DOWNLOAD GRATIS EEN DEEL VAN LEVENSLANG VERWONDEREN (PDF)
Het boek ‘Levenslang verwonderen – het leven in tekst en beeld’ van Johan en Jaap Dijkstra is ideaal om cadeau te geven. Het is prachtig uitgevoerd met een harde kaft. De teksten zijn geschreven door Jaap Dijkstra en stralende kleurenfoto’s zijn gemaakt door zijn broer Johan. De korte en heldere teksten over allerlei onderwerpen sporen je aan om de volheid van het leven te ervaren. De auteur verwijst steeds naar kennis die tot stand komt door zintuiglijke waarneming zonder daar een analyse aan te verbinden. Voor bezinning in de decembermaand zijn de onderstaande vijf teksten en foto’s gekozen uit het boek Levenslang verwonderen – het leven in tekst en beeld van Johan en Jaap Dijkstra.
Het boekje bestaat uit korte teksten over veertig onderwerpen die gaan over het leven en de verwondering die we daarin kunnen ervaren. Elke tekst past op één bladzijde en gaat vergezeld van een intrigerende paginagrote kleurenfoto. Alle items kunnen in een willekeurige volgorde worden bezien, maar de thema’s zijn wel zodanig gerangschikt dat ze verbonden kunnen worden met de levensfasen van de mens.
DOWNLOAD GRATIS EEN DEEL VAN HET BOEK ‘LEVENSLANG VERWONDEREN’
1. NIETS IS BLIJVEND (1 december, p. 83)
Niets van wat wij door middel van onze zintuigen waarnemen, is blijvend. Alles komt, blijft kortere of langere tijd en verdwijnt ook weer. Het komt weer opnieuw op, misschien in een iets andere vorm, blijft en verdwijnt weer, enzovoort. Dat geldt voor alles. Voor een bloem, boom, gebouw, bedrijf, cultuur, beschaving en uiteindelijk ook voor deze aarde. En, ook voor de mens natuurlijk.
Na een geboorte is er ineens een kind dat er voordien niet was. Voor jonge ouders kan dit een wonderlijke gewaarwording zijn. Tijdens het ouder worden is er eerst de opgaande lijn, vervolgens een soort evenwicht en daarna wordt de neergaande lijn ingezet. En na een overlijden is die persoon nergens meer te vinden op deze aarde. Voor veel nabestaanden is dat een absurde ondervinding. Zoals een illusionist iets uit het ‘niets’ tevoorschijn haalt en het weer in het ‘niets’ laat verdwijnen.
Alles in onze zintuiglijk waarneembare werkelijkheid is energie. Kennelijk is er een scheppende energie, energie die zorgt voor de instandhouding en energie die zorgt voor het weer terugnemen. Dit is een continu en onontkoombaar proces. De tijdsduur van opkomen, blijven en neergaan blijft in nevelen gehuld, besloten in het mysterie van het leven. Dus, the sky is not the limit en bomen groeien niet tot in de hemel. Alles wat is gekomen, zal na verloop van tijd ook weer verdwijnen.
2. TEVREDEN ZIJN (8 december, p. 57)
Tevredenheid is onmisbaar voor een gelukkig leven. Telkens weer blijkt dat bezit op zich niet gelukkig maakt. Er zijn er die, in materieel opzicht, alles hebben om gelukkig te zijn en het toch niet zijn. Anderzijds zijn er die bijna niets bezitten en toch een gelukkig leven leiden. Zelfs gezondheid is geen garantie voor geluk. Sommigen zijn ongelukkig in een gezond lichaam. Er zijn er echter ook die gelukkig zijn in een ongezond lichaam.
Wanneer we tevreden zijn, is onze geest tot rust gekomen. Uit zelfbescherming doen we er goed aan om niet langer uit ontevredenheid een wens of verlangen naar bezit te koesteren. Zo lang er een verlangen is, is de geest onrustig totdat het verlangen vervuld is. Maar het bezit van de zaak is het eind van het vermaak, en dan ontstaat er opnieuw een verlangen. Zo hoppen we van het ene verlangen naar het andere en duurt het geluk maar even. Tevredenheid is de sleutel tot een gelukkig leven.
3. MEEBUIGEN (15 december, p. 63)
In de jaren vijftig van de vorige eeuw waren in Utrecht straatvegers werkzaam. Een jongetje van een jaar of vijf wilde een van hen helpen en kreeg zijn eerste levensles. ‘Onthoud dit’, zei de straatveger: ‘Veeg altijd met de wind mee.’ Bij de Kloof van Lu stort het water van de grote waterval zich honderden meters in de diepte; de nevel die erboven hangt is kilometers ver zichtbaar. In het kolkende water beneden is nooit een levend wezen gezien.
Op zekere dag stond K’oeng Foe-tse op enige afstand van de oever, toen hij plotseling een oude man zag, die in het woelige water heen en weer werd geslingerd. Hij riep zijn volgelingen en gezamenlijk renden zij naar de waterkant om de drenkeling te redden. Maar tegen de tijd dat ze daar aankwamen, was de oude man al op de oever geklauterd en liep, al neuriënd, weg. K’oeng Foe-tse haastte zich naar hem toe. ‘U zou een geestverschijning moeten zijn om zoiets te overleven,’ zei hij, ‘maar u schijnt toch een mens te zijn. Wat voor geheime krachten bezit u?’
‘Niets bijzonders,’ antwoordde de oude man. ‘Ik ben begonnen het te leren toen ik nog heel jong was en bleef oefenen in de jaren dat ik opgroeide. Nu ben ik zeker van het welslagen. Ik ga de diepte in met het water en kom weer boven met het water. Ik volg het en vergeet mijzelf. Ik breng het er levend vanaf, omdat ik mij niet verzet tegen de overmacht van het water. Dat is alles.’
