BESTEL DE WERELDBESCHOUWING DER ROZEKRUISERS
DOWNLOAD DE WERELDBESCHOUWING DER ROZENKRUISERS ALS PDF
In 1909 publiceerde Max Heindel (fakkeldrager van het Rozenkruis 19 en oprichter van The Rosicrucian Fellowship) zijn standaardwerk ‘Rosicrucian Cosmo-Conception’. De eerste Nederlandse editie daarvan verschijnt in 1913 in Amsterdam onder de titel ‘De wereldbeschouwing der rozenkruisers of esoterisch christendom’. Hieronder volgen het woord vooraf (aan de goed verstaander) en de inhoudsopgave van dit boek met de ondertitel ‘Een eenvoudige verhandeling over de ontwikkeling van de mens in het verleden, zijn huidige samenstelling en zijn ontwikkeling in de toekomst’.
AAN DE GOED VERSTAANDER
De stichter van de christelijke godsdienst gaf een occulte grondstelling toen hij zei: ‘Wie het koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, die zal er voorzeker niet binnengaan’ (Marcus 10:15). Alle esoterici erkennen de versterkende invloed van dit voorschrift en trachten het dagelijks te ‘leven’.
Wanneer er in de wereld een nieuwe leer wordt verkondigd, wordt zij door verschillende mensen op zeer verschillende wijze ontvangen. De een zal gretig elke nieuwe wereldbeschouwelijke poging aangrijpen om zich te vergewissen in hoeverre zij zijn eigen denkbeelden versterkt. Voor zo iemand is de wereldbeschouwing zelf van ondergeschikt belang. Haar voornaamste betekenis bestaat in het rechtvaardigen van zijn denkbeelden. Indien het werk aan die verwachting schijnt te beantwoorden, zal hij het geestdriftig aanvaarden en er zich met een hoogst onberedeneerde partijdigheid aan vastklampen; zo niet, dan zal hij er zich waarschijnlijk teleurgesteld en met tegenzin van afkeren, met het gevoel of de schrijver hem persoonlijk beledigd heeft.
Een ander neemt een sceptische houding aan zodra hij ziet dat het iets bevat wat hij nooit eerder gelezen, gehoord of in zijn hoofd uitgebroed heeft. Waarschijnlijk zou hij zich verongelijkt voelen wanneer men hem ervan beschuldigde, dat zijn verstandelijke houding het toppunt van zelfgenoegzaamheid en onverdraagzaamheid. Dat is een onmogelijkheid en daarom sluit hij zijn denkvermogen voor elke waarheid die misschien zou kunnen schuilen in dat wat hij hooghartig verwerpt.
Deze beide categorieën staan zichzelf in de weg. ‘Vaste’ denkbeelden maken haar toegankelijk voor de stralen der waarheid. ‘Een kind’ is in dit opzicht absoluut het tegenovergestelde van volwassenen. Het is nog niet doordrongen van het overstelpende besef van de reusachtige hoeveelheid kennis. Evenmin voelt het zich verplicht een geleerd gezicht te trekken of zijn onkunde van dit of dat onderwerp achter een glimlach of een grijns te verbergen. Het is ronduit onwetend, niet gebonden door vooraf opgevatte meningen en daardoor hoogst leerzaam. Het neemt alles op met dat heerlijke vertrouwen dat wij met de naam van ‘kinderlijk vertrouwen’ betitelen, waarin geen schaduw is van twijfel. Zo bewaart het kind de leer die het ontvangt, totdat zij later bewezen of weerlegd wordt.
