Interview met André de Boer, auteur van uitgaven van de boekenreeks ‘Spirituele teksten bibliotheek’

Maartje: Op 1 september 2018 verscheen bij uitgeverij Rozekruis Pers te Haarlem het nieuwe boek van André de Boer. Die uitgave gaat over mysteriën van God, kosmos, mens; en gaat in op de volgende vragen. Wat is de bron van alle leven? Hoe kun je daar contact mee maken? Wat kun je doen om bezield te raken door een groots perspectief dat vreugde schenkt?

En daarnaast bevat het boek ook nog 22 lofzangen uit de spirituele wereldliteratuur van onder andere de volgende groten: Echnaton, Salomo, Zarathoestra, Hermes Trismegistus, Jezus, Mani, Rumi, Hildegard von Bingen, Rabindranath Tagore, Inayat Khan en Mikhaïl Naimy.

Mysteriën en lofzangen van God, kosmos, mens is het derde en laatste deel van een trilogie over de universele mysteriën voor de mens van nu. 

De drie uitgaven vormen een samenhangend geheel en zijn te herkennen aan een grote zon op het omslag in verschillende kleuren. De zon is een symbool voor de geestelijke Zon die in de mens kan opgaan en gaan stralen.

Het eerste boek van de trilogie verscheen in september 2016 en heeft de titel: Mysteriën en symbolen van de ziel – een door de geest bezielde mens worden. Het boek met de rode zon.

Het tweede boek verscheen in september 2017 en heeft de titel: Mysteriën en uitdagingen van geboorte, leven en dood – een nieuwe mens worden. Het boek met de gele zon.

En de volledige titel van het derde boek dat in september is verschenen dit jaar 2018: 

Mysteriën en lofzangen van God, kosmos mens – het godsplan verwerkelijken. Het boek met de witte zon.

De trilogie maakt deel uit de boekenreeks Spirituele teksten bibliotheek. 

De uitgaven daarvan zijn handreikingen voor mensen van de 21ste eeuw die zich oriënteren op een weg van geestelijke bewustwording en vernieuwing. Zij zijn gebaseerd op zorgvuldig geselecteerde klassieke teksten, spirituele teksten, en heldere beschouwingen daarover, vanuit de meer dan vier eeuwen oude levende traditie van de rozenkruisers.                                  

Inmiddels zijn twee van de zes boeken van Spirituele teksten bibliotheek in druk en ook als e-book uitgegeven in het Engels: Spiritual Christmas en Spiritual Easter and Pentecost. 

En naast mij zit de auteur van de boeken van Spirituele teksten bibliotheek: André de Boer. Welkom André.

Dankje wel. 

Maartje: André is geboren in 1963. In 1987 studeerde hij af als chemicus aan de Universiteit van Utrecht. En vervolgens werkte hij twee jaar als redacteur van Ingenieurskrant. En daarna was hij vele jaren zelfstandig publicist voor diverse vakbladen op de gebieden van olie- en gasindustrie, petrochemie, chemie, energie, milieu en management. En sinds 2015 is hij onder andere auteur van de boeken van Spirituele teksten bibliotheek. Er loopt een rode draad door zijn leven die hij aanduidt als: verwondering. André, hoe uitte die verwondering zich in jouw leven?

Ja, dank je wel Maartje, voor de mooie introductie. 

Graag wil ik nog wel even opmerken dat ik de boeken van Spirituele niet allemaal alleen heb geschreven. Voordat ik inga op die vraag over verwondering wil ik nog even opmerken dat de boeken van spirituele teksten bibliotheek niet allemaal door mijzelf zijn geschreven. De boeken Spirituele Kerst en Spirituele Pasen heb ik samen met Tanja Rozema geschreven, en het boek Mysteriën van Tao en de Daodejing is geheel door Elly Nooyen geschreven. Zelf heb ik alleen de flaptekst en de hoofdstuktitels geschreven, maar de inhoud is van Elly. En verder een ander boek ‘Mysteriën en uitdagingen van geboorte leven en dood’, het boek met de gele zon, heb ik samen geschreven met René Stevelink, vooral ook omdat hij arts is, en dus heel vertrouwd is met medische onderwerpen. Er komen in het boek enkele medische onderwerpen aan bod zoals aspecten die samenhangen met veroudering, ziekte, sterven.  Hij weet daar veel meer van dan ik, dus kon hij daar goede adviezen in geven en hele stukken meeschrijven. 

Maartje: Ja, zo zoek je af en toe een mede-auteur.

