Diepzinnige esoterische symboliek in Mozart’s Zauberflöte

BESTEL HET BOEKJE MOZART’S ZAUBERFLÖTE

Die Zauberflöte was één van de laatste werkstukken die Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) componeerde in zijn betrekkelijk korte leven, als een samenvatting van zijn innerlijkste weten en streven. Mozart was een grote vriend van de rozenkruisers en de vrijmetselaars. Hij was bekend met de mysteriën van inwijding in het Oude Egypte en ook met geschriften van Johan Valentin Andreae (fakkeldrager van het Rozenkruis 8) , met name de Fama Fraternitatis R.C. en De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis.

In Die Zauberflöte, die zeker werd geïnspireerd door de levende vrijmetselaarsgedachte, kunnen we een soort universeel gegeven vinden, namelijk de weg van de mens, de boodschap van het vrijmakende pad. De bijzondere opera verbeeldt de strijd tussen de machten van het licht en de machten van de duisternis. Deze strijd voltrekt zich ook in de mens en daarom kunnen we de karakters in de opera zien als krachten en werkzaamheden in de mens; stemmen die klinken in de mens zelf.

Tamino, verdwaald tijdens de jacht, gekleed als een koningszoon uit het oosten, die zijn pijlen verschoten heeft (dus nu ongewapend is), wordt door een monster achtervolgd, (de gevolgen van de niet beheerste wil en scheppingskracht, het kwaad) dat de mens tracht te doden.

Tamino is de geestdrang van de herinnering in de mens, het positieve mannelijke aanzicht van de ziel dat ontwaakt en zich zijn roeping bewust wordt. In onmacht geraakt door zijn confrontatie met het monster vervalt de mens  in onbewustheid ten aanzien van zijn ware roeping. Drie dames doden het monster. Het zijn de drie dienaressen van de koningin van de nacht, de drie verleidsters. Zij verbeelden de drie negatieve werkingen in de mens die echter gehouden zijn het licht te dienen. Het zijn de natuurkrachten, die streven naar het behoud van het schepsel.

Wanneer Tamino wakker wordt, is het eerste wat hij waarneemt: Papageno, die ook in dienst staat van de koningin van de nacht. Papageno is het op de aarde gerichte in de mens, dat alleen aan eten en vrouwtjes denkt. Het zoekt op zijn wijze vervulling en we zullen zien dat dit aanzicht van de mens ook een weg zal moeten gaan. Hij wordt voorgesteld als de vogelman, de vogelvanger. Hij vangt de verlangens van de mens, die het voedsel vormen voor de koningin en waarvoor hij in ruil door háár gevoed wordt. De vogelvanger wordt tot zwijgen gebracht en moet meewerken aan de opdracht van Tamino.

Goethe zei: Twee zielen wonen er in mijn borst. Eén die op Papageno-achtige wijze leeft, tevreden met eten, drinken en vrolijk zijn. En een andere, die zoekt naar het hogere, onvergankelijke van de mens. Men moet, als men zich op die weg begeeft, niet zijn ‘lagere’ verlangens achterlaten of ze bestrijden, maar ze meenemen. Daarom laat Mozart ook Papageno evenals Tamino het doel bereiken, de één voorwaarts strevend, de ander erachteraan hinkend.

De koningin van de nacht wordt ook wel de sterrenvlammende koningin of de maankoningin genoemd. Dit wijst op het aurische wezen, het hogere zelf, waaruit de mens is geworden en waarin hij gevangen ligt. Het is de natuur-eoon die haar schepsel niet loslaat. Zij staat volkomen vijandig tegenover de krachten van het licht, die ze desondanks toch dient. De natuurmens Papageno kent haar niet, ziet haar niet, maar Tamino wordt wel met haar geconfronteerd.

