LEES OVER BOEKEN OVER FRANZ LISZT
Hij werd voor gek verklaard aan het einde van zijn leven. Franz Liszt, de grote pianovirtuoos. De muziek die hij tijdens zijn laatste levensjaren schreef was veel te eenvoudig. De mensen begrepen het niet en daarom werd het niet uitgevoerd. Maar sinds het einde van de vorige eeuw is er belangstelling ontstaan voor deze verstilde werken, die muzikaal gezien alles behalve eenvoudig te spelen zijn.
De jonge musicus
Franz/Ferenc Liszt (1811-1886) was de popster van de negentiende eeuw. Geboren in het toemalig Hongarije (nu Oostenrijk) in 1811, in een dienstwoning bij het hof van Nicolas II Esterházy. De vader van Franz, Adam Liszt, was bestuursambtenaar aan het hof van deze vorst. Ook speelde hij cello in het hoforkest onder leiding van Joseph Haydn en Johann Nepomuk Hummel. Al snel bleek zijn zoon Franz over een groot muzikaal talent te beschikken. Vader Adam heeft geprobeerd hem bij de grote der aarde, van die tijd, onder te brengen. Doordat dit vaak niet lukte is Franz Liszt zelfs enigszins autodidact te noemen. Zijn enige pianodocent was Carl Cerny, een pianist die vooral bekendheid geniet als leerling van Beethoven en door de vele etudes die hij schreef voor piano. Verder heeft Liszt een korte tijd compositieles gehad van Antoni Salieri, de vermeende rivaal van W.A. Mozart.
LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER FRANZ LISZT
Het Klavier
Frans Liszt ontwikkelde voor zijn tijd een fenomenale techniek op het relatief nog jonge instrument de piano. De fortepiano werd ontwikkeld door Bartolomeo Christofori tussen 1698 en 1709, vanuit de wens door middel van de aanslag hard en zacht te kunnen spelen, wat op een klavecimbel onmogelijk is. Honderd jaar later, in de 19 eeuw werd de piano steeds verder ontwikkeld met onder anderen een stalen frame, waardoor er meer spanning op de snaren kon komen te staan en men daardoor luider kon spelen. Franz Liszt werkte in Parijs samen met klavierbouwers om te zorgen dat de hamer in het instrument, na het aanslaan van de toets, niet direct terug viel, met als resultaat dat de pianist nog sneller repeterende noten kon spelen. In deze tijd werd de piano ook heel populair in de huiskamers van de gewone burgerij. Pianoles begon tot de muzikale opvoeding te behoren. Daarom werd in de negentiende eeuw door vele componisten op alle niveaus een groot oeuvre voor dit instrument geschreven.
Popster aan de vleugel
Franz Liszt schreef in zijn tijd de meest virtuoze en ingewikkelde pianomuziek. Pas vanaf de twintigste eeuw werd deze eer overgenomen door componisten als Marice Ravel (1875-1937) en György Ligeti (1923-2006) met zijn dertiende etude L’Escalier du Diable . Vanaf jonge leeftijd begon Liszt te werken aan de Étude d’ Exécucion Transcendante, die hij opdroeg aan zijn leraar Carl Cerny. De muziek zelf was niet bedoeld als trancedentaal. Maar de uitvoering moest als bovenzinnelijk worden beschouwd. Zelfs vandaag de dag is deze muziek nog een beproeving voor pianisten.
Liszt bedacht het solo pianorecital en ging tijdens een concert niet meer met zijn rug naar het publiek zitten. Hij zette de vleugel zijwaarts op het podium, zodat de klank van het instrument direkt de zaal inging. Daar kwam bij dat een deel van het publiek zicht had op zijn snelle vingers en geweldige pianotechniek. Bovendien kon zijn gestalte vooral door vrouwen aanbeden kon worden. Dit alles natuurlijk bij de gegoede burgerij met veel geld. Behalve dat hij zeer van het vrouwelijk schoon hield, was Franz Liszt zelf het idool van vele vrouwen. Er was zelfs sprake van een Lisztmania.
Religie
Behalve een passie voor muziek en vrouwen, voelde Franz Liszt ook een grote verbondenheid met religie. Toen hij 16 jaar was, overleed zijn vader Adam. Een zeer ingrijpende gebeurtenis voor de jonge Franz, die zoveel aan zijn vader te danken had. Dit was de aanleiding dat Liszt zich begon te verdiepen in literatuur en religie. Hij verloor zijn interesse voor muziek, die rond 1830 weer terug keerde. Daarna kende Franz Liszt een wervelende carière als pianist, dirigent en componist. Behalve virtuose pianomuziek, schreef hij onder anderen voor orkest het ééndelig symphonisch gedicht Orpheus, een tweedelig Dante- en de driedelige Faustsymphonie.
