Johfra’s symbolische schilderijen van de twaalf sterrenbeelden of tekens van de zodiak of dierenriem

De Nederlandse kunstschilder Johfra (1919-1998) maakte in de jaren zeventig een serie van twaalf symbolische schilderijen van de sterrenbeelden van de dierenriem. Hieronder volgen de twaalf tekens en de inleiding uit een boek van hem dat in 1981 is uitgebracht. 

DE RAM – ARIES
DE STIER – TAURUS
TWEELINGEN – GEMINI
DE KREEFT – CANCER
DE LEEUW – LEO
DE MAAGD – VIRGO
DE WEEGSCHAAL – LIBRA
DE SCHORPIOEN – SCORPIO
DE BOOGSCHUTTER – SAGITTARIUS
DE STEENBOK – CAPRICORNICUS
DE WATERMAN – AQUARIUS
VISSEN – PISCES

Toen ik in 1973 van Verkerk Reproducties de opdracht ontving om de twaalf zodiakale tekens uit te beelden zodat hiervan posters van zouden gemaakt worden, realiseerde ik mij dat het weinig zin had om aan de honderden reeds bestaande decoratieve voorstelingen van deze tekens nog meerdere toe te voegen. Reeds vanaf de oudste tijden waren de tekens van de dierenriem als vaststaande emblemen verbeeld. Slechts in de schilderkunst was nog speelruime voor een persoonlijke uitdrukking van de toekomstige ontwerper. 

Daarom besloot ik elk teken als kern te nemen voor een korte meditatie over zoveel mogelijk facetten ervan. Door een aantal symbolen, die alle betrekking op het teken hadden, in een compositie samen te voegen zou elk schilderij meer achtergrond krijgen en ruimte gaan bieden voor vrije associatie. De twaalf tekens zouden zo een cyclus van twaalf meditaties worden. 

Doordat er talloze punten van overeenkomst zijn tussen de diverse religieuze en symboolsystemen, zoals de kabbalah, de magie, de alchemie en de tarot, werd het mij mogelijk, door de corresponderende symbolen te gebruiken, elk teken van verschillende zijden te belichten en zodoende meer reliëf te geven. Het spreekt vanzelf dat ik als kunstschilder hierin volkomen subjectief te werk ben gegaan. Het materiaal ontleende ik aan bekende bronnen, maar de toepassing en samenvoeging ervan was een persoonlijke interpretatie. Het maken van elk schilderij was voor mij ook een vorm van meditatie. 

Sinds het moment dat de posterserie het licht zag en de prenten over de hele wereld verspreid en gemeengoed zijn geworden, komen er van vele zijden reacties en er worden vooral vragen gesteld over de gebruikte symboliek. Daarom zocht Verkerke Reproducties contact met mij en vroeg me in het kort commentaar te leveren op de schilderijen en zodoende de bezitters van de posters in vele landen beter te begrijpen. 

Hiertoe moet ik eerst iets zeggen over symbolen en hun werking in het algemeen. Het is een algemeen bekend feit dat alle zaken waar het in de religie en mystiek op aankomt, zich onttrekken aan de redenaties van het objectiverende en analyserende verstand. Dit verstand doodt de ziel in alles. Nooit kan men via een exegese of een filosofische uiteenzetting de kern ervan doorgeven aan anderen. De diepste waarheden zijn slechts te benaderen met mythen en symbolen. 

In feite bedienen alle religies, alle mystieke scholen en alle esoterische genootschappen zich voor hun onderricht van symbolen. Een symbool heeft een totaal andere werkingssfeer dan welke verstandelijke benadering dan ook, die onvermijdelijk alleen aan het verstand appelleert en de rest van de mens onberoerd laat. 

Een werkelijk universeel archetypisch symbool werkt in de diepte, het raakt de onderbewuste kern van de mens die het daardoor van binnenuit herkent. Het beroert hem in zijn totaliteit, het geeft kracht en verandert hem. Ook is een symbool nooit absoluut en objectief. Het laat diverse interpretaties toe. Voor ieder mens heeft het weer iets anders te zeggen. Het is subjectief en past zich bij een bepaalde situaltie aan. Het is als een spiegel die steeds een ander beeld toont (al naar gelang wie erin kijkt) maar onderwijl steeds zichzelf blijft. Deze werkingssfeer van de symbolen wordt nog verrijkt en verdiept als de symbolen met elkaar verbonden worden. Dan werken ze bepalend en verklarend op elkaar in. 

