De alchemie van het bewustzijn in De Alchemische Bruiloft, video met lezing van Dr. Roger Kalbermatten in het Duits

BESTEL MYSTERIËN EN FAKKELDRAGERS VAN HET ROZENKRUIS

De alchemie in haar spirituele dimensie is de kunst van de transformatie van bewustzijn en levensrealiteit. In de alchemie verenigen zich wetenschap, spiritualiteit en magie. Het bewustzijn bepaalt onze realiteit. De wijsheidsleringen van de wereld zeggen dat het bewustzijn de schepper van de realiteit is en de moderne kwantumfysica kan deze uitspraak bevestigen. De alchemie stelt dat niet alleen vast, maar gaat een stap verder, want zij biedt de methode om het bewustzijn en de realiteit in de overeenstemming met het plan van onze microkosmos om te zetten. 

Als wij over microkosmos spreken bedoelen wij de mens naar het beeld van de logos in zijn volkomen eenheid van geest, ziel en lichaam. Elke werkzaamheid in het universum wordt bepaald door een drie-heid van factoren, want overal waar iets ontstaat os spraken van een traject waarin drie factoren en rol spelen. 

Als we spreken over bewustzijn als schepper van de realiteit dan zijn de drie factoren bij bewustzijn: het subject, het object en het bewustzijn zelf. Het bewustzijn is als een boog, een verbinding en middelaar tussen subject en object. En deze boog wordt door het waarnemen, door het denken, door het gevoel, de liefde, door aantrekking en door afstoting gebouwd. 

Er zijn vele vormen en toestanden van bewustzijn, van het diepste onbewuste van mineralenrijk tot het hoogste alomtegenwoordigheidsbewustzijn van het voltooide mensenrijk. Als een man en een vrouw elkaar waarnemen en zich in liefde verbinden, is dat een daad van het bewustzijn. Als een waterstofmolecuul een een zuurstofatoom elkaar waarnemen en erkennen, en zich door een sterke aantrekkingskracht verbinden is dat ook een daad van het bewustzijn. 

Het resultaat van een verbinding van man en vrouw op de niveaus van de ziel en het lichaam is tweevoudig. Er komt energie vrij en er ontstaat een nieuw schepsel: een kind. Het resultaat van de chemische verbinding van waterstof en zuurstof is eveneens tweevoudig: er komt energie vrij die zich als een explosie kan ontladen en er ontstaat een nieuwe substantie: water. 

Ieder atoom heft specifieke affiniteiten tot andere atomen. Het trekt bepaalde atomen aan en verbindt zich met hen en andere atomen stoot het af of gedraagt zich neutraal. Elk atoom kan atomen in zijn omgeving onderscheiden en waarnemen. Waar waarneming is, is bewustzijn. Dus heeft elk atoom bewustzijn. 

De anorganische chemie onderzoekt hoe de atomen zich met elkaar verbinden om moleculen te vormen en hoe moleculen zich met andere moleculen tot grotere moleculen verbinden. De anorganische chemie is gericht op de aantekking en afstoting van substanties gericht. Men kan dit de chemie van het diepste onbewuste noemen. 

De volgende trede, de biochemie, onderzoekt de omzettingsprocessen van de moleculen in levende organismen er erkent de samenhang tussen leven en chemie. Men kan dit de chemie van het onbewuste noemen, want de levensfuncties in hun samenhang vormen het onbewuste van mens en dier. De biochemie reikt tot in het bewustzijn wanneer zij bijvoorbeeld de samenhang tussen de hormonen en gemoedstoestanden onderzoekt.

De alchemie is tenslotte de hoogste trede van de chemie, want haar domein is de samenhang tussen de omzetting van substanties en bewustzijn. Men kan haar als de chemie van het bewustzijn noemen. Symbolisch wordt die omzetting aangeduid als de vervaardiging van goud. Vandaar het beeld van de alchemisten als goudmakers. Goud is het edelste chemische element dat zich het minst met andere elementen verbindt omdat het alle atomaire eigenschappen reeds in zich verenigt. Datzelfde geld voor het edelste bewustzijn, alomtegenwoordigheidsbewustzijn dat de volheid van het al in zich verenigt. 

in de alchemie wordt het universele scheppende van de driehoek zwavel (sulphur), kwik (mercuur) en zout (sal) genoemd. Zwavel is een geel brandbaar element, symbool voor het geestelijke principe, het vuur, de energie, de wil de drijvende kracht. Mercuur (kwikzilver) is het ziele-principe van de verbinding tussen zwavel en zout, tussen geest en lichaam. Tussen de hoogste geest en het dichtste lichaam zijn er ontelbare treden, de treden van kwik, de treden van omzetting. Deze treden zijn als tandwielen. Zij nemen een impuls van boven in zich op, draaien en geven die getansformeerd aan het volgende tandwiel weer af. 

Mercuur is bewustzijn en leven. Mercuur is kwiksilver en kwikzilver is het metaal van het bewustzijn. Het kan andere metalen in zich oplossen, zich dus met hen verbinden. Het kan spiegelen zoals zilver, dus opnemen en verder leiden. Het is vloeibaar en gasvormig … veelzijdig. Mercuur is water. Water is het element van het leven. Het kan zout oplossen en verbinden. Het kan spiegelen zoals zilver en ook opnemen en verder leiden. Het is vloeibaar en gasvormig … veelzijdig. In de Griekse mythologie is Hermes (Mercurius) de boodschapper van de goden die hemel en aarde verbindt. Voor Gaia, de aarde, is het de kringloop van het water die hemel en aarde verbindt. 

