aan diegene ruimte te geven en het allerbeste te wensen.
- da’at – weten – symboliseert het universele weten dat al aanwezig is en zich openbaart aan levende wezens, planten en dieren, aan individuen of aan groepen.
- binah – begrip- symboliseert het vermogen om een kleinere werkelijkheid in een grotere werkelijkheid te kunnen plaatsen, en puzzelstukje in de grote puzzel, maar mogelijk een onjuiste puzzel, wanneer chogmah er niet bij is betrokken!
- chogmah – wijsheid – symboliseert inzichten die door de eeuwen heen zijn ontdekt, ontwikkeld door volkeren of wezens van alle werelden.
- keter – kroon – ook keter malchoet genoemd, symboliseert de verbinding met het Ene, ook een verbinding tussen onze werkelijkheid en de Ene, alles wat er is.
Bron: Kabbalah, wegwijzer tussen hemel en aarde, symposionreeks 32