In het kort: een symbool is als een deur die toegang geeft tot een nieuwe ruimte van het bewustzijn. De symboliek is niet exact overdraagbaar, zoals de wiskunde. Hij is niet wetenschappelijk, doch eerder sfeerscheppend en verhelderend, zoals de poëzie. Een symbolist is vóór alles een dichter – zoals dichters vrije symbolisten zijn; want zij werken met suggesties en aanduidingen. 

Gezien het voorgaande zal het duidelijk zijn dat deze toeichting geen exacte verklaringen zal bevatten in de trant van: dat betekent dit en dit andere symbool dat. Wel zal ik proberen om de gedachten die ik had bij het concipiëren van de schilderijen zo begrijpelijk mogelijk weer te geven, de gangen die ik ging en de bedoelingen die mij voorstonden aan te duiden. Deze zijn zeer persoonlijk en geheel voor mijn rekening. Een ieder kan met het volste recht iets heel anders in de gebruikte symboliek zien. Zoals ik al schreef is juist wat men zélf ervaart bij het aanschouwen van een symbool maatgevend en van veelgroter belang dan wat een ander, in dit geval de schilder, erin ziet.

De drie filosofische stelsels waar ik in hoofdzaak mijn symboliek aan heb ontleend zijn het neo-platonisme, het hermetisme en de joodse kabbalah. Zij zijn van grote invloed geweest op het esoterische denken in Europa vanaf de middeleeuwen tot nu en vormen de rijke schatkamers van het verleden waaruit ik vrijelijk heb geput. Vele honderden van de briljantste geesten hebben tientallen eeuwen aan deze mentale concepties gebouwd. Het ligt dan ook niet in mijn vermogen diep op deze materie in te gaan. Trouwens, de belangstellende lezer kan zich hierontrent gemakkelijk via de bestaande literatuur oriënteren. 

De kerngedachte van het neo-platonisme is dat alle wezenheden in het ene besloten liggen, maar zich via emanatie op lagere niveaus in de veelheid openbaren. Het ene schiep eerst de logos, het woord, het universele denkvermogen. In dit denkvermogen werd de wereld van de goddelijke ideeën gecreëerd. Dit waren de volmaakte oerbeelden waarnaar de stoffelijke natuur werd gevormd. 

De natuurwezens zijn dus ‘ten dele’ en onvolmaakt. Toch hebben ze allemaal in zich de sluimerende herinnering aan het archetype waarnaar zij werden geformeerd. Schoonheid is dus de mate waarin een wezen zijn volmaakte oerbeeld in zijn gestalte weerspiegelt. Het alles overheersend streven van het schepsel is om op te gaan in zijn oorspronkelijke wezen, dat besloten ligt in het ene en waaruit het werd geëmaneerd. 

Deze leer is heel positief maar stelt een strenge levensnorm en ethiek. Alle dingen krijgen erin hun achtergrond en elke situatie zijn perspectief. Deze visie, de gedachte aan een voortgaande evolutie naar een uiteindelijke volmaaktheid, heeft echter bevruchtend ingewerkt op het esoterische denken en voor alles op de astrologie, die zo van toekomstvoorspellerij ten eigen bate uitgroeide tot een ethisch stelsel. 

Het tweede filosofische stelsel, het hermetisme, is nauw met het vorige verbonden. Beide ontwikkelden zich in het Alexandrië van de 3e eeuw na Christus. Het hermetische vindt echter zijn oorsprong in de boeken die geschreven zouden zijn door Thot, de god van de wijsheid bij de Egyptenaren of door de legendarische Hermes Trismegistus (de driemaal grote Hermes). Er zouden talloze boeken zijn, maar wij kennen er slechtst zeventien die tezamen het Corpus Hermeticum worden genoemd. 

