Kahlil Gibran, de auteur van het prachtige boek ‘De Profeet’, stond op het kruispunt van twee werelden: die van de oosterse mythen uit zijn jeugd en die van de westerse verlichting en tolerantie die hij als kunstenaar omarmde. In Gibrans meesterwerk ‘De profeet’ worden het oosten en het westen samengebracht en daarmee spreekt hij een enorm lezerspubliek aan. ‘De profeet’ wordt universeel als Gibrans beste werk beschouwd en is verschenen in in een fraaie, eigentijdse jubileumeditie. Hieronder volgt een hoofdstuk uit ‘De Profeet’ van Kahlil Gibran. Andere hoofdstukken uit deze klassieker gaan onder andere over arbeid en liefde.
Een redenaar zei: Spreek tot ons over vrijheid. En hij antwoordde: Aan de stadspoort en bij het haardvuur heb ik je ootmoedig zien buigen en je eigen vrijheid zien aanbidden, zoals de slaven zich vernederen voor een tiran en hem prijzen hoewel hij hen slaat.
Ja, in de tempelhof en in de schaduw van de burcht heb ik de meest vrijen onder je hun vrijheid zien dragen als een juk en een handboei. En mijn hart bloedt in mij want je kunt enkel vrij zijn, wanneer zelfs het verlangen vrijheid te zoeken een harnas voor je wordt en wanneer je niet langer over de vrijheid spreekt als over een doel en een vervulling.
Je zult inderdaad vrij zijn, wanneer je dagen niet zonder zorg en je nachten niet zonder zonder hunkering en verdriet zijn, maar deze dingen je leven omgorden en je er toch naakt en ongebonden boven uit stijgt.
En hoe zal je boven je dagen en nachten uitstijgen, tenzij je de ketenen verbreekt, die je aan de dageraad van je inzicht om je middag-uur hebt geslagen?
Voorwaar, wat je vrijheid noemt is de sterkste van deze ketenen, hoewel haar schakels glinsteren in de zon en je ogen verblinden. En wat zijn het anders dan deeltjes van je eigen zelf, die je wilt laten schieten, opdat je vrij moogt worden?
Zo het een onrechtvaardige wet is die je wilt afschaffen, werd die wet met je eigen hand op je voorhoofd geschreven. Je kunt haar niet uitwissen door je wetboeken te verbranden, noch door de voorhoofden van je rechters te wassen, ook al stort je de zee over hen uit. En zo je een despoot wilt onttronen, zie dan eerst toe dat zijn troon, die in je staat opgericht, vernietigd wordt. Want hoe kan een tiran heersen over de vrije en de trotse dan door een tirannie in hun eigen vrijheid en een schaamte in hun eigen trots?
En zo je een zorg wilt afwerpen , die zorg werd meer door je gekozen dan dat zij je werd opgelegd. En zo je een angst wilt verjagen, de zetel daarvan troont in je eigen hart en niet in de hand van de gevreesde. Waarlijk, alle dingen trekken door je wezen in een voortdurende halve omhelzing, het verlangde en het gevreesde, het weerzinwekkende en het geliefde, het vervolgde en dat waaraan je wilt ontkomen.
Deze dingen gaan door je heen als lichtflitsen en schaduwen, die in paren aan elkaar hangen. En wanneer de schaduw vervaagt en niet meer is, wordt het dralende licht de schaduw van een ander licht. En zo wordt je vrijheid, wanneer zij haar boeien slaakt, zelf de bloei van een grotere vrijheid.
Bron: De Profeet van Kahlil Gibran