Wanneer de mens zich van zijn roeping bewust wordt, boven zijn staat van onbewustheid uitgroeit, dan zal deze wereld-wachter, het astrale zelf, zich manifesteren. Uit de koningin van de nacht is de mens geboren en in oorsprong was zij de echtgenoot van de vader van Pamina, de Zonnekoning. Zij tracht Tamino te overtuigen van haar grootheid en haar immense rijkdom. In dit lied klinkt echter ook de onrust over Tamino door, omdat het de mens gegeven is zich uit haar greep te bevrijden en boven haar uit te stijgen. Zij laat Tamino de beeltenis van haar dochter Pamina zien. Het is het beeld van de reine onbevlekte ziel, welke door het licht is voorbestemd Tamino, de koningszoon, te huwen.

Tamino ziet het eerste gloren van de nieuwe ziel. Pamina is nog onbewust van haar bestemming, totdat zij van Tamino hoort. Door Papageno gaat zij de liefde van de koningszoon beseffen. Pamina, dit reine, ontvankelijke en barende principe in de mens is opgenomen in de macht van Sarastro. Sarastro is de zonne-ingewijde, de geest van de tempel van de wijsheid. Hij is de dienaar van God die de naar bevrijding zoekende mens in bescherming neemt en deze in zijn liefde-licht leidt op het pad van inwijding in de mysteriën. Met behulp van die zonnekracht wordt hij geschikt gemaakt voor de alchemische bruiloft, het mysterie van Osiris-Isis.

Met behulp van de gouden toverfluit, ontvangen uit naam van de koningin van de nacht, zal Tamino in staat zijn alle menselijke leed te doen vervangen door de liefde. De klank – de geestesimpuls in het hart – voert Pamina tot Tamino.

Monostatos ‘de moor’ verbeeldt de ik-kracht in de mens, het in zichzelf opgeslotene, het egoïsme, het verraad. Hij zou Sarastro moeten dienen, maar verraadt hem. Door hem wordt Pamina zich bewust van de duistere krachten die verbonden zijn aan het rijk van haar moeder.

De drie kinderen verbeelden het gelouterde denken, willen en voelen, drie positieve krachten in de mens. Zij leiden Tamino het rijk van Sarastro binnen. Bij twee tempels wordt Tamino teruggewezen. Het zijn de tempels van het verstand en van de natuur. Hij wordt geleid naar de middelste tempel, de tempel van de wijsheid, waar de hiërofant van het licht reeds op hem wacht. Hij nadert echter dit rijk met zijn verleden, zijn ervaringen uit het rijk van de nacht. De eis die hem gesteld wordt is: alles achter laten wat hem tot nu toe deed leven. Voor de tempel wordt hij zich langzaam bewust dat de koningin niet de waarheid sprak. Alles wordt duister voor hem en hij vraagt: ‘leeft Pamina dan nog?’

‘Zij leeft nog!’ Hierop bespeelt hij zijn fluit. Het is de reine klank van de oorspronkelijke wereld, de oerklank aan de mens gegeven als ‘overblijfsel’ van zijn zonnestaat. In de tempel van de wijsheid beleven we de beproevingen. Hiervoor stelt de waarheid Pamina én Papageno.

We zien dus dat er sprake is van twee aanzichten van de ziel, het vrouwelijke en het mannelijke, welke na intense beproevingen tezamen verenigd worden tot een volkomen harmonie. Om zo uiteindelijk de geestbinding te kunnen maken. We zien de beproeving van Pamina waarin het bloed van de eonen nog spreekt, de stem van haar moeder. Ze zal daarvan in een uiterste strijd en vereenzaming ontdaan moeten worden. Met behulp van de drie positieve zielekrachten zal ze overwinnen.

BESTEL HET BOEKJE MOZART’S ZAUBERFLÖTE

Tamino is hier de mens die door de beproevingen heen zijn taak tracht te volbrengen en daardoor de ziel voert tot haar bestemming. En Papageno? Hij wordt verenigd met zijn Papagena. Deze kracht van de natuur ondergaat in dit proces een loutering. Na het ondergaan van de krachten van het kwaad breekt het licht van de zon te middernacht door.

Bron: Mozarts Zauberflöte – Het alchemische proces in de tempel van inwijding, Symposionreeks 17

BESTEL HET BOEKJE MOZART’S ZAUBERFLÖTE

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DIE ZAUBERFLÖTE