Ja, en niet alleen auteurs. Ook overal mensen die behulpzaam zijn om dit tot stand te brengen, ook om het te promoten. Dus daar ben ik heel bij mee. Ook de samenwerking met Rozekruis Pers loopt heel goed.

Maartje: Goed dat je dat nog even zegt. 

Om even terug te komen op die vraag over verwondering, want dat was even de vraag. Het lijkt me leuk om dat even te vertellen aan de hand van vijf boeken die een belangrijke rol speelden in mijn leven, vooral in mijn jeugd en in mijn tienerjaren. En dat zijn deze vijf boeken. 

Het begint met het kleutervertelboek van Anne de Vries over de bijbelse geschiedenis, een kinderbijbel waar allerlei verhalen in staan. Bij ons thuis  lazen we na het eten uit de kinderbijbel – in ben opgegroeid in een protestants gezin – en die verhalen spraken mij enorm aan, vooral ook die wonderen die daarin vermeld werden zoals de bruiloft te Kana, waarin water wordt veranderd in wijn; of de wonderbare spijziging, waarbij er ineens een heleboel brood tevoorschijn komt voor iedereen – iedereen wordt gevoed, maar ook de hemelvaart vond ik helemaal fantastisch. Het leek mij ook wel geweldig om zo op te stijgen. 

Wonderen in sprookjes fascineerden me ook. Hier is het sprookjesboek van mijn opa waar wel uit voorgelezen werd. 

Een ander aspect van verwondering is dat op mijn zevende jaar voor het eerst een optreden zag van een echte goochelaar, en dat boeide mij enorm. Dat wilde ik ook kunnen, al die kunsten die hij deed. Mijn moeder had nog thuis in de kast liggen een goochelboekje met de titel ‘Het meesterboek van de tooverkunst’, heel oud, uit 1935. Het was een boekje van haar broer, en daarin worden allerlei goocheltrucs vermeld. Het was een boekje dat destijds was uitgegeven door de firma Quaker havermout om de verkoop van havermout te bevorderen. Dus in dat boekje staan ook steeds advertorials die naar die havermout verwijzen, maar het ging mij om vooral om die goocheltrucs. En later hoorde ik dat ook de bekende, wereldberoemde goochelaar Fred Kaps – hij is drie keer wereldkampioen geworden, een Nederlander, heeft leren goochelen uit dit boekje. Ik was een grote fan van hem. En niet alleen van hem, ook van bijvoorbeeld Uri Geller, die allerlei mentale experimenten deed. En zelf ben ik veel met goochelen bezig geweest. Het is altijd een belangrijke hobby van mij geweest en ik heb het nooit helemaal losgelaten. Ik heb het zelfs een aantal jaren ook beroepsmatig gedaan. 

Tijdens mijn periode op de middelbare school raakte ik steeds meer geïnteresseerd in de wonderen van de natuur. Ik had ook verschillende uitgaven van een boekenserie die heel bekend was in de jaren zeventig, voor de jeugd en dan over wetenschappelijke onderwerpen, Hoe en waarom boeken over dinosauriërs, over sterren, de maan, ruimtevaart, bomen. Hier staat dan een boek over scheikunde, maar ik had ook boeken over elektriciteit en magnetisme. Er stonden ook allerlei proeven in en in die tijd had ik ook een eigen laboratorium op mijn slaapkamer, waar ik dan zelf allerlei proeven deed.  Op mijn slaapkamer had ik een klein laboratorium ingericht waar ik zelf experimenten deed. 

Maartje: En dat ging altijd goed?’

Dat ging wel eens mis, ik maakte wel eens stinkbommen en zo. En ik deed wel eens elektrolyse met zwavelzuur met wasknijpers en die wasknijpers kwamen dan in een emmer van mijn moeder en toen gingen de lakens allemaal scheuren enzo. 

Zo rond mijn twintigste kreeg ik meer belangstelling voor de wonderen van het menselijke bewustzijn en las ik boeken over onder andere psychologie en filosofie die ik uit de bibliotheek haalde. 

Geleidelijk ging ik de onderwerpen uit de genoemde boeken vanuit een hoger niveau begrijpen. Dus dat was niet altijd een onverdeeld genoegen. Maar het heeft er wel toe geleid dat ik scheikunde ben gaan studeren. Daar heb ik nooit spijt van gehad. Ik doe er niets meer mee tegenwoordig, maar het was een prima studie. Maar ik ontdekte wel tijdens mijn scheikundestudie dat ik daar eigenlijk niet helemaal mee bezig wilde zijn. Ik vond het toch heel beperkt, ook het onderzoek trok me niet. Ik wilde ook meer weten over ‘wat is nu eigenlijk de mens?’. En ik ging ook boeken lezen uit de bibliotheek halen over psychologie en filosofie. Hier staat dan een boekje dat ik geconfisqueerd had van mij vader: geschiedenis van de filosofie. Heel interessant om me daarin te verdiepen. Dit zijn dus wat aspecten van wonderen in mijn jeugd en tienerjaren.  