Richard Wagner
Door het huwelijk van zijn dochter Cosima (1837-1930) met Richard Wagner (1813-1883) werd Liszt de schoonvader van Richard. Doordat ze tevens buren waren, werkten ze nauw samen. Beiden bewonderde elkaars werk. Liszt dirigeerde composties van Wagner en schreef transcripties voor piano van onder anderen Wagner’s opera’s, Tristan und Isolde en Parsifal.
De Eenvoud
Aan het einde van zijn leven ging Franz Liszt veel soberder leven en verdiepte zich meer en meer in het religieuze leven. Hij componeerde werken voor piano als Harmonies Poëtiques et Religieuse en Légende. Dit zijn nog zeer virtuose werken. Voor zijn kleinkind Daniela von Bülow schreef Liszt Weihnachtsbaum. Muziek bestaande uit kerstliederen en kerstklokken in een veel eenvoudiger zetting. De virtuose muziek was verdwenen. De mensen dachten dat de geest van de oude man tanende was en vonden zijn late composities minderwaardig. Veel eerder (1851) had hij immers zijn beroemde virtuose La campanella (het klokje) geschreven, waarop tot op de dag van vandaag klavier leeuw(inn)en hun pianistische techniek kunnen beproeven.
Franz Liszt is echter zeer bewust teruggekeerd naar het schijven van (technisch) eenvoudige composities. Want volgens deze beroemdheid kan men alleen tot God komen in de eenvoud. Alleen wanneer de mens alles in het dagelijks leven heeft kunnen loslaten, kan men het bevrijdende leven ingaan.
Franz Liszt was tijdens zijn leven verbonden aan de katholieke kerk en was in 1865 gewijd in een lagere priesterorde. Hij schreef nog alleen (eenvoudige) zettingen voor koralen en Via Crucis. Volgens de Nederlandse pianist, componist en dirigent Reinbert de Leeuw (1938-2020) wierp Franz Liszt met zijn laatste werken een speer in de toekomst. Hij ontwikkelde een muzikale taal die vooruit wijst naar Arnold Schönberg (1874-1951) en Olivier Messian (1908-1992). Zijn laatste werken bleven ongepubliceerd tot in 1950 de Liszt Society in Engeland werd opgericht. Zijn versie van Via Crucis voor pianosolo werd pas voor het eerst uitgegeven in 1980.
Via crucis
Franz Liszt schreef vijf verschillende versies van Via Crucis: 1) koor en orgel, 2) koor en harmonium, 3) koor en piano, 4) piano solo en 5) piano duo, tussen 1876 en 1879. Met Via Crucis reageerde hij op de bombastische kerkmuziek van de 19de eeuw, door de kruisweg van Jezus op een eenvoudige zetting weer te geven. Helaas was de mensheid in zijn tijd daar nog niet rijp voor. In 1884 kreeg Liszt zijn koorversie door de belangrijkste uitgever van geestelijke muziek teruggestuurd met de opmerking dat de muziek ‘incompetent’ was. En dat terwijl Franz Liszt geen geld had gevraagd voor zijn compositie waar hij vier jaar aan had gewerkt. In 1929 vond pas de première plaats. In 1936 werd de koorversie Via Crucis voor het eerst gepubliceerd.
In Nederland braken de pianisten Toos Onderdenwijngaard en Reinbert de Leeuw rond 1980 een lans voor de late eenvoudige werken van Frans Liszt. Een cd-opname werd zelfs bekroond met een Edison. Voor Reinbert de Leeuw gold Via Crucis als één van zijn lievelingsstukken. De D in de vierde statie noemde hij “de mooiste noot’ uit de muziekgeschiedenis en beschouwde de compositie als hét meesterwerk van Liszt. De componist gebruikte in Via Crucis geen noot teveel en geen noot te weinig.
Een verklanking van de lijdensweg van Jezus, verbonden tot één geheel van 14 staties, die boven religie uitstijgt
In een interview verteld de Reinbert de Leeuw:
‘Nooit is Liszt zó ver gegaan in het verleggen van de grenzen van de tonaliteit. (….) In Via Crucis is Liszt het stadium van het experiment, het uitproberen echt voorbij. Liszt weet echt wat hij doet. Het stuk heeft een indringendheid, een urgentie die alles overstijgt wat hij eerder heeft gecomponeerd. Neem die weergaloos opgebouwde vierde statie, waarin Jezus zijn moeder Maria ontmoet. De piano speelt eindeloze slierten van elf chromatische tonen, maar onthoudt je de twaalfde: de D. Onbewust ga je naar die noot verlangen. Als hij dan eindelijk komt, heel hoog en ‘dolcissimo’ gespeeld, werkt het als een verlossing, bijna euforisch. Het knappe is dat het tegen de atonaliteit aanschurkt; het is nog wel op de tonaliteit gebaseerd, maar de zekerheden zijn verdwenen, je verliest even de grond onder je voeten. Ik vind het magistraal hoe diepgravend Liszt de mogelijkheden van de chromatische harmonie heeft doorgrond’.