Het derde alchemische principe, zout, is het lichamelijke aspect. Het is het principe van de vertraging en afzwakking vna het leven. Wat heeft dat met het lichaam te maken. Ziel, bewustzijn en leven zijn altijd in beweging. Ja, zij zijn de beweging. De biologische substanties in de cellen zetten zich voortdurend in elkaar om. En waar voortdurende beweging is, kan geen vast vorm ontstaan.  Teneinde het ontstaan van een lichaam mogelijk te maken, moet de beweging afgezwakt worden, de levensvibratie verlaagd worden. Zout is sterk wateraanrekkend en vermindert daardoot de wateractiviteit: dat houd in dat er minder water beschikbaar is voor de levensfuncties. Met zou kan men, u weet dat allemaal, levensmiddelen conserveren. Een lichaam is als het ware verstard en gestorven leven.

Bewustzijn is leven en leven is bewustzijn. Het potentieel van het scheppende bewustzijn kan zich  concretiseren wanneer het zich verbindt vaste vorm, met een object. Dat houdt in dat een deel van haar leven in de dood moet verstarren, want het bewustzijn als drievoudig werkingsprincipe  heeft een dragende vorm nodig: een lichaam. Dit is de schijnbare paradox van leven en bewustzijn.  Leven en dood, bewustzijn en vorm, horen bij elkaar.   

Zoals de bewegingskracht van het leven zich moet vertragen om het mogelijk te maken dat het bewustzijn zich met een vorm verbindt en daardoor een nieuwe werkelijkheid creërt, zo kan een hoger bewuszijn zich allen dan ontvouwen wanneer de dragende vorm van het lagere bewustzijn sterft. Wanneer we spreken over dragende vormen van bewustzijn denken we niet alleen aan het grofstoffelijke lichaam, maar ten eerste aan bijvoorbeeld emotionele gemoedstoestanden of denkvormen, waardesystemen, vooroordelen, dogma’s. Dat zijn allemaal structuren. De neurobiologie heeft vastgesteld dat zulke psychische toestanten in de hersenen aantoonbare structuren vormen. 

Nieuwe gronden kunnen alleen vruchtbaar gemaakt worden wanneer oude bomen worden verwijderd. Hoger bewustzijn vereist de dood van de lagere dragende vorm. Dat is een centraal principe in de alchemie. In de beeldende taal van de alchemie worden in vele vormen gesproken over de dood van de koning. Hij wordt door de leeuw opgegeten, of vergaat in het graf, of wordt door een zwarte man onthoofd, zoals in De Alchemische Bruiloft (op de vierde dag). Met de koning wordt altijd een te overwinnen bewustzijnstoestand bedoeld. Deze beeldende processen van gegeten worden, vergaan of onthoofd worden, hebben op het vlak van de praktische alchemie hun correspondenties. 

We spreken dan van calcinatie als verbranding van de vorm, of van de putrefactie of fermentatie van het vergaan. Altijd zijn deze processen wegbereiders op de ziele-trap naar het goud, naar de geestmens. Paracelsus (fakkeldrager van het Rozenkruis 1) heeft in zijn boek over de natuurlijke dingen over zeven centrale alchemische processen gesproken. Hij heeft ze niet alleen benoemd, maar ook een volgorde voor hen gedefinieerd. De ware alchemist moet deze zeven processen in de aangegeven volgorde volbrengen om het gewenste doel te bereiken. De zeven processen zijn: 

  1. calcineren
  2. sublimeren
  3. oplossen
  4. verrotten
  5. destilleren
  6. coaguleren
  7. tinctuur bereiden

Deze zeven processen zijn in de aangegeven volgorden van Paracelsus in De Alchemische Bruiloft van Christaan Rozenkruis symbolisch voorgesteld. En wij willen nu proberen deze te ontsluieren. We delen deze zeven treden van van omzetting in drie hoofdfasen in die we als volgt kenschetsen.

In de eerste fase gaat het van de vorm naar de essentie. Deze heeft betrekking op het begin van de reis van Christiaan Rozenkruis (de eerste dag) tot de binnenkomst in het slot op de berg (de tweede dag). 

De tweede fase gaat van de essentie naar de geest. Deze heeft betrekking op de volgende processen tot het bereiken van de toren van Olympus (de derde dag, de vierde dag en de vijfde dag).

De derde fase gaat van geest naar een nieuwe vorm. Het houdt dus niet op bij de geest. De laatste fase, belissende fase, gaat in de vorm, in het lichaam. En deze fase heeft betrekking op de processen in de toren van Olympus (de zesde dag). 

Het vervolg van de lezing is in het Duits te volgen vanaf 14:35 minuten op de bovenstaande video en in de gehele onderstaande video met de voordracht van dr. Roger Kalbermatten. De zeven hoofdstukken van De Alchemische Bruiloft zijn opgenomen in het boek Mysteriën en fakkeldragers vans het Rozenkruis, tezamen met beschouwingen daarover en profielen van 22 fakkeldragers van het Rozenkruis

BESTEL MYSTERIËN EN FAKKELDRAGERS VAN HET ROZENKRUIS