In het eerste boek, de Pymander, wordt verhaald hoe in een toestand van extase Hermes werd geplaatst tegenover een wezen dat zich aan hem bekend maakte als ‘de goddelijke Pymander’, ‘het gemoed’, ‘het uitzichzelf zijnde wezen’. Deze Pymander was het woord, de inwonende logos. Het was het alter ego van Hermes. Hierna ontwikkelt zich een vraaggsprek, waarin Pymander antwoord geeft op vragen van hermes en hem alle ‘wezenlijke dingen’ in een reeks visioenen toont. Deze uiteenzettingen vormen de hermetische kosmologie en wijsbegeerte. De alchemie is de praktische uitvoering hiervan en is ook de ziel van de astrologie. Om dit toe telichten wil ik de aandacht vestigen op de zogenaamde Tabula Smaragdina, de Smaragden Tafel waarop, naar men zegt, de synthese van de gehele wijsbegeerte gegraveerd is. Zij bevat de sleutel van deze leer en is de handwijzer van de alchemie. In dit geschrift, dat vooraf gaat aan het Corpus Hermeticum, heeft elke zin zijn betekenis voor het geheel. Het is vooral de volgende beroemde strofe die ik onder uw aandacht wil brengen:

‘Wat beneden is, is gelijk aan wat boven is,
en wat boven is, is gelijk aan wat beneden is,
opdat de wonderen van het ene zich voltrekken’

Hierop berusten de hele magie en astrologie. Er wordt in gezegd dat de macrokosmos (de grote wereld van de sterren) zich in zijn geheel uitdrukt in de microkosmos (de kleine wereld van het schepsel). De laatste is een getrouwe weerspiegeling van de eerste. Doch dat niet alleen. ‘Opdat de wonderen van het ene zich voltrekken’ houdt in dat er een wisselwerking  tussen beide werelden bestaat binnen het ene. Het slaat op de fundamentele wet van de resonantie, die in alle werelde heerst. Alles dat trilt (en vibratie is de grondslag van het zijn) werkt op al het overige in. Positief of negatief, dat ligt aan de vibratiesleutel. Zo zal ieder wezen dat op een bepaalde toon uitzendt, respons ontvangen van elk ander wezen dat op die vibatie is afgesteld. Deze werking heeft onherroepelijk plaats, ongeacht het wezen mineraal, plant, dier, mens of planeet is. 

Allen zijn wij op de een of andere manier getoonzet. Allen zijn wij individueel bepaald. Zo zullen wij ook allen moeten reageren als wij vibraties opvangen die verband houden met bepaalde configuraties van de planeten (zo boven, zo beneden). Onze microkosmos is met duizenden draden aan de macrokosmos verbonden. De draden die voor ons het meest belangrijk zijn, worden in de horoscoop getekend. Als het ‘boven’ beweegt, moet het ‘beneden’ wel meebewegen. 

Hiertegen zou men kunnen inbrengen dat deze wereldvisie fatalistisch, ja, zelfs defaitistisch is. De mens hangt in het kosmische web van zijn lot en wordt door de loop van de sterren als een marionet bewogen. Waar is hier een vrije wil of de mogelijkheid tot ontwikkeling? Het zou voor ons uitzzichtloos zijn als het hierbij bleef. Er is echter meer: wij bezitten ook een keuzemogelijkheid. Als wij door herhaalde ervaring rijp zijn geworden en inzicht in onszelf en onze situatie hebben verkregen, kunnen wij ons anders opstellen. Deze omstelling houdt een nieuwe toonzetting in. Meer en meer gaan wij dan op andere vibraties reageren, en reageren tegelijk minder op de trillingen waardoor wij vroeger gevoed werden. Hierdoor is er een beweging in ons leven gekomen; wij worden andere wezens, nieuwe mensen. Onze vrijheid bestaat in kiezen van onze meester. 