4. WAAR HEEFT JE WIEG GESTAAN? (22 december, p. 13)
In deze tijd van gelijke kansen voor iedereen, zou dat geen rol meer moeten spelen. Maar uit onderzoek blijkt dat het wel degelijk een rol speelt. Waar je geboren bent heeft een voorspellende waarde voor welke schoolkeuzes je maakt en welke prestaties je levert; en beide beïnvloeden op hun beurt weer je levenskansen. Dit wordt toegeschreven aan een combinatie van erfelijke en omgevingsfactoren. Maar hoe zit het dan met de uitzonderingen? Zoals de wonderlijke verhalen ‘van krantenjongen tot miljardair’.
Er is ook een andere visie mogelijk. In de natuur is alles onderhevig aan de wet van oorzaak en gevolg. De aanname in het Westen is dat deze wet stopt bij de dood. In Oosterse religieuze tradities neemt men echter aan dat deze wetmatigheid ook na de dood blijft bestaan. Wat betreft de hiervoor genoemde genen of erfelijke aanleg wordt daarom wel gezegd: ‘De neigingen die de baby al vertoont en die zich in de loop van zijn leven zullen ontwikkelen, zijn het gevolg van gedragingen uit vorige belichamingen. De oorzaken daarvan kennen we niet, die zijn we allang vergeten.
Vanuit het gezichtspunt van religie is erfelijkheid misschien alleen maar een andere manier om te zeggen, dat de individuele ziel er door die neigingen toe gedreven wordt om wedergeboorte te zoeken in een bepaald soort gezin. De ouders vertonen neigingen die op die van hemzelf lijken. En daardoor ‘erft’ de baby de tendensen die het reeds bezit.’ (Patanjali, 1979, p. 14).Het wonderlijke is dan, dat je wieg dus daar heeft gestaan waar je het beste tot je recht komt.
5. ALLES HEEFT ZIJN TIJD (29 december, p. 81)
Het leven lijkt steeds sneller te worden maar dat is in feite niet zo. De tijd is door alle tijdperken heen een constant en onomkeerbaar gegeven geweest en zal het altijd blijven. Het wordt wel gedefinieerd als: opeenvolging van momenten. Nu zijn er momenten waarop je zou willen dat de tijd stilstaat en er zijn er ook die zo snel mogelijk voorbij zouden moeten gaan. Maar de tijd trekt zich niets aan van wat wij willen en gaat zijn eigen gang.
Alles heeft zijn tijd. Dat is een natuurlijk gegeven dat nogal eens onder spanning komt te staan. Zeker wanneer tijd geld is geworden kan het leven niet snel genoeg gaan. Er zijn er die als het ware naar het einde van het leven rennen. Wanneer het einde eenmaal daar is verbleekt het belang van geld en is er niets zo belangrijk als tijd van leven. Geduld is een schone zaak en wachten is bijna taboe. Vrede hebben met de tijd valt niet altijd mee.
De gevolgen van de voortschrijdende tijd zijn ook niet door iedereen te verdragen. Laatst sprak een arts: ‘Ik krijg patiënten te zien die de gevolgen van de tijd ondervinden, bepaalde gebreken gaan vertonen en van mij vragen dat het weer net zo wordt als voorheen. Als ik hen vertel dat dit het gevolg is van een onomkeerbaar proces, worden ze boos.’
‘Heb vrede met de tijd en berust in haar gang’ (Zhuang Zi, 2009, Hfdst.3 V)
DOWNLOAD GRATIS EEN DEEL VAN HET BOEK ‘LEVENSLANG VERWONDEREN’
- Schitterend uitgegeven cadeauboek
- Full colour met elke pagina een foto en een bijpassende tekst ter inspiratie
- Boek is opgedeeld in de verschillende levensfasen; kindertijd, puberteit, jong volwassen, midlife, oud volwassen, ouderdom.
De verwondering voor het leven spreekt zowel in tekst als in beeld en laat ons zelf weer stil staan bij het wonder dat het leven is. En in elke fase van ons leven ervaren we dat weer anders – juist zoals in dit boek weergegeven.
‘Ik vind het soms ook vanzelfsprekend, maar als ik erbij stilsta en dit organisme van lichaam en geest observeer en de wereld zie draaien in ons zonnestelsel, dan zeg ik je, het is adembenemend. Het leven is in alle opzichten van een verbijsterende schoonheid.’ Shanti Mayi
INHOUDSOPGAVE
Vooraf
Inleiding
Kindertijd
- Eén met alles
- Waar heeft je wieg gestaan?
- Nieuw leven
- Groei
- De ‘Waarom vaag’
Puberteit
- Vrijheid
- Schoonheid
- Serendipiteit
- Ethiek
- Het lichaam waarin we ‘wonen’
- Eenzaam
- Oorzaak en gevolg
- Maat houden
Jong volwassene
- Levensenergie
- Taalvelden
- De dingen zien zoals ze zijn
- Niets is wat het lijkt te zijn
- Geluk en pech
- Hier en nu
- Mechanisatie
- Liefde
Midlife
- Over het doel van het leven
- Noodzakelijk geloof
- Tevreden zijn
- Niet mijn wil
- Overgangen
- Meebuigen
- Meester over je gedachten
- De natuur
Oud volwassene
- De spiegel van de stilte
- Doen wat je doet
- Achter de sluier
- Toewijding
- Creatief Beginsel
- De kracht van het woord
Ouderdom
- Alles heeft zijn tijd
- Niets is blijvend
- Hetzelfde Leven in alles
- Leeftijd
- Verwonderen versus analyseren