Van de leerling wordt niet geëist om klakkeloos te geloven dat een gegeven voorwerp dat hij voor wit houdt, werkelijk zwart is als men hem dit verzekerd, maar hij moet zijn denkvermogen zó vormen, dat hij ‘alle dingen gelooft’, dat iets mogelijk moet kunnen zijn. Dat hem is staat stellen om zogenaamde ‘vastgesteld feiten’ even terzijde te leggen en te onderzoeken of er misschien nog een ander, tot nu toe onopgemerkt gezichtspunt bestaat, van waaruit het bewuste onderwerp zwart zou blijken te zijn. Hij zou zich zelf dan ook nooit toestaan iets als een ‘vaststaand feit’ te beschouwen, want hij beseft ten volle het grote belang van het aanpassingsvermogen dat een kind kenmerkt en waardoor hij zijn denkvermogen belet te verstarren. Hij beseft in iedere cel van zijn wezen dat ‘wij nu nog zien door een spiegel, in raadselen’ en evenals Ajax is hij steeds op zijn hoede, snakkend naar steeds meer ‘licht’.
Het grote voordeel van een dergelijke houding van het denkvermogen bij de bestudering van een bepaald onderwerp, plan of denkbeeld is duidelijk. Verklaringen die beslist tegenstrijdig blijken te zijn en onder de voorstanders van de tegengestelde partijen de gemoederen in beroering hebben gebracht, kunnen niettemin best met elkaar verzoend worden, zoals uit één dergelijk voorbeeld in dit boek zal blijken.
De verborgen band van harmonie kan alleen maar door een open denkvermogen gezien worden en al vindt men misschien dat dit werk van andere verschilt, toch verzoekt de schrijver om een onpartijdige houding als basis van een later volgende beoordeling. Indien het boek ‘gewogen wordt en te licht bevonden’, zal de schrijver niet morren. Hij is alleen bang voor een haastig oordeel, gebaseerd op gebrek aan kennis van het stelsel dat hij bepleit – een oordeel dat ‘te licht bevonden’ luidt bij gebrek aan onpartijdig ‘wegen’. Verder wil hij er op wijzen dat de enige mening die de beoordelaar eer aandoet, op kennis berusten moet.
Een andere reden tot voorzichtig oordelen is, dat velen het ontzettend moeilijk vinden om een haastig gegeven mening te herroepen. Daarom dringen wij er bij de lezer op aan zich van elke uitspraak van lof of blaam te onthouden, tot een bestudering van het werk hem behoorlijk van de verdiensten of gebreken ervan overtuigd heeft.
De wereldbeschouwing der rozenkruisers is niet dogmatisch. Evenmin beroept zich op enige andere autoriteit dan de rede van de onderzoeker. Zij geeft geen polemiek en wordt alleen maar aan de wereld verkondigd in de hoop dat zij enkele moeilijkheden, die de denkvermogens van de onderzoekers van de diepzinnige leer in het verleden bedreigd hebben, kan helpen oplossen. Om ernstige misvatting te voorkomen, moet het denkvermogen van de onderzoeker echter goed doordrongen zijn van het feit dat er omtrent dit ingewikkelde onderwerp, dat alles onder en ook boven de zon insluit, geen onfeilbare openbaring bestaat.
Een onfeilbare uiteenzetting zou alwetendheid van de schrijver vooropstellen en zelfs de oudere broeders vertellen ons dat zij zich soms in hun oordeel vergissen. Daarom is er geen sprake van dat er ooit in een boek het laatste woord over het wereldmysterie gezegd kan worden. De schrijver van dit werk geeft dan ook niet veel meer dan de allereerste beginselen van de rozenkruisersleer.
De broederschap van het rozenkruis bezit de verreikendste en meest logische opvatting van het wereldmysterie, waarmee de schrijver in zijn jarenlange studie van dit onderwerp kennis heeft gemaakt. Voor zover hij heeft kunnen nagaan, is hun leer in overeenstemming met de feiten zoals hij ze kent. Toch is hij er vast van overtuigd dat ‘De wereldbeschouwing van de rozenkruisers’ lang niet het laatste woord over dit onderwerp is. Dat naarmate wij voortschrijden een steeds wijder verschiet van waarheid zich voor ons zal openen en veel dingen zal ophelderen die wij nu nog ‘door een spiegel zien, in raadselen’. Tevens is hij er vast van overtuigd dat alle andere toekomstige leringen dezelfde hoofdlijnen zullen volgen, omdat zij absoluut waar blijken te zijn.