In onderstaande video legt Reinbert de Leeuw uit hoe Franz Liszt in muzikaal en religieus opzicht zijn Via Crucis heeft bedoeld.
De kruisweg van Jezus
Via Crucis is gebaseerd op de 14 staties van de kruisweg van Jezus. Het Passieverhaal.
De 14 staties zijn te vinden in katholieke kerken. In het zuiden van Nederland, en andere landen, zijn ze zelfs te vinden in een tuin of park. Op de 14 staties is de kruisweg van Jezus afgebeeld. De bedoeling is dat men voor een afbeelding staat en zich daarmee innerlijk verbindt, om het beeld vervolgens weer los te laten. Dan kan men zich letterlijk fysiek naar de volgende statie (afbeelding) bewegen. Zodoende kan men de kruisweg van Jezus als een innerlijk proces beleven of ervaren.
Een vergelijkbaar idee bestaat bij de boedhisten in Azië. De levensweg van Boedha is daar uit de muren van de tempels gehouwen. Met hetzelfde doel. De weg van bevrijding leren ervaren, begrijpen en verwerkelijken. De vele Passiemuziek die in de Westerse wereld is geschreven, is eigenlijk een ontstoffelijking van het beeld.
Vertaling van de tekst behorende bij de staties
Prelude:
“Christus’ vaandels verschijnen,
mysterie blinkt van het kruis,
waaraan het leven de dood doorstond
en door de dood het leven bevorderde.
Vervuld is wat David
geloofwaardig bezong en
de volkeren verkondigde:
God reageerde vanaf het kruishout.
Amen.
Gegroet, o kruis, onze enige hoop
schenk ons in deze lijdenstijd
de vrome genade, en
de zondaar barmhartigheid.
Amen.”
1e Statie
Jezus wordt ter dood veroordeeld
Pilatus: “Ik ben onschuldig aan het bloed van deze rechtvaardige.”
2e Statie
Jezus draagt zijn kruis.
“Gegroet , o kruis.”
3e Statie
Jezus valt voor de eerste maal
“Jezus valt
Onder kruishout, droef van harte,
stond de moeder allersmarte,
waar haar zoon te lijden hing.”
4e Statie
Jezus ontmoet zijn heilige moeder
5e Statie
Simon van Kyrene helpt Jezus het kruis te dragen
6e Statie
Sancta Veronica
“O Hoofd vol bloed en wonden,
met pijn bedekt en hoon.
O Hoofd, tot spot omwonden
met een doornenkroon.
O Hoofd dan andere kronen
een glorie waardig zijt,
ik wil U mijn hart tonen
en groet U, die zo lijdt.”
7e Statie
Jezus valt ten tweede male
“Jezus valt.
Onder ´t kruishout, droef van harte,
stond de moeder allersmarte,
waar haar zoon te lijden hing.”
8e Statie
De vrouwen van Jeruzalem
“Ween niet om mij,
maar ween om uzelve
en om uw kinderen.”
9e Statie
Jezus valt ten derde maal
” Jezus valt.
Onder kruishout, droef van harte,
stond de moeder allersmarte,
waar haar zoon te lijden hing.
10e Statie
Jezus wordt ontkleed
11e Statie
Jezus wordt aan het kruis gehangen
“Kruisigt hem.”
12e Statie
Jezus sterft aan het kruis
“Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?
In uw handen beveel ik mijn geest.
Het is volbracht.
Het is volbracht.
O treurigheid, o harteleed,
is dat niet te beklagen?
God de Vaders enig kind
wordt het graf ingedragen.
O treurigheid, o harteleed.”
13e Statie
Jezus wordt van het kruis genomen
14e statie
Jezus wordt in het graf gelegd
“Gegroet, o kruis, onze enige hoop,
heil en heerlijkheid van de wereld,
gerechtigheid voor de vromen.
En barmhartigheid voor de zondaren!
Amen.
Gegroet, o kruis!”
Deze tekst is overgnomen uit het programma van een uitvoering van Via Crucis in 2017 door het Nederlands Kamerkoor en Reinbert de Leeuw als dirigent en pianist.
Omdat de muziek vandaag de dag ook nog behoorlijk moeilijk te begrijpen is, heb ik gebruik gemaakt van een muzikale beschrijving van Via Crucis door muziekliefhebber Frans Wagenaar,
Prelude / Introductie
Een Gregoriaanse melodie, ondersteund door akkoorden.
