15. De Sirenen. Zoete verleidingen – Zien wat blijft – Joop Mijsbergen en Ankie Hettema-Pieterse

BESTEL ZIEN WAT BLIJFT, MYTHEN IN WERK EN BEELD

‘Het Sireneneiland kwam reeds in zicht: een wind die gunstig was, dreef ons erheen. Plotseling echter hield het op met waaien; de zee werd strak, de golven vielen stil. ’t Was of een god hen in slaap had gewiegd. Mijn mannen stonden op, streken de zeilen, borgen ze op, en, zittend aan de riemen, sloegen zij uit de zee het witte schuim. Ik sneed een brok was aan stukjes, de was werd week onder de druk van mijn geduchte vingers en in de gloed van Helios. Ik stopte hen nu, één voor één, de oren toe met was. Zij bonden op hun beurt mij, rechtop tegen de mast.’ Odysseus verzucht bovenin de mast: ‘k leende het oor aan de zoete lied’ren en was één en al verlangen naar hun lied: de roze wolk van een aantrekkelijke lieflijkheid boven het schip. Roze wolken die naar dwaalwegen kunnen leiden.’

De Griekse mythologie kent twee zanguitingen die tegenover elkaar staan: Aan de ene kant is er Orpheus die met zijn lier en gezang de lichtvonk in de mens tot leven kan wekken. Aan de andere kant zijn er de sirenen die mensen van hun gekozen doel afhouden door hun zielen met betoverende zangen op dwaalwegen te lokken.

In veel mythen zien we hoe de sirenen met hun bijna goddelijke en daardoor misleidende zang zeelieden naar gevaarlijke draaikolken roepen of naar rotsige kusten waarop hun schepen stukslaan. Zeelieden in een mythe zijn zij die de levenszee bevaren en uitgevaren zijn om het oorspronkelijk bedoelde leven in het licht te vinden. Een leven niet ver weg of na de dood, maar tijdens het leven hier en nu.

Bekend is het verhaal waarin Odysseus de verleidingen weet te weerstaan door de oren van de roeiers dicht te stoppen met was en zichzelf vast te laten binden aan de mast van de boot. Hij hoort de zangen, doorleeft het gevaar, maar de mast, het omhoog strevende verlangen overwint.

Ook de Argonauten moeten op hun zoektocht naar het gouden vlies, met hun schip de sirenen passeren. Aan boord van het schip de Argo is Orpheus die snel zijn lier stemt en met zijn gezang de betovering van de sirenen doorbreekt. Klinkt hier die eeuwig altijd nieuwe vraag: Naar welke zang, naar welke roepstem wil je luisteren? Naar de verleidingen van buiten, misschien beter gezegd: naar dat wat je afhoudt van je persoonlijk levensdoel?

Of luister je naar de klankvibraties van Orpheus, de boodschapper van licht, die van binnen in het hart klinkt? De overwinning op je zelf behalen langs een moeilijk begaanbare weg en duurzame vreugde kennen?

Bron: Zien wat blijft – mythen in werk en woord door Joop Mijsbergen en Ankie Hettema-Pieterse

BESTEL ZIEN WAT BLIJFT, MYTHEN IN WERK EN BEELD