En wat later, toen ik twintiger was, ging ik ook andere type boeken lezen en begreep ik ook een beetje dat als die aspecten, als die onderwerpen, ook op een hogere manier kunnen worden geïnterpreteerd.

Als je kijkt naar die bijbelverhalen bijvoorbeeld, en als je die bekijkt vanuit  het perspectief van wat wel de universele gnosis wordt genoemd, dan ontdek je dat je die verhalen letterlijk kunt nemen, maar er zit vaak ook een hele diepe symbolische boodschap in. En als je je daarmee verbindt, dan kun je ook iets ervaren van wat ze wel de wereld van de ziel noemen. En dat merk je ook heel sterk bij sprookjes op een wat hoger niveau: mythen. Er wordt wel gezegd dat mythen geen verzinsels zijn, maar zijn ontvangen vanuit de wereld van de ziel. En als je je daarop richt, dan kun je weer een verbinding krijgen met die zielewereld. En dat is ook de bedoeling. Het is onze opdracht als mens die ziel die in ons is tot leven te wekken. 

En dan die goochelkunst: ik deed allerlei dingen met behulp van goocheltrucs, ook zogenaamde paranormale experimenten, maar ik merkte ook dat bepaalde aspecten die worden onderzicht in de parapsychologie – bijvoorbeeld telepathie, of wat ze noemen precognitie, dat je van te voren dingen weet die gaan gebeuren – dat die eigenlijk vrij normaal zijn en dat heel veel mensen die ervaren n hun leven. Dus daar heb ik me ook wel in verdiept, in die parapsychologie, hoe dat nu werkt in de praktijk. Verschijnselen die wetenschappelijk niet te verklaren zijn, niet volgens de modellen die we kennen in de wetenschap, maar die toch wel degelijk plaatsvinden. 

En tijdens mijn scheikundestudie deed ik ook een bijvak ‘geschiedenis van de natuurwetenschappen’, gewoon ook om wat breder georiënteerd te raken. Ik kreeg ook een keer een college van professor Snelders over de geschiedenis van de scheikunde. Hij had het toen ook over de alchemie, de voorkoper van de moderne scheikunde die ook heel erg gebaseerd was op allerlei bijgeloof. En die hoogleraar had het ook over geestelijke alchemie die destijds werd toegepast, maar die ook steeds wordt toe gepast. Hij had het over rozenkruisers die onder andere in Utrecht waren, en die dan bij elkaar kwamen en deden aan geestelijke alchemie. Hij deed daar heel lacherig over, maar het intrigeerde mij enorm. Ik dacht: ‘O, daar moet ik meer over weten’. 

Dus ik ben die rozenkruisers gaan opzoeken en verschillende lezingen gaan volgen. En dat trof mij toch heel sterk. In het begin begreep ik er niet zoveel van, vaar de sfeer sprak me wel aan. Ik kocht toen ook een boek: Elementaire wijsbegeerte van het moderne rozenkruis van J. van Rijckenborgh, de oprichter van de School van het rozenkruis. Dat maakte een verpletterende indruk op mij. Vooral ook omdat er een mens- en wereldbeeld werd gepresenteerd wat ik niet kende, maar waarvan ik wel aanvoelde: ja, dat is zo. Daarin werd ook een weg gewezen, een spirituele weg die je als mens kunt gaan, en waarvan het ook de bedoeling is dat wij als mens die weg eenmaal gaan om de mogelijkheden die in ons zitten tot ontwikkeling te brengen. Dus van de filosofie meer naar de spiritualiteit. 

Maartje: Mooi om die paralellen zo te zien. 

Ja, dat vond ik ook. Vaak zie je dat pas achteraf. Dit is een verhaal dat achteraf is ingevuld. Dat kun je niet van te voren bedenken. Maar later denk je: o, dat alles is toch ergens goed voor geweest. 

Ik heb me aangesloten bij de School van het Rozenkruis, die internationaal bekend staat als het Lectorium Rosicrucianum, vrij snel na dat ik daar voor het eerst was. In de beginperiode heb ik me ook nog wat georiënteerd bij andere bewegingen, allerlei bewegingen die wel een universele vorm van spiritualiteit hebben, die niet zeggen ‘dit is het ene en waarachtige en de rest klopt allemaal niet. Dus ik ben wezen kijken en heb cursussen gedaan bij bijvoorbeeld de Theosofische Vereniging, het Theosofische Genootschap. Maar ook wezen kijken bij de soefi’s, bij de vrijmetselarij en de bahai. Dat sprak me allemaal wel aan, maar ik had toch sterk het gevoel: die weg van het rozenkruis, die past bij mij, het is voor mij goed om die weg te gaan. 