1e Statie
Jezus wordt ter dood veroordeeld
Een dreigend klinkend deel, dat in octaven wordt gespeeld.
2e Statie
Jezus draagt zijn kruis
In dit korte stuk weerklinken Jezus woorden: “Ave Crux” en eindigt met klanken die een langzame tred weergeven
3e Statie
Jezus valt voor de eerste maal
4e Statie
Jezus ontmoet zijn heilige moeder
Diepe gevoelens worden hier verklankt. De twintigste eeuwse componist Messian is hier zeker door beïnvloed. De melodie die Liefde verklankt in grote droefheid, komt later in de compositie weer terug.
5e Statie
Simon van Kyrene helpt Jezus het kruis te dragen
De compassie met Jezus is duidelijk en eindigt met dezelfde muziek als in de 2e Statie.
6e Statie
Santa Veronica
Na een korte introductie wordt overgegaan naar het beroemde koraal “O Haupt voll Blut und Wunden” uit Matheus Passion van Johann Sebastian Bach. Het koraal is echter is gecomponeerd door Hans Leo Hassler (1564-1612)
7e Statie
Jezus valt voor de tweede keer
De melodie is ongeveer gelijk aan die van de 3e statie, maar nu een halve toon hoger
8e Statie
De vrouwen van Jerusalem
Liszt verklankt hier op onvergelijkbare wijze het geween dat over hen en de kinderen zal komen.
9e Statie
Jezus valt voor de derde maal
De melodie uit de 7e statie ondergaat een subtiele veranderingen en klinkt weer een halve toon hoger.
10e Statie
Jezus wordt ontkleed
In de muziek is te horen dat de negentiende eeuwse Liszt zijn tijd ver vooruit was.
Het klinkt als geschreven aan het begin van de twintigste eeuw.
11e Statie
Jezus wordt aan het kruis geslagen
Er klinken herhalende wrede klanken: Kruisigt hem!”
12e Statie
Jezus sterft aan het kruis
Dit langste deel van de via Crucis is gebaseerd op twee citaten van de laatste woorden van Christus. “Eli. Eli lama Sabacthani?” en “In manus tuas commendo spiritum meum”
Een muzikale meditatie omvat de woorden “Consummatum est”
Vervolgens eindigt deze statie met wederom het koraal uit de 6e Statie, wiens harmonie nu eenvoudig maar ook dissonant is.
13e Statie
Jezus wordt van het kruis genomen
Hierin weerklinkt verlatenheid en eenzaamheid.
14e Statie
Jezus wordt in het graf gelegd
Hier komt de melodie van het openingsthema terug om uiteindelijk tot een synthese te komen van de andere thema’s van de Via Crucis.
Hieronder volgt een video van Via Crucis, gespeeld door Reinbert de Leeuw op piano
De kruisweg en het paasfeest
Of u deze muziek wel of niet begrijpt, wel of niet mooi vindt, doet niet ter zake.
Al eeuwenlang is de mensheid aangesproken door het verhaal van de kruisweg van Jezus.
Het is op talloze manieren verbeeldt en verklankt. Dat is niet voor niets. Mentaal, met ons hoofd, kunnen we het Passieverhaal misschien niet helemaal goed begrijpen. Wel kunnen we de diepe waarheid ervan, ervaren in ons hart. Daarom wordt het Passieverhaal vandaag de dag steeds weer op muziek gezet en blijven feestdagen als Pasen bestaan.
De goddelijke mens, bevindt zich in de dialectische mens
De kruisiging is het volledig sterven van deze dialectische, biologische mens. Maar ook de zoekende en zwoegende mens, die tijdens zijn kruisweg verlangd naar de bevrijding van het goddelijke in hem, moet verdwijnen. Elk individu op aarde moet het stoffelijke leven achter zich laten. Net als Franz Liszt dat tijdens zijn latere leven daadwerkelijk deed. Hij liet het materiële leven, voor zover mogelijk, los en nam afstand van zijn sterrenstatus als pianist.
Zo sterft de stoffelijke mens in volle zekerheid, zodat de ware goddelijke mens in hem / haar geboren kan worden.
Dat is goede vrijdag.
De morgen der verrijzenis is de (eerste) paasdag.
De terugkeer naar het Onbeweeglijk Koninkrijk.
Suus Blanke
N.B:
De woorden in het interview van Reinbert de Leeuw zijn opgetekend door musicologe Thea Derks. Tevens is voor de uitleg over de in muziek verklankte Via Crucis gebruik gemaakt van teksten van dezelfde auteur in het cd boekje, behorende bij de cd-opname Via Crucis voor piano solo uitgevoerd door Reinbert de Leeuw, uitgegeven door ET’CETERA.