Hieruit blijkt dus dat de schrijver dit boek niet voor het einde, het slotakkoord van de occulte kennis houdt. Al heet het boek ‘De wereldbeschouwing der rozenkruisers’, wil de schrijver er toch nog eens sterk de nadruk op leggen, dat men het niet voor een geloof moet houden dat ‘eens en voor al’ door de stichter van de orde van het Rozenkruis of door iemand anders gegeven is.
De schrijver verklaart nadrukkelijk dat hij in dit boek slechts zijn opvatting van de leer van het Rozenkruis omtrent het wereldmysterie geeft, gesteund door zijn persoonlijke navorsingen aangaande de geestelijke werelden, de toestanden van de mens vóór de geboorte en na de dood enzovoort. De schrijver beseft volkomen de verantwoordelijkheid van iemand die al of niet met voorbedachten rade anderen op een dwaalspoor brengt; hij wil zich zoveel mogelijk daarvoor hoeden en tevens anderen vrijwaren voor de mogelijkheid zonder er bij na te denken een verkeerde weg in te slaan.
Wat er dus in dit werk gezegd wordt, kan de lezer naar verkiezing aannemen of verwerpen. Al het mogelijke is gedaan om de leer te begrijpen en er is geen moeite bespaard om ze in begrijpelijke bewoordingen te kleden. Daarom is het gehele werk door, steeds één en dezelfde uitdrukking gebruikt voor een bepaald denkbeeld. Hetzelfde woord heeft overal dezelfde betekenis. Wanneer een woord, dat een denkbeeld omschrijft voor het eerst gebruikt wordt, tracht de schrijver hiervan zo duidelijk mogelijk een definitie te geven. Slechts Nederlandse uitdrukkingen en eenvoudige bewoordingen zijn gebruikt.
De schrijver heeft er voortdurend naar gestreefd een zo nauwkeurige en duidelijk omlijnde omschrijving van het onderwerp in kwestie te geven, als maar mogelijk was, alle dubbelzinnigheid te vermijden en elk ding duidelijk te maken. In hoeverre hij hierin geslaagd is, moet de onderzoeker zelf beoordelen. Daar hij echter ijverig iedere poging benut heeft om de leer over te dragen, voelt hij zich verplicht er ook tegen te waken dat dit boek ooit als gezaghebbend voor de rozenkruisersleer beschouwd wordt. Slaat men deze raad in de wind, dan wordt misschien door sommige onderzoekers teveel gewicht aan dit werk gehecht en dat zou niet eerlijk zijn, noch tegenover de broederschap, noch tegenover de lezer. Men zou dan geneigd zijn de verantwoordelijkheid voor de fouten, die in dit zowel als elk ander menselijk werk moeten voorkomen, op de broederschap te schuiven. Vandaar de genoemde waarschuwing.
Gedurende de vier jaar die verstreken zijn sinds het voorgaande geschreven werd, heeft de schrijver zijn onderzoek van de onzichtbare werelden voortgezet en met betrekking tot deze gebieden een zekere uitbreiding van bewustzijn mogen ervaren. Deze uitbreiding van bewustzijn wordt bereikt door het in de praktijk brengen van de leer die in de westerse mysterieschool onderwezen wordt.
Anderen, die ook deze methode van zelfontplooiing gevolgd hebben, de methode die in het bijzonder voor westerlingen geschikt is, waren eveneens in staat zelf de juistheid van veel zaken die hier geleerd worden, te bevestigen. Aldus heeft het begrip van de schrijver omtrent dat wat de oudere broeders hem gegeven hebben enige bevestiging gekregen en blijkt in feite juist te zijn. Daarom voelt hij het als zijn plicht dit, als een stimulans aan hen die nog niet in staat zijn zelf waar te nemen, mee te delen.
Als wij geschreven hadden dat het levenslichaam uit prisma’s is opgebouwd in plaats van uit punten, dan zou dit juister geweest zijn. Want het is de ‘straalbreking’ door deze minuscule prisma’s, die het kleurloze zonnefluïdum in een roze tint veranderen, zoals ook door andere schrijvers is waargenomen.