Van het universele aspect – dus het idee dat er iets zit in alle religies, iets universeels dat nooit exact helemaal in vormen worden uitgedrukt, niet in beelden, niet in woorden – kunnen we zeggen dat het wel belangrijk is om je ermee bezig te houden. In de praktijk zie je toch vaak dat religies en spirituele stromingen in het begin zuiver zijn, en dat die later kristalliseren, en die dan niet meer zuiver zijn, en dat je dan allerlei degeneraties krijgt. 

Ik zie de oorspronkelijk spirituele teksten eigenlijk als een gewaad van de universele wijsheidsleer, of wat je de universele wijsheidsleer zou kunnen noemen, waarmee iedereen contact kan hebben, maar wat je niet echt kunt grijpen, en ook niet echt in vormen kunt weergeven. 

In de verschillende boeken heb ik gebruik gemaakt van de verschillende tradities Het eerste boek ‘Mysteriën en symbolen van de ziel’ gaat over meerdere tradities. De hoofdstukken zijn gebaseerd op onder andere teksten uit bijvoorbeeld advaita, vedanta, uit de Zohar, uit hermetisme, maar ook uit radja yoga, christendom, jodendom, zoroastrisme, boeddhisme en dergelijke. Dus een heel scala, heel breed. 

Het tweede boek – Mysteriën en uitdagingen van geboorte, leven en dood – heb ik eigenlijk helemaal gebaseerd op teksten uit de Bijbel, zowel uit het Oude Testament als uit het Oude Testament. Het blijkt heel goed mogelijk te zijn om dat onderwerp te belichten vanuit de Bijbel, en daar op een andere manier te kijken dan gebruikelijk is in kerkelijke kringen, maar wat toch overeenstemt met zienswijzen uit die andere stromingen.

Maartje: In die universele leer …

In die universele leer waarvan religies en spirituele stromingen dan uitdrukkingen zijn. Beperkt, noodzakelijkerwijs beperkt, dat kan niet anders. Het kan niet anders dan fragmentarisch zijn. 

Het laatste boek, wat nu net verschenen is – Mysteriën en lofzangen van God, kosmos, mens; het godsplan verwerkelijken – is helemaal toegespitst op de hermetische traditie, dus de traditie die voortkomt uit de geschriften die worden toegeschreven aan de legendarische Egyptische ingewijde Hermes Trismegistus. 

Maartje: En kan je iets meer vertellen over deze legendarische ingewijde?

Jazeker, hij wordt vaak gezien als een synthese, een combinatie van meerdere goden, twee goden, een Egyptische god en een Griekse god. De Egyptische god is Toth. Die wordt vaak voorgesteld als een menselijke figuur met de kop van een ibis, de vogel, en ook met een snavel van een ibis. Hij wordt vaak afgebeeld als schrijvend op een kleitablet om uit te drukken dat hij de uitvinder is van het schrift en ook van de magie. Toth wordt ook gezien als de begeleider van overledenen en als inwijder in de mysteriën. 

En verder heb je ook de god Hermes, de Griekse god, die wordt vaak voorgesteld als een figuur die zich beweegt tussen hemel en aarde. Hij heeft een zogeheten slangenstaf of mercuriusstaf in zijn hand (want Mercurius is de Latijnse of romeinse naam voor Hermes). die hermesstaf heeft een hele diepe symboliek, daar ga ik nu niet op in, die erop duidt dat er een volledig nieuw bewustzijn tot ontwikkeling is gekomen. Die hermes is een bode van de goden, die zich beweegt tussen hemel en aarde. Dat kan omdat hij vleugeltjes heeft, vleugeltjes op zijn helm. Die gevleugelde helm kun je ook zien als een symbool voor het kruinchakra dat actief is geworden, het kruinchakra dat ontstoken is door de kracht van de gnosis. 

Die twee goden samen vormen in de cultuur van Alexandrië – de toenmalige hoofdstad van de cultuur in Egypte, de legendarische figuur Hermes Trismegistus. Hier een afbeelding van Hermes. Trismegistus betekent: de driemaal grote. Hermes was zowel koning, als priester als magiër. Maar je kunt het ook op andere manieren duiden. Je kunt ook zeggen dat Hermes Trismegistus een figuur is die de aspecten van zichzelf – de persoonlijkheid, de ziel en de geest – tot een eenheid heeft gesmeed en daardoor ook een levende verbinding vormt tussen hemel en aarde. 

