Franciscus van Assisi (1182-1226): armoede, dienstbaarheid, vrede en liefde voor alles en allen

Rijk, vrolijk, openhartig bezweek Francico Bernadone (bekend als Franciscus van Assisi) op 22-jarige leeftijd bijna aan een ernstige ziekte. Een tijdlang leefde hij in duisternis; hij kon zijn vroegere vreugde niet meer hervinden. Hij zocht deze in een nieuw medegevoel voor zijn medemensen, wat hem bracht tot het kussen van de wonden van een lepralijder, of zijn vereenzelviging met een rij bedelaars. Toen werden op een dag dat hij aan het bidden was zijn ogen aangetrokken door de ogen van Jezus aan het kruis. Hij zag de gestalte bewegen, spreken, zijn leven eisen. Nu maakte hij een vastbesloten keuze voor zijn Vader in de hemel boven Pietro Bernadone. 

Toen hij de passage hoorde waarin Jezus zijn discipelen opdraagt alle bezittingen achter zich  om te gaan prediken en helen, voelde hij dit als een persoonlijke opdracht. Hij nam armoede als zijn bruid aan, en trok erop uit om te prediken ‘in woorden van vuur, die tot het hart doordrongen’, en hij bracht de liefde die hij predikte in de praktijk. In de zelfverloochening vond hij de vrede terug, en volgelingen voegden zich bij hem.

In 1210 stond de paus hem toe een orde te stichten om het apostolische leven te te leiden (franciscanen), onderworpen aan het gezag van de kerk. Deze orde werd gevolgd door een orde van vrouwen, en een derde orde voor degenen die zich aan het leven van vreugdevolle en liefhebbende dienstbaarheid wilden wijden zonder hun huis te verlaten. 

Franciscus hat geneeskrachtige gaven; hij had een onmetelijk vermogen tot ascetische zelfdiscipline gecombineerd met een grenzeloze vreugde. Hij was oprecht en bescheiden, en door zijn vreugde en nederigheid waren zijn terechtwijzingen verschrikkelijk. Hij had een diepgaand geestelijk inzicht in de noden van anderen en een bijna hypnotische macht over hen. Hij riep zijn volgelingen tot liefde en blijheid op; hij vermaande hen te handelen als ‘spiegels van volmaaktheid’

Dit alles ontsprong uit zijn eigen geestelijk leven. Dat leven werd door twee grote mystieke ervaringen ondersteund. De eerste was toen de gestalte van Christus in de kerk van San Damiano tot hem riep: ‘Franciscus, ga en herstel mijn huis dat, zoals je ziet, in elkaar valt.’ De tweede was tegen het einde van zijn leven. 

Broeder Leo vond Fanciscus in extase. Terwijl hij toekeek, scheen het alsof hij een vlammende toorts uit de hemel zag dalen die de knielende Franciscus aanraakte. Hij riep zijn metgezellen , en zij keken toe en wachtten. Franciscus was aan het bidden om twee gaven: het lijden van Christus in zijn lichaam te voelen, en in zijn hart de liefde te voelen die dit lijden droeg. Plotseling werd het hele tafereel verlicht en dit was van verre te zien. Dorpelingen dachten dat de dageraad was aangebroken en gingen aan het werk. In het stralende licht had Franciscus een visioen van de gekruisigde Christus. Het visioen duurde langer dan een uur. Toen het licht afnam vond Franciscus op zijn handen, voeten en zijde merktekens gelijk aan de wonden van […] Christus. 

Franciscus had een diepgaand gevoel voor de openbaring van God in de gehele schepping; allen zijn kinderen van God, allen broeders en zusters, ook de dieren. (maar was geen vegetariër). Veel verhalen gaan hierover, zijn preken tot de vogels, of het temmen van de woeste wolf van Gubbio. Deze mystieke vreugde komt tot uiting in de bekende hymne die Het Zonnelied wordt genoemd. Ook zijn gebed Maak mij een instrument van uw vrede is beroemd.

Bron: Encyclopedie van de mystiek en de mysteriegodsdiensten’ door John Ferguson