Er werden ook nieuwe en belangrijke ontdekkingen gedaan. Wij weten nu bijvoorbeeld dat het zilveren koord in ieder leven opnieuw groeit. Dat één deel uit het zaadatoom in de grote draaikolk van de lever ontspruit; dat het andere deel uit het zaadatoom van het grofstoffelijke lichaam in het hart opgroeit; dat beide delen in het zaadatoom van het levenslichaam, in de zonnevlecht, samenkomen en dat deze verbinding van de hogere en de lagere voertuigen het levend worden veroorzaakt.
De verdere ontwikkeling van het koord tussen het hart en de zonnevlecht gedurende de eerste zeven jaren, heeft een belangrijke betrekking op het mysterie van het kinderleven, zoals zijn verdere groei vanuit de lever naar de zonnevlecht, die in de volgende periode van zeven jaar plaatsvindt, een bijdrage levert tot de adolescentie. De voltooiing van het zilveren koord markeert het einde van de kinderjaren. Vanaf die tijd begint de zonne-energie – die door de milt binnenstroomt en gekleurd wordt als gevolg van de lichtbreking door het prismatische zaadatoom van het levenslichaam, dat zich in de zonnevlecht bevindt – aan de aura een kenmerkende en individuele kleurschakering te geven, die wij bij volwassenen waarnemen.
Max Heindel
INHOUD
Geloofsbelijdenis of Christus
Aan de goed verstaander
DEEL I: DE HUIDIGE SAMENSTELLING VAN DE MENS EN ZIJN ONTWIKKELING
INLEIDING
Diagram 0. De vier natuurrijken
1. De zichtbare en de onzichtbare werelden
De scheikundige sfeer van de stoffelijke wereld
De etherische sfeer van de stoffelijke wereld
De begeertewereld
De gedachtewereld
Diagram 1. De betrekkelijke bestendigheid van de zichbare en onzichtbare werelden
Diagram 2. De zeven werelden
2. De vier natuurrijken
Diagram 2a.De stromingen in het begeertelichaam van de doornsnee mens
Diagram 2b. de stromingen in het begeertelichaam van de willekeurig of bewust helderziende
Diagram 2c. De stromingen in het begeertelichaam van de onwillekeurig of bewust helderziende of het medium
Diagram 3. De voertuigen in de vier natuurrijken
Diagram 4. De bewustzijnstoestanden in de vier natuurrijken
3. De mens en zijn ontwikkeling
Werking van het leven inde mens; geheugen en groei van de ziel
Diagram 4a. De zevenvoudige samenstelling van de mens
Diagram 5. De tienvoudige samenstelling van de mens
De dood en het vagevuur
Diagram 5a. Het zilveren koord
Het overgangsgebied
De eerste hemel
De tweede hemel
De derde hemel
Voorbereiding tot wedergeboorte
De geboorte van het grofstoffelijk lichaam
De geboorte van het levenslichaam
De geboorte van het begeertelichaam
De geboorte van het denkvermogen
Het bloed, het voertuig van het ego
Diagram 5b. Een levenscyclus
4. Wedergeboorte en de wet van oorzaak en gevolg
Wijn als factor in de ontwikkeling
Een merkwaardige geschiedenis
DEEL II: KOSMOGENESE EN ANTROPOGENESE
5. De verhouding van de mens tot God
Diagram 6. De zeven kosmische gebieden
6.Het ontwikkelingsplan
Het begin
De werelden
De zeven tijdperken
7. Het ontwikkelingspad
Rondten en kosmische nachten
Diagram 7. Het Saturnustijdperk
Diagram 8. De 777 wedergeboorten
8. Het ontwikkelingswerk
De draad van Aridane
Het Saturnustijdperk
Herhalingsproces
Het zonnetijdperk
Het maantijdperk
Diagram 9. de twaalf grote Scheppende Hiërarchieën
9. Achterblijvers en nieuwelingen
Diagram 9a. De klassen van wezens aan het begin van het Maantijdperk