Een kenmerk van de hermetische wijsbegeerte is dat God, kosmos en de mens als een eenheid worden gezien en niet los van elkaar kunnen worden beschouwd. Een heel ander belangrijk kenmerk is dat er een evenwicht of een correspondentie is tussen het hogere en het lagere, dat het hogere zich weerspiegelt in het lagere, volgens de uitspraak ‘Zo boven, zo beneden’. 

Vroeger dachten ze dat hij een historische figuur was, maar dat schijnt toch niet het geval te zijn. Er zijn geen historische aanwijzingen voor te geven. Hier zie je een mozaïek in de kathedraal van Sienna in Italië. De figuur aan de rechterkant is Hermes Trismegistus. Hij onderwijst hier Mozes in de mysteriën die hij heeft over te dragen. Hij geeft esoterisch onderricht aan de leider van joden die het volk Israël leidde vanuit het slavenhuis naar het beloofde land.  

Een hele belangrijke boekenreeks van het hermetisme wordt aangeduid als het Corpus Hermeticum. Dat is een serie van 17 traktaten die in de vijftiende eeuw zijn verplaatst van Constantinopel naar Florence, waar ze door de priester Marsilio Ficino zijn vertaald vanuit het Grieks in het Latijn.  Daardoor kregen die ze een grote bekendheid. Het zijn diepzinnige teksten die later ook zijn uitgegeven door J. van Rijckenborgh, de stichter van de School van het rozenkruis. Hij heeft er ook commentaren bij geschreven en die uitgegeven in de boekenserie De Egyptische Oergnosis in vier delen. Daarin staat het hele Corpus Hermeticum in het Nederlands, en ook de commentaren die J. van Rijckenborgh daarover heeft geschreven. 

Het Corpus Hermeticum vormt ook de basis, de basisstructuur, van het nieuwe boek ‘Mysteriën van God, kosmos, mens’. Verder wordt elke hoofdstuk afgesloten met een gedeelte uit het boekje ‘Vermaning van de ziel’, dat is iets later is geschreven. Het Corpus Hermeticum dateert uit de eerste eeuwen van de jaartelling, geschreven in Egypte door onbekende auteurs en gepubliceerd onder de naam Hermes Trismegistus. Later verscheen ‘Vermaning van de ziel’ en dat is ook later vertaald.

Het zijn schitterende teksten. Ik heb ze veel gelezen in de loop der jaren. Ik kocht de boeken in het begin van de jaren negentig en ik heb net even een foto van ze gemaakt. 

Maartje: O, ja, ze zijn goed gelezen. 

Ja, ze zijn goed gelezen, ongeveer stukgelezen. Het ligt uit elkaar. De banden zijn in elk geval los, maar het is allemaal nog bruikbaar. Misschien moet ik  een nieuwe set kopen, dat kan geen kwaad. 

Waar gaat die leer van Hermes nou over? Net als heel veel andere profeten zegt hij dat de mensheid in dwaling leeft en dat er sprake is van een vorm van bewustzijnsvernauwing. Hij spreekt ook over dronkenschap. De mensheid is zich daar niet van bewust. Nu is het de bedoeling dat de mens daarvoor wakker wordt, waardoor hij een weg gaat en daardoor bewuster wordt en daardoor weer contact krijgt met het goddelijke rijk waar hij uit voortgekomen is. Hij staat er nog wel mee in verbinding, maar niet bewust. Dus hij kan ook geen levende verbinding zijn tussen wat je zou kunnen noemen aarde en hemel. Een tekst van Hermes die tamelijk confronterend kan zijn luidt als volgt: 

‘Waar spoedt u zich heen, o mensen, u die beneveld bent omdat u zich bedronken hebt aan het woord dat alle gnosis mist, het woord van de volstrekte onwetendheid, dat u niet kunt verdragen en dat u nu dan ook eindelijk uitbraakt? Houd op en word nuchter: zie weer met de ogen van uw hart. En zo niet allen dit kunnen, dan tenminste zij die daartoe in staat zijn. De boosheid van de onwetendheid overstroomt de gehele aarde, richt de ziel, die in het lichaam opgesloten is, te gronde, en belet haar de haven van het heil binnen te lopen.’

