Karen Armstrong gaat ervan uit dat ieder mens behept is met een vermogen tot compassie, maar ze is van mening dat dat niet genoeg is: iedereen zou dat vermogen moeten koesteren en ontwikkelen. In het wijze en diepzinnige boek ‘Compassie’ stippelt Armstrong een programma uit dat ons in twaalf stappen kan leren hoe we een medemenselijker leven kunnen leiden. Ze gaat daarbij in op thema’s als eigenliefde, bedachtzaamheid, lijden, gedeelde vreugde, de grenzen van onze kennis van de ander en mededogen.
VOORWOORD:
In november 2007 hoorde ik dat ik een prijs had gewonnen. Elk jaar reikt TED prijzen uit aan mensen die naar zijn mening belangrijk werk hebben gedaan, maar die met zijn hulp nog meer invloed kunnen hebben. TED (wat staat voor Technology, Entertainment en Design) is de naam van een particuliere non-profitorganisatie die vooral bekendheid geniet door de voortreffelijke congressen over ‘ideeën die een grotere verspreiding verdienen’. Eerdere winnaars waren onder meer de oud-president van de Verenigde Staten Bill Clinton, de wetenschapper E.O. Wilson en de Britse chef-kok Jamie Oliver. De winnaar ontvangt honderdduizend dollar en mag, belangrijker nog, een wens doen voor een betere wereld (waarna ted zich zal inzetten om die wens in vervulling te doen gaan).
Ik wist onmiddellijk wat ik zou wensen. Een van de belangrijkste taken waar we in onze tijd voor staan is ongetwijfeld de vorming van een wereldwijde gemeenschap waarin alle volken in wederzijds respect naast elkaar kunnen leven. Religie zou hieraan een grote bijdrage moeten leveren, maar wordt juist als een deel van het probleem gezien.
Alle religies benadrukken dat compassie een blijk van ware spiritualiteit is en dat ze ons in contact brengt met de transcendente aanwezigheid die we God, Brahma, Nirwana of Tao noemen. Alle religies hebben hun eigen versie geformuleerd van wat soms wel de ‘gulden regel’ wordt genoemd: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’ – of positief gesteld: ‘Behandel anderen altijd zoals je zelf wilt worden behandeld.’ Verder benadrukken ze allemaal dat je je menslievendheid niet mag beperken tot je eigen groep. Je moet zorgzaam zijn voor iedereen – zelfs je vijanden.
Toch horen we tegenwoordig helaas maar weinig over compassie. Ik ben de tel kwijtgeraakt van de keren dat ik in een Londense taxi zat en de chauffeur me, nadat hij gehoord had wat mijn beroep was, met grote stelligheid liet weten dat alle grote oorlogen in de geschiedenis zijn veroorzaakt door religie. In werkelijkheid zijn de oorzaken van een conflict meestal hebzucht, afgunst en ambitie, maar vaak wil men deze egocentrische emoties respectabel doen schijnen door ze in religieuze retoriek te hullen. De laatste jaren is religie vaak ook schandelijk misbruikt.
Terroristen hebben hun religie gebruikt ter rechtvaardiging van wreedheden die juist indruisen tegen de heiligste waarden van die religie. In de rooms-katholieke kerk hebben pausen en bisschoppen het leed van talloze vrouwen en kinderen genegeerd door het seksuele misbruik waaraan hun priesters zich schuldig maakten door de vingers te zien. Sommige religieuze leiders lijken zich te gedragen als wereldse politici wanneer ze hun eigen geloofsrichting ver- heerlijken en met weinig oog voor naastenliefde afgeven op hun rivalen. In hun publieke uitspraken hebben ze het zelden over compassie, maar richten ze zich op secundaire zaken als seksuele gebruiken, de wijding van vrouwen of cryptische definities van de geloofsleer. Ze wekken daarbij de indruk dat het criterium voor een waar geloof eerder bestaat uit een correcte stellingname in deze kwesties dan uit de gulden regel.
Toch valt er nauwelijks een periode te bedenken waarin zo dringend behoefte is aan de compassie die religie kan bieden als tegenwoordig. Onze wereld is op gevaarlijke wijze gepolariseerd. Er bestaat een verontrustende wanverhouding in macht en rijkdom, en daardoor zijn de toenemende woede, malaise, vervreemding en vernedering tot uitbarsting gekomen in terroristische wreedheden die ons allemaal bedreigen. We zijn betrokken geraakt in oorlogen die we kennelijk niet kunnen beëindigen of winnen. Geschillen die aanvankelijk om wereldse zaken gingen, zoals het Arabisch-Israëlische conflict, hebben kunnen voortwoekeren en zijn ‘heilig’ geworden.
Nu het eenmaal zover is gekomen, heeft men de neiging een starre positie in te nemen en zich te verzetten tegen pragmatische oplossingen. Maar tegelijkertijd zijn we via de elektronische media nauwer dan ooit met elkaar verbonden. Leed en armoede blijven niet langer beperkt tot de achterstandsgebieden van de wereld. Wanneer de aandelen in een bepaald land kelderen, ontstaat er een domino-effect op de financiële markten over de hele wereld. Wat vandaag in Gaza of Afghanistan gebeurt, kan morgen repercussies hebben in Londen of New York.