Diagram 10. De verschillende klassen van wezens op aarde
10. Het Aardetijdperk
De Saturnusrondte van de het Aardetijdperk
De Zonnerondte van het Aardetijdperk
De Maanrondte van het Aardetijdperk
Tijdperken van rust tussen rondten
De vierde rondte van het Aardetijdperk
11. Wording en ontwikkeling van ons zonnestelsel
Chaos
Het ontstaan van de planeten
Diagram 11a. Tabel van trillingen
Diagram 12. De vorm van het menselijk lichaam in het verleden, heden en toekomst
12. De ontwikkeling op aarde
Het Polaire tijdvak
Het Hyperborese tijdvak
De maan; de achtste sfeer
Het Lemurische tijdvak
De geboorte van het individu
De scheiding der geslachten
De invloed van Mars
De rassen en hun leiders
De invloed van Mecurius
Het Lemurische ras
De zondeval
De Luciferische Geesten
Het Atlantische tijdvak
Het Arische tijdvak
De zestien wegen naar vernietiging
13. Terug naar de Bijbel
Verklarende toelichting
14. Occulte analyse van Genesis
Beperkingen van de Bijbel
In den beginne
De nevelvlektheorie
De Scheppende Hiërarchiën
Het Saturnustijdperk
Het Zonnetijdperk
Het Maantijdperk
Het Aardetijdperk
Jehova en zijn zending
Involutie, evolutie en epigenesis
Een levende ziel?
De rib van adam
Beschermengelen
Gemengd bloed in het huwelijk
De zondeval
Diagram 13. Het begin en het einde van de geslachtsorganen
Deel III DE TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING VAN DE MENS EN INWIJDING
15. Christus en zijn zending
Diagram 13a. de zeven scheppingsdagen
De ontwikkeling van de godsdienst
Jezus en Jezus Christus
Diagram 14. De voertuigen van de hoogste ingewijden en van de gewone mensheid
Geen vrede maar het zwaard
De ster van Bethlehem
Het hart als uitzonderingsgeval
Het mysterie van Golgotha
Het reinigende bloed
Diagram 14a. ‘Zo boven, zo beneden’
16. Toekomstige ontwikkeling en inwijding
De zeven scheppingsdagen
Diagram 14b. De dagen van de week en overeenkomsten
Diagram 15. De zeven scheppingsdagen en de vier grote inwijdingen
Diagram 15a. Classificatie van het dierenrijk
Spiralen in spiralen
Diagram 15b. De tijdperken en het daarmee overeenkomende bewustzijn
Alchemie en zielengroei
Het scheppende woord
17. Het verkrijgen van eerstehands kennis
De eerste schreden
Westerse methoden voor westerlingen
De voeding
Tabel van voedingswaarden
De wet der assimilatie
Leven en laten leven
Het onzevader
De gelofte van het celibaat
De hypofyse en de epifyse
Diagram 17. De weg van de ongebruikte seksuele stromingen
Esoterische training
Hoe het geestelijk voertuig wordt opgebouwd
Concentratie
Meditatie
Opmerkingsgave
Onderscheidingsvermogen
Contemplatie
Aanbidding
18. De samenstelling van de Aarde en vulkanische uitbarstingen
Het getal van het beest
Diagram 18. De samensatelling van de aarde
19. Christiaan Rozenkruis en de orde van het Rozenkruis
Oude waarheden in een nieuw gewaad
Inwijding
De avond- en ochtendoefening voor de adspirant Rozenkruiser
Addenda
Afbeelding van het Rozenkruisersembleem
De symboliek van het rozenkruis
Over het ontstaan van de Rozenkruisersleer
The Rosicrucian Fellowship
Wat is waarheid?
Reïncarnatie of wedergeboorte?
Biografische aantekeningen Max Heindel
Boeken van Max Heindel
Register
Diagrammen in kleur op achterschutblad
Diagram 11. De 1, 3, 7 en 10 facetten van God en de mens
Diagram 16. Het onzevader
Bron: De wereldbeschouwing der rozenkruisers door Max Heindel