Hij geeft ook hele praktische adviezen over hoe je dat nu in de praktijk kunt doen. En daarvan laat ik er nu één horen. Dat is het volgende gedeelte uit het Corpus Hermeticum:

‘Zoek hem die u bij de hand zal nemen en u zal geleiden naar de poorten van de gnosis, waar het heldere licht straalt waarin geen duisternis is; waar niemand dronken is, maar allen nuchter zijn en met het hart opzien tot hem die gekend wil worden. Maar weet wel: zijn stem kan niet vernomen worden en zijn naam niet uitgesproken worden, noch kunnen stoffelijke ogen hem aanschouwen: alleen de geestziel is daartoe in staat.’

Maartje: Ja, dus je zou kunnen zeggen dat er eerst een ontwaken moet plaatsvinden en dat daaruit de geestziel opkomt?

Ja, dat is juist.

Maartje: En wat wordt er dan precies met de geestziel bedoeld? 

Dat is een beetje een vakterm. Het klink heel abstract. Je zou kunnen zeggen: in de mens kan een nieuw bewustzijn ontwaken, een nieuwe ziel, en die kan groeien, en als die dan een bepaalde volwassenheid heeft bereikt, dan kan de geest, die potentieel in de mens aanwezig is, actief worden, waardoor de ziel dan verbonden is et de geest. En die geestziel kan dan sturing geven aan wat we noemen de persoonlijkheid, waardoor er eigenijk een soort drie-eenheid ontstaat, waardoor de mens weer wordt, waartoe hij bestemd is. 

Als we naar onszelf kijken, dan zijn we toch vooral persoonlijkheid. Dat is de persoon die we zijn met een lichaam, met relaties met anderen, met een geschiedenis, met bepaalde gedachten, gevoelens, wilswerkzaamheden en dergelijke. Nu is er ook een wetenschap die die persoonlijkheid uitgebreid bestudeerd en die noemende de psychologie. Het wordt ‘psyche’ komt uit het Grieks en betekent ziel, maar daarmee wordt niet de ziel bedoeld die in het middelpunt staat in spirituele en contemplatieve tradities, maar gewoon de persoonlijkheid. Dus psychologen houden zich vooral bezig met de persoonlijkheid en niet met de ziel zoals die in die tradities wordt beschreven. 

En wat is dan die ziel? Ik zal eerst even die eenheid laten zien, want normaal is die persoonlijkheid van ons actief en die heeft alle aandacht, maar het gaat erom dat ook die ziel en die geest werkzaam worden, waardoor je deze drie-eenheid krijgt. Dit plaatje geeft ook een beetje weer dat de ziel eigenlijk veel machtiger is dan de persoonlijkheid en die ook omvat houdt. En dat op haar beurt de geest de ziel en de persoonlijkheid omvat.  

Maartje: ‘Nou krijg je weer de driemaal grote.’

Dan krijg je weer de driemaal grote, precies! Persoonlijkheid, ziel en geest die weer tot één zijn geworden. De ziel heeft vooral te maken met het ervaren. Met het bewust waarnemen, beslissen. En de geest die heeft te maken met het goddelijke scheppingsplan, die weet weet waar alles naartoe moet. En als de geest ontwaakt, en in het bezit van de mens – je zou kunnen spreken van heilige geest omdat de geest zich dan verbonden heeft met het menselijke stelsel – dan is die persoonlijkheid in staat om eraan mee te werken dat dat wat je het godsplan zou kunnen noemen uitgevoerd kan worden. 

Maartje: Het wordt dan dienend aan de geest?

Het wordt dienend aan de geest, aan het hele godsplan dat uit de geest voortkomt. Het is dienenden de geest als de mens de gnostieke weg gaat, de spirituele gnostieke weg. En dan kun je je afvragen: wat is dan precies gnosis? Sommige mensen zeggen ‘Is het religies? Is het filosofie, is het spiritualiteit? 

Als je naar die woorden kijkt, naar wat voor lading die hebben in de maatschappij, dan zien we dat vooral religie en spiritualiteit nogal eens negatief beoordeeld worden, vooral ook omdat je in de praktijk daarvan nogal wat karikaturen ziet. Maar ik vind het altijd goed om te kijken naar de betekenis van die woorden in de oorspronkelijke taal. Ze komen uit het Latijn. Religie komt dan van het ‘re ligare’, dat betekent ‘opnieuw verbinden’. En dat kan maken hebben met verbinden met de medemensen, met het horizontale gebied, maar ook verbinden met het goddelijke waaruit we voortgekomen zijn, het verticale. Dus het horizontale en het verticaal kunnen met elkaar verbonden worden. 

