BESTEL ZIEN WAT BLIJFT, MYTHEN IN WERK EN BEELD
Ohne dich, du Heißgeliebte, ist die Welt mit öd und leer! Eurydice, Eurydice! Nur einmal gib Antwort!
Zonder jou, mijn diepst geliefde, is de wereld leeg Eurydice, Eurydice! Hemels licht, geef antwoord!
Ch. W. von Gluck, Orpheus en Eurydice
Apollo, god van de zon zag op zekere dag dat de mensen op aarde zich overgaven aan goddeloos leven en zich te buiten gingen aan allerlei uitspattingen. Deze god van het Licht besloot de mensen te helpen. Hij stortte zijn geest uit in Kalliope, de muze van de dichtkunst.
Zij baarde een zoon, die zij Orpheus noemde: ‘hij die geneest door het Licht’. Apollo schonk Orpheus op jonge leeftijd een zevensnarige lier. Elke snaar vertegenwoordigde een zevende deel van de gehele scheppingsharmonie en elke keer wanneer Orpheus aan de snaren hun klanken ontlokte, straalde de gehele schepping van zijn Licht.
Stem en snarenspel waren zo puur, zo verheven dat wilde dieren zich als betoverd aan zijn voeten neervlijden, de bomen hun wortels uit de grond trokken om dichterbij te komen en ja, zelfs rotsblokken kwamen op zijn muziek in beweging.
Orpheus die zingt!
En alles zweeg.
Maar zelfs in ’t zwijgen
brak nieuwe aanvang, wenken,
wending door;
schiep in hun gehoor
een heiligdom.
Volgens de mythe was het Orpheus die aan het zonnewoord van Apollo een nieuwe kracht gaf, doordat hij dit woord met zijn lier – onder de mensen – liet klinken.
Het is Orpheus’ lied, de eeuwige geest, die de onsterfelijke ziel, Eurydice in mensen wekt.
Zijn muziek tilt de mens uit boven het alledaagse.
Eurydice wordt op de dag van haar huwelijk gebeten door een slang.
De slang symboliseert het aardeleven. Eurydice, nog verblind door het op de aarde gerichte bewustzijn, sterft en zij moet naar de onderwereld.
Is dat niet de wereld waarin wij leven, waarin alles in zijn tegendeel verkeert: dag en nacht, licht en duisternis, liefde en haat, leven en dood?
Orpheus, vol van liefde voor Eurydice, is ontroostbaar en verlangt haar terug te halen naar de bovenwereld.
Met een hartverscheurend lied over zijn verloren liefde weet hij de heersers van de onderwereld, Hades en Persephone, over te halen. Eurydice mag mee terug, onder één voorwaarde: op zijn tocht naar boven mag Orpheus niet omkijken. Eurydice moet bewijzen zélf de ‘boodschapper van het licht’ te kunnen volgen.
Rotsen waren er, en ongekende bossen.
Bruggen over leegte (…)
En langs die ene weg kwamen zij. (…)
Voorop de slanke man in blauwe mantel die stil
en ongeduldig voor zich uitkeek (…)
Hermes ziet de kleine stoet, Orpheus en Eurydice aankomen. Hermes is ook hier de god die de doden begeleidt, maar meestal de Hades in. Nu eruit.
De snelle bode, zijn ranke staf trots voor zich uitgestoken
en wiekend met de vleugels aan zijn enkels;
nam aan zijn linkerhand: Eurydice. (…)
Eurydice slaagt er in de weg van inwijding naar boven te bewandelen. Zij ziet het licht al schemeren van de bovenwereld door de opening van Hades’ rijk. Orpheus die al die tijd geen voetstappen achter zich hoorde, kijkt om, om te zien of Eurydice hem gevolgd is. Op hetzelfde moment ziet hij haar terugvallen in de duisternis. Hoe eindigt deze mythe?
En toen onverhoeds de god haar staande hield
en vol verdriet de woorden sprak: Hij heeft zich omgedraaid -,
begreep zij niets en zei ze zachtjes: Wie?
In het gedicht van Rainer Maria Rilke ‘Orpheus, Eurydice, Hermes’ blijft Eurydice zich onbewust van het roepende licht van Orpheus. Zij valt terug in de onderwereld.
In Ovidius’ Metamorphosen lezen we dat Orpheus zijn daad van twijfel ‘dat hij omkeek’ diep betreurde. Hij schonk na Eurydices’ dood nog wel aandacht aan de lier, maar niet meer aan vrouwen. Zij werden jaloers. Als Orpheus dan door de vrouwen gedood wordt en aankomt in de Elyseese gelukzalige velden blijkt Eurydice daar al te zijn. Wat hij zag ‘terugvallen’, was het aardse deel van haar ziel geweest. Het hemels liefdelicht was hem al gevolgd, en bewust geworden en als onsterfelijke ziel uit de onderwereld opgestegen.
Sindsdien zijn zij daar samen, zij aan zij of één voorop en één die volgt – dan is het dikwijls Orpheus die omkijkt, maar nu zonder angst, naar zijn Eurydice.
De componisten – Monteverdi, Gluck en Offenbach – hebben deze mythe op muziek gezet, ook allen naar eigen inzicht. Gluck laat de liefde triomferen:
Triumph sei Gott Amor!
Die Welten, sie Preisen
in ewigen Weisen
der Schönheit Macht!
De goddelijke liefde overwint!
de werelden prijzen
op eeuwige wijzen
de macht van schoonheid!
Bron: Zien wat blijft – mythen in werk en woord door Joop Mijsbergen en Ankie Hettema-Pieterse
BESTEL ZIEN WAT BLIJFT, MYTHEN IN WERK EN BEELD
Mooi, dank voor al dit moois elke dag.
Thea, mooi om te vernemen dat u het online programma Spirituele Kerst waardeert. Dank voor uw reacties.
Deze spirituele teksten zijn een ware steun en helpen ons op weg naar innerlijke bevrijding.
De diepe betekenis van de (oude) verhalen worden opnieuw aan het daglicht gesteld, een niet aflatend appel aan onze eigen innerlijke kern, verborgen in het hart. Het is voeding voor mijn ziel en het verlangen naar de openbaring ervan. In diepe dankbaarheid voor dit mooi geschenk.