De zoon des hemels – deel 1 van het taoïstisch midwinterritueel

Het taoïstisch midwinterritueel – online programma – deel 1 van 9
De zoon des hemels 
24 december 2022

DEEL 1DEEL 2DEEL 3DEEL 4DEEL 5DEEL 6DEEL 7DEEL 8DEEL 9

De Allerhoogste:
nadat hij was heengegaan,
kwam er kennis omtrent zijn bestaan.

Daodejing 17

Ieder jaar tijdens de winterzonnewende bracht de keizer van China, namens zijn volk, een ritueel offer aan Tao. Daarbij verbond hij zich met de kracht die van Tao uitgaat en spreidde deze uit over zijn volk en over de wereld. Deze kracht biedt iedereen die zich ervoor openstelt de mogelijkheid om een werkelijk Mens te worden: levende op aarde, en bewust verbonden met Tao. De keizer ging zijn volk hierin voor, want hij werd gezien als ‘De Zoon des Hemels’.

De taoïstische Hemel is geen specifieke en verheven plaats, maar ‘Hemel’ staat voor alle ontwikkelingen die van Tao zijn uitgegaan nog vóórdat ons universum tot leven werd gewekt.
In symbolische zin spreekt men over negen hemelen. Gezien als vormloze energie concentratie was de Zoon des Hemels hieruit afkomstig. Hij was bewust verbonden met – het Ene – dat dicht bij Tao is. Gezien als ‘mens’ leefde hij hier op aarde in een sterfelijke vorm en volgens de wetmatigheden van de duale wereld. Als Geest stond hij midden tussen Hemel en Aarde in. Het was zijn taak om beide met elkaar te verbinden ten behoeve van zijn volk dat de weg tot Tao wilde gaan.

Het hoogtepunt van deze verbinding vond ieder jaar plaats tijdens een ritueel op Midwinter. De Zoon des Hemels trok zich dan terug op een hoog gelegen plaats in de openlucht. Hij stond daar zowel letterlijk als figuurlijk oog in oog met de Hemel en ontving de tijdloze kracht die daar van uitgaat. Wanneer hij weer afdaalde spreidde hij deze kracht over zijn volk opdat het hen tot heil zou zijn, zowel geestelijk als stoffelijk. Voor zover bekend vond dit ritueel voor het eerst plaats in 219 voor onze jaartelling. Vanaf die tijd werd het jaarlijks voltrokken, tot aan de revolutie in oktober 1911.

In de eerste helft van de 15e eeuw werd in het hart van Beijing een Tempelcomplex gebouwd dat speciaal gewijd was aan dit ritueel: ‘De Tempel van de Hemel’ genaamd. Het complex bestaat uit meerdere Tempels. Een ervan bevindt zich in een open ruimte. Daarin voltrok de Zoon des Hemels het hoogtepunt van het midwinterritueel.

Vanaf vandaag tot aan de eerste dag van het nieuwe jaar, zal er dagelijks aandacht aan dit ritueel besteed worden. Want daarin ging de Zoon des Hemels de universele weg tot Tao. Deze weg is dan ook van betekenis is voor de mens van onze tijd die zich voor Tao open wil stellen.

Alle dingen in de wereld komen van het ‘iets’.
Het ‘iets’ is geboren uit het ‘niets’.

Daodejing 40

De Taoïstische visie op het leven in onze wereld komt in het kort gezegd hierop neer: omdat alles in deze wereld voortdurend verandert, moet er een principe aan ten grondslag liggen dat onveranderlijk is. Maar dit onveranderlijke staat niet los deze wereld, want het doordringt haar, terwijl het er tegelijkertijd het centrum van is. Alles is in Tao. Hoewel Tao altijd verborgen is en blijft, maakt het geen deel uit van tijd of ruimte. Tao is zowel alomtegenwoordig als altijdtegenwoordig.