Het woord filosofie betekent letterlijk liefde voor de wijsheid. Er wordt ook wel gesproken van wijsbegeerte, dat is verlangen naar de wijsheid. en verder het woord spiritualiteit, dat is afgeleid van het woord ‘spiritus’, dat geest betekent. En werkelijke spiritualiteit heeft dus betrekking op het werkzaam worden van de geest in de mens. 

Je kunt ook op een andere manier kijken naar de betekenis van die woorden. Gnosis wordt vaak gezien als de kennis van het hart, dus een weten van binnenuit. Maar je kunt gnosis ook zien als een sublieme synthese van religie, filosofie en spiritualiteit; plus een vierde component die enorm belangrijk is en die vaak wordt vergeten, en dat is lichtkracht, spirituele kracht, geestkracht, die ervoor zorgt dat dat alles samengebonden blijft, en dat daarin een dynamiek in plaatsvindt. Dat de krachten vanuit het goddelijke rijk werkzaam worden in het menselijke stelsel. 

Maartje: Die maakt eigenlijk de andere drie mogelijk?

Ja, precies. Als er sprake is van religie zonder die lichtkracht, dan draagt dat niet bij aan de verwerkelijking van de het godsplan, of nauwelijks. Het kan zelfs tegenwerken. En datzelfde geldt voor spiritualiteit. Ook daar kun je bepaalde degeneraties in aantreffen omdat die binding met het goddelijk er niet is. Die lichtkracht wordt niet aangetrokken, niet geassimileerd en niet gedynamiseerd. En dat geldt ook voor filosofie. Heel veel filosofie is niet religieus en niet spiritueel, dus ook niet bijdragend aan de verwerkelijking van het godsplan of in heel beperkte mate. En als je dat in een schema zou willen duiden, dan kun je uitkomen op iets wat er ongeveer zo uitziet.

Er zijn vier domeinen: religie, filosofie en spiritualiteit die elkaar deels overlappen. Het belangrijkste is dat die lichtkracht werkzaam wordt in al die drie gebieden. De kern van alles zou je ook de gnosis kunnen noemen. 

Er zijn ook verschillende overlappen tussen die verschillende domeinen. Er is een overlap tussen religie en filosofie die wel wordt aangeduid als theologie. de overlap tussen filosofie en spiritualiteit wordt wel esoterie genoemd. Er is ook nog de mystiek. Die kunnen we zien als de overlap tussen de lichtkracht en de spiritualiteit. En de overlap tussen religie en lichtkracht zou je kunnen aanduiden als gnostiek magie. Dat ziet er dan zo uit. Daar is nog heel veel meer over te zeggen. Dat doe ik ook in het boek, maar dat gaat hier wat ver. 

Wat misschien wel leuk is om te vermelden is dat je in deze figuur ook heel duidelijk een horizontale en een verticale dimensie ziet, dus eigenlijk het kruis. De horizontale dimensie die altijd gekenmerkt word door een begin en een einde, dus de dimensie in de tijd, de alfa en de omega, de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet. Maar daarnaast is er ook de verticale dimensie en daar dienen we als mens contact mee te krijgen. en als het horizontaal en het verticale dan met elkaar verbonden is, dan kan dat opbloeien wat ze wel de roos noemen, symbool voor het goddelijke in de mens wat tot bloei kan komen en wat uiteindelijk kan worden tot een symbolische gouden roos, pas na het gaan van een bepaalde weg, een weg die wel wordt aangeduid als de weg der sterren en ook wel het pad van transfiguratie wordt genoemd. 

Maartje: En kun je iets vertellen over hoe dat pad van transfiguratie verloopt? 

Ja, daar is heel veel over te zeggen. Daar kun je je hele leven mee bezig zijn. alle boeken van spirituele teksten bibliotheek gaan daar ook over, steeds vanuit een andere invalshoek. De ene keer is het vanuit de invalshoek van het innerlijk kerstfeest. De andere keer de invalshoek van het innerlijke paasfeest. Vanuit de invalshoek van de ziel, vanuit geboorte, leven en dood. En nu God, kosmos, mens. Je kunt er eigenlijk alleen maar in fragmentarische zin over spreken, want het gaat eigenlijk primair over de ervaring die plaatsvindt. De ervaring van een in contact staan met dat goddelijke dat een totale vernieuwing bewerkstelligt. 

Je kunt er eigenlijk alleen maar over spreken in de vorm van gelijkenissen en metaforen. En die bieden altijd toch maar een beperkte visie op het geheel. Een heel bekende metafoor is deze.

