BESTEL ZIEN WAT BLIJFT, MYTHEN IN WERK EN BEELD
‘Het Sireneneiland kwam reeds in zicht: een wind die gunstig was, dreef ons erheen. Plotseling echter hield het op met waaien; de zee werd strak, de golven vielen stil. ’t Was of een god hen in slaap had gewiegd. Mijn mannen stonden op, streken de zeilen, borgen ze op, en, zittend aan de riemen, sloegen zij uit de zee het witte schuim. Ik sneed een brok was aan stukjes, de was werd week onder de druk van mijn geduchte vingers en in de gloed van Helios. Ik stopte hen nu, één voor één, de oren toe met was. Zij bonden op hun beurt mij, rechtop tegen de mast.’ Odysseus verzucht bovenin de mast: ‘k leende het oor aan de zoete lied’ren en was één en al verlangen naar hun lied: de roze wolk van een aantrekkelijke lieflijkheid boven het schip. Roze wolken die naar dwaalwegen kunnen leiden.’