Deze gang van zaken is als een reis. Astrologisch gezien is dit de evolutie van het wezen door de twaalf zodiakale tekens. En dit niet slechts éénmaal, maar telkens weer, op een steeds hoger niveau. Deze evolutiegedachte is ook de kern van de alchemie. Hierin wordt de wereld van de alchemist getransformeerd van de materia prima, de ongevormde oersubstantie, tot ‘de steen der wijzen’, het levenselixer of het ‘projectiepoeder’ waarmee onedele metalen in goud kunnen worden omgezet. Het is de transformatie van de lagere in hogere vermogens door een reeks vaste bewerkingen die samen het grote werk vormen.

Tenslotte wil ik iets zeggen over de leer die de grootste invloed op het esoterisch denken van het Westen heeft gehad, en wel de geheime leer van de joden, de kabbalah. Dit geniale geestelijke bouwwerk vindt zijn volkomen uitdrukking in één enkele glyphe: de boom des levens. Over dit symbool kan men tot in het oneindige mediteren en telkens ontdekt men nieuwe vergezichten. 

Om niet te diep op deze materie in te gaan en slechts datgene te vermelden wat in verband staat met de hoer toegepaste astrologische symboliek, het volgende: bij elke openbaring kan men primair twee wezenheden onderscheiden, een kracht- en een vormprincipe. Een kracht drukt zich uit in een vorm, die hij naar zijn aard en bedoeling uit de universele oersubstantie heeft verbijzonderd. Men kan dus stellen dat er in de schepping twee principes aan te wijzen zijn, die wederzijds op elkaar inwerken: de impuls werkt in op de stof in als een stimulant en de stof heeft op haar beurt de functie van rem en vormgeefster. Daar waar kracht haar evenwicht vindt in een vorm, ontstaat bewustzijn: een wezen. 

In de kabbalistische levensboom nu wordt dit uitgebeeld door drie zuilen. De rechter (krachtzuil) noemt men de zuil van de goedertierenheid of genade. De linker (vormzuil) heet de zuil van gestrengheid, terwijl de zuil in het midden die van de mildheid wordt genoemd. Dit beeld vindt men terug in alle vrijmetselaarsloges, zoals ook bij de tempel van Salomo. Hier ontbreekt wel de middelste zuil, die wordt gevormd door de kandidaat die in de mysteriën wordt ingewijd. Links en rechts staan de zuilen Jachin en Boaz. 

In deze zuilen worden tien punten aangebracht, de sefirot, via welke de scheppende impuls door de niveaus neerdaalt, wisselend van krachtzuil naar de vormzuil en weer terug naar de krachtzuil, tot hij zijn fundament vindt in de laatste, tiende sefira Malkuth, de stoffelijke natuur, aan de voet van de middelste zuil. Elke sefira is in wezen een wijze van zijn, een functionele modus, en het geheel kan men zien als een serie onder elkaar gelegen waterbekkens, waarvan het hoogste door een fontein gevuld wordt, het eronder gelegen bekken door het overlopende water van erboven gelegene enzovoort. Het doorgeven van de kracht dus, die bij de passage van de sefirot steeds weer anders van aard wordt. 

Nu drukt dit ene systeem zich uit in vier verschillende werelden. Er bevinden zich dus vier levensbomen boven elkaar, met dien verstande dat de laagste sefira Malkuth van het bovenste gebied, tevens de bovenste sefira Kether is van het daaronder liggende gebied, enzovoort. De hoogste wereld heet Atziluth. Het is het rijk van de archetypen. Vanuit de tien sefirot van dit gebied werkt God onmiddellijk op zijn schepping in (dit analoog met de eerste schepping, de wereld van de oerbeelden, in het neo-platonisme). Het tweede rijk heet Briah, of het rijk van de scheppingen. Her wordt de kracht overgedragen door middel van de tien aartsengelen die de sefirot bezielen. Het derde rijk is Yetzirah: het rijk van de formaties. Hier werken de engelenkoren of -scharen al naar hun aard, via de sefiroth vormend op de schepping in. In het vierde, onderste rijk: Assiah, het rijk van de actie, de materiële wereld, worden de sefirot belichaamd door de dierenriem en de zeven oude planeten die hier de ‘mundale chakra’ worden genoemd. Dit is het gebied waarmee wij in de astrologie in hoofdzaak te maken hebben. In de hier gebruikte symboliek zijn de planeten tegen de sefirot en hun werkingssferen geplaatst. 