Van Tao gaat een dynamische en transformerende kracht uit: de Teh genaamd. Hieruit werd het zogenoemde Ene tot leven gewekt. Het Ene is ‘vol’ aan vermogen in de zin van energieconcentraties. Dit wordt de oerchaos genoemd. Alle energieconcentraties bevatten veel informatie, maar nog in een diffuse, potentiële staat. Ze zijn in volmaakt evenwicht met elkaar. Met ieder is een vormprincipe verbonden. Dit worden oerbeelden genoemd.

In de oer chaos bevindt zich een oerbeeld van alles dat ooit zal bestaan, in welke vorm dan ook.Zo is er bijvoorbeeld een oerbeeld van het universum, maar ook van de aarde en van de mens. De energieconcentraties maken een cyclische ontwikkeling door:
Ze komen uit het niet-iets;
Transformeren zich door de Teh tot ‘iets’;
En keren door de Teh weer terug tot in het niet-iets.

De Kracht die van Tao uitgaat – de Teh – is nooit dwingend. Hierdoor is het mogelijk dat er in zekere mate afgeweken kan worden van de verbinding met Tao. Dit geldt ook voor ons. We zouden dit als een ‘val’ kunnen zien, hoewel er nooit iets uit Tao kan vallen, want Tao is immers alomtegenwoordig.

Wij beschikken over vrije energie. Dat is energie die we overhouden nadat aan onze basisbehoeften is voldaan. Het staat ons vrij om zelf te bepalen waaraan we deze energie willen besteden. Doorgaans is dit ten behoeve van onze eigen persoon; een mens is op zichzelf en zijn eigenbelang gericht. Het is echter ook mogelijk onze vrije energie te gebruiken om ons tot de vonk van Tao in ons hart te richten. De tijdloze kracht die van het Midden uitgaat, de Teh, verandert niet alleen onszelf, maar straalt ook uit in onze omgeving. In vers 54 van de Daodejing wordt hierover het volgende gezegd:

Wat goed in Tao geworteld is,
kan niet van Tao gescheiden worden.
Wanneer men Tao beoefent in zijn persoon,
dan straalt de Teh uit als waarachtigheid.

Wanneer men Tao beoefent in de hele wereld,
Dan straalt de Teh in alomvattendheid uit.

Daodejing 54

De Zoon des Hemels was zich ervan bewust dat hij ‘Het ‘Hemels Mandaat’ had ontvangen. Dit hield in dat hij zijn volk zou verbinden met de kracht die van Tao uitgaat – de Teh. Tegelijkertijd had hij ervoor zorg te dragen dat de aardse zaken daarmee in harmonie verliepen.

In het China van voor onze jaartelling bestond een grote afstand tussen het gewone volk en zijn bestuurders. Het volk was weinig geletterd, maakte lange dagen met het bewerken van het land. Er was weliswaar een sterk geloof in Tao, maar de doorsnee mens had zich niet ontwikkeld tot een individu met een sterke persoonlijkheid, zoals wij die kennen. Een persoonlijkheid die als instrument kan dienen bij het gaan van de Weg. Tot voor kort stond in China niet het individuele belang voorop, maar dat van de gemeenschap. Om al deze redenen onderhield de ‘Zoon des Hemels’ vóór zijn volk de verbinding met Tao middels het Midwinterritueel.

Wanneer wij deze universele Weg willen navolgen fungeert ons lichaam daarbij als instrument. In het Midden ervan ligt de vonk van Tao . Daar gaat een onsterfelijke kracht vanuit – de Teh -.
Deze fungeert in ons als ‘De Zoon des Hemels’ en ons lichaam is als het ‘volk’. Dit houdt in dat zich ook in ons een groots mysterie kan openbaren: er kan een nieuwe mens in ons ‘geboren’ worden.

Laten we kijken wat het midwinterritueel van de Zoon des Hemels inhoudt opdat het ons als voorbeeld kan dienen. Want ‘toen’ en ‘nu’ zijn als door onzichtbare draden met elkaar verbonden. In vers 17 van de Daodejing wordt hierover het volgende gezegd:

Als het werk van de allerhoogste heersers af was,
zeiden de mensen:
‘We hebben het uit onszelf gedaan’.

Daodjing 17

TIJDVOORTAO.NL

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER TAO