We ervaren allemaal de beklemmende dreiging van een milieuramp. In een wereld waarin kleine groepen in toenemende mate beschikken over destructieve vermogens die tot dusver aan staten waren voorbehouden, is het dringend noodzakelijk geworden om de gulden regel wereldwijd toe te passen en er zorg voor te dragen dat alle mensen worden behandeld zoals we zelf willen worden behandeld. Als onze religieuze en ethische tradities niet tegen deze taak zijn opgewassen, zullen ze de test van onze tijd niet doorstaan.
Dus vroeg ik TED bij de prijsuitreiking in februari 2008 om me te helpen het Charter for Compassion op te stellen, bekend te maken en te ondersteunen. Dit handvest zou geschreven moeten worden door vooraanstaande denkers uit diverse grote religies en zou compassie weer in het middelpunt van het religieuze en morele leven moeten plaatsen. Het zou tegenwicht bieden tegen extremisme, intolerantie en haat. In een tijd dat men er algemeen van uitgaat dat religies met elkaar overhoop liggen, zou het bovendien laten zien dat we ondanks grote verschillen op dit punt overeenstemmen en dat gelovigen elkaar over de kloof tussen hun religies heen de hand kunnen reiken en samen kunnen werken aan vrede en gerechtigheid.
Duizenden mensen overal ter wereld hebben bijgedragen aan een voorlopig handvest op een meertalige website in het Hebreeuws, Arabisch, Urdu, Spaans en Engels. Hun commentaren werden gepresenteerd aan de Council of Conscience (Raad voor moreel bewustzijn), een groep vooraanstaande personen uit zes geloofstradities (jodendom, christendom, islam, hindoeïsme, boeddhisme en confucianisme). Deze kwam in februari 2009 in Zwitserland bijeen om de definitieve versie op te stellen:
Het principe van compassie ligt ten grondslag aan alle religieuze, ethische en spirituele tradities, en roept ons op om ieder ander altijd te behandelen zoals we zelf willen worden behandeld.
Compassie is onze drijfveer om ons onvermoeibaar in te zetten om het leed van onze medemensen te verlichten, om afstand te doen van onze troon in het middelpunt van onze wereld en daar een ander plaats te laten nemen, en om de onschendbare heiligheid van ieder mens te eren door iedereen zonder uitzondering te behandelen met rechtvaardigheid, billijkheid en respect.
Verder is het nodig dat we er zowel in het openbare als in het persoonlijke leven consistent en vol mededogen van afzien anderen pijn toe te brengen. Als we gewelddadig handelen of spreken op grond van wrok, chauvinisme of eigenbelang, als we de grondrechten van anderen inperken, misbruiken of ontkennen, of als we haat zaaien met minachtende uitlatingen over anderen – zelfs over onze vijanden – is dat een ontkenning van ons gemeenschappelijk mens-zijn.
We erkennen dat we er niet in zijn geslaagd om met compassie te leven en dat sommigen zelfs het geheel aan menselijk leed hebben vergroot uit naam van de religie.
Daarom roepen we alle mannen en vrouwen ertoe op
- compassie weer tot het middelpunt van hun moreel handelen en hun religie te maken;
- terug te keren tot het aloude principe dat elke interpretatie van de heilige geschriften die leidt tot geweld, haat of minachting onrechtmatig is ;
- ervoor te zorgen dat jongeren accurate en respectvolle informatie krijgen over andere tradities, religies en culturen ;
- een positieve waardering van culturele en religieuze verscheidenheid aan te moedigen;
- bij te dragen aan een met kennis onderbouwd meeleven met het leed van alle mensen – zelfs de mensen die als vijanden worden gezien.
Het is van wezenlijk belang dat we in onze gepolariseerde wereld compassie tot een duidelijke, inspirerende en dynamische kracht maken. Als compassie is geworteld in een principiële vastberadenheid om boven het egoïsme uit te stijgen, kan zij politieke, dogmatische, ideologische en religieuze barrières overwinnen.
Compassie komt voort uit onze diepe wederzijdse afhankelijkheid en is essentieel voor menselijke relaties en een volwaardig mens-zijn. Compassie is de weg naar verlichting, en is onmisbaar voor de totstandkoming van een eerlijke economie en een vreedzame wereldgemeenschap.
Het handvest werd op 12 november 2009 op zestig verschillende locaties in de wereld bekendgemaakt. Het werd aangenomen in synagogen, moskeeën, tempels en kerken, en
verder ook in seculiere instellingen als de Karachi Press Club en het Sydney Opera House. Maar het werk is nog maar net begonnen. Op het moment van schrijven hebben we meer dan honderdvijftig partners die overal ter wereld met ons samenwerken om het handvest om te zetten praktische, realistische daden.