Van deze hiërarchie van aartsengelen, engelenscharen, machten en geesten van de planetaire sferen maakt de magie in ruime mate gebruik. De magie is de toepasssing van de kabbalah. Terwijl het kabbalisme en ook de astrologie in hoofdzaak bespiegelend zijn, is de magie de praktijk. De magiër tracht door middel van rituelen de planetaire hiërarchieën aan zich te binden en dienstbaar te maken. Hierbij owrdt gebruik gemaakt van de met de betreffende planetaire hiërarchie corresponderende kleuren, klanken, metalen, soorten wierook, edelstenen en signaturen. Deze techniek berust op de reeds eerder besproken wetten van overeenstemming en resonantie. Als er tussen twee of meerdere zaken een verband bestaat vanwege gelijkgeaarde toonzetting, zullen, als er één wordt aangeslagen, alle andere gelijkgeaarden op hetzelfde moment gaan mee resoneren. Dit is de macht van de magische formule.

Door zijn eigen, geringe, kracht op de juiste manier aan te wenden (in zijn microkosmos) roept de magiër alle hiermee overeenstemmmende krachten van de macrokosmos op. Het spreekt vanzelf dat hij door een verkeerde afstemming niet in staat is aan de krachten te beantwoorden, hij erdoor zal worden overspoeld en vernietigd. Vandaar de lange voorbereidingen en zuiveringen, door vasten en onthouding, waar in alle magische formules op wordt aangedrongen. 

Buiten deze oproepingsmagie bestaat er nog een andere ‘talismanische’ magie. Hierbij worden voorwerpen (talismannen) gemaakt van met de betreffende planeten corresponderende metalen. Met een nauwkeurig ritueel worden in deze voorwerpen de signaturen en symbolen van de planetaire hiërarchie, waarvan men de kracht nodig heeft, gegrift. Dit moet gebeuren op het moment dat de planeet in kwestie zijn grootste werking uitoefent. Aldus opgeladen of ‘geconsacreerde voorwerpen zullen hun eigenaar verzekeren van de kracht van de hiermee corresponderende planetaire hiërarchie, die hij voor allerhande doeleinden kan gebruiken. 

Zo zijn ook de schilderijen van de zodiakale tekens in dit boek voorzien van signaturen van de engelen en geesten, die de heersende planeten van die tekens vertegenwoordigen. Dit, om deze schilderijen te verbinden met de krachten van die planeten. 

Nu volgt de bespreking van de twaalf zodiakale tekens en hun heersende planeten. Hierbij is welbewust de psychologische kant van de tekens buiten beschouwing gelaten. Karakteranalyses van de onder de sterrenbeelden geborenen vindt men in elk astrologieboek en hiervan zijn er vele uitmuntende in de handel. Het uitgangspunt bij de gebezigde symboliek is de zielsontwikkeling door de cycli van de twaalf tekens heen. Het zijn twaalf fasen van bewustwording op een weg waarop successievelijk alle latente vermogens die in het wezen besloten liggen actueel en mobiel gemaakt worden. 

Bron: Astrologie – de tekens van de dierenriem door Johfra

 

4 gedachten over “Johfra’s symbolische schilderijen van de twaalf sterrenbeelden of tekens van de zodiak of dierenriem

    1. Alida

      Het is voor mij een cadeau om deze teksten wbt. Johfra hier tegen te komen. Dank u wel. Verder wil ik nog vermelden dat ik het ervaar als een verrijking om de ‘Spirituele teksten’ te mogen ontvangen. Overigens, zijn Johfra’s boeken in Haarlem te koop?
      Vriendelijke groet,
      Alida.

      1. André de Boer

        Toen ik de kunst van Johfra voor het eerst tegen kwam intrigeerde die mij enorm. Nu, 33 jaar later kan ik de symboliek beter plaatsen, zeker met de toelichtingen van Johfra zelf erbij. Alida, de boeken van en over Johfra zijn niet meer in druk verkrijgbaar en kunnen daarom helaas niet door Pentagram boekwinkel (Haarlem) worden geleverd.

Reacties zijn gesloten.