De rups die zich verplaatst in de aardse dimensie, in zekere zin heel traag is, helemaal gericht is op eten en op overleven. Het gaat erom dat er een verandering gaat plaatsvinden, dat die rups een vlinder wordt. Maar dat gebeurt niet zomaar. Daar moet heel wat omgezet worden voordat zoiets plaatsvindt. Dat hele omzettingsproces heeft ook te maken met een innerlijk sterven. Een innerlijk sterven dat ook wel wordt aangeduid als het endura. Bij de katharen noemden ze dat zo, een gnostieke beweging in de middeleeuwen. Endura is afgeleid van het woord tot endure wat betekent: doorzetten of volhouden. Dus je kunt het pad van transfiguratie zien als een drievoudig proces van wat de rozenkruisers noemen: geboren worden, sterven en herleven. Dat is één manier van beschouwen. 

Je kunt het ook op een andere manier bezien. In het boek ‘God, kosmos, mens’ hanteer ik een indeling in negen hoofdstukken die eigenlijk allemaal iets van dat pad van transfiguratie beschrijven. Dat zijn deze negen hoofdstuktitels. 

  1. het goddelijke ervaren
  2. dimensies onderscheiden
  3. bewust waarnemen, denken en doen
  4. esoterisch onderricht ontvangen
  5. reinigingen realiseren
  6. God lofprijzen
  7. geestelijke krachten assimileren
  8. de weg van de godsvrucht gaan
  9. de gnosis verkondigen

Dat is heel wat. Dat is ook geen kleinigheid. Daar kun je je hele leven mee bezig zijn. En als ik dat zo voorlees denk je misschien: daar zit een duidelijke lijn in. Dat is ook zo, maar het is ook goed om te denken dat al die aspecten min of meer tegelijkertijd plaatsvinden, en dat er in al die aspecten een bepaalde groei klan plaatsvinden, en dat er een kracht is die leidt tot steeds verdere vernieuwing, ontplooiing van mogelijkheden. Ze zeggen ook wel eens van kracht tot kracht en van heerlijkheid tot heerlijkheid. Ja, dus dit is in vogelvlucht het pad van transfiguratie. 

Het heeft niet zoveel zin om dit helemaal mentaal in je op te nemen, want dan neem je het gewoon op in je geheugen en denk je ‘o ja, leuk’. Het gaat erom dat je er innerlijk mee bezig bent op een manier die bij jou past als persoon. Hermes heeft er ook nog een uitspraak over. Ik heb nog een citaat opgezocht dat iets weergeeft van wat de mens kan worden als hij die innerlijk weg gaat. Hermes zegt dan ergens in het Corpus Hermeticum het volgende:

‘De mens die waarlijk mens is, staat boven de goden, of is minstens hun volstrekt gelijke in vermogen. Immers geen van de hemelse goden zal de grens van de hemel verlaten om af te dalen tot de aarde. De mens evenwel heft zich op tot in de hemel en meet hem. Hij kent zowel de verhevenheden van de hemel als de dingen die beneden zijn; hij neemt alles met grote nauwkeurigheid in zich op en, het meest groots boven al: hij behoeft, om zich in de hemelen te verheffen, de aarde niet te verlaten. Zo weids en groots is wat zijn bewustzijn omspant.’ 

Maartje: Heel mooi, inspirerend!

Ja, er staan nog veel meer inspirerende teksten in het boek. 

Maartje: Het boek, we moeten het boek lezen!

Ja, dat kan ik van harte aanbevelen. 

Maartje: Nou, André, heel hartelijk dank voor deze toelichting op je nieuwe boek. 

Ja, graag gedaan Maartje 

Maartje: Hierbij nog wat informatie: de verschillende delen die bij de trilogie horen zijn natuurlijk beschikbaar in onze boekwinkels, maar zijn ook te bestellen op onze website www.rozekruispers.com .

Aan het nieuwe boek zijn ook nog activiteiten gekoppeld. Zo vindt er ook deze keer weer, net als bij de andere uitgaven, een online-module plaats. Daar kunt u zich gratis voor aanmelden. Dan krijgt u gedurende negen weken lang een email toegestuurd – dat is meestal op zaterdag, waar u de negen hoofdstukken uit het boek vindt. U ontvangt dan de tekst. Deze teksten zijn ook ingesproken dus u kunt ze ook nog beluisteren. 

Daarnaast vindt er een vijfdelige cursus plaats op 14 verschillende plekken in Nederland. De meeste worden op dinsdagavond of vrijdagochtend gehouden. 

En natuurlijk trekt André de land rond met allerlei lezingen die hij zal geven over zijn nieuwe boek. Al die informatie, de data en plaatsen kunt u vinden op onze website www.spiritueleteksten.nl .

We wij hopen van harte u op één van die plekken te mogen ontvangen.