Aan het begin van de vierde dag in het verhaal van de Alchemische bruiloft komt de hoofdpersoon, Christiaan Rozenkruis, bij de bron. Die staat symbool voor de Bron van levend water, die direct verband houdt met de levende geest. Daar ziet hij een stenen plaat met inscripties. Christiaan Rozenkruis leest daarop onder andere:
‘Hermes is de Oerbron
Nadat zoveel beschadigingen aan het menselijk geslacht zijn toegebracht, vloei ik,
naar goddelijk raadsbesluit
en bijgestaan door de kunst,
als genezing brengende artsenij, hier uit!’
Hier wordt, wellicht op onverwachte wijze, tot uitdrukking gebracht welke de afkomst is van alle rozenkruiserij en van alle gnostieke bezinning: ‘Hermes is de Oerbron.’
Alle werkelijke, bevrijdende wijsheid, alle ware religie, stamt van Hermes Trismegistus, de driemaal grote. U zult dan ook verstaan waarom wij in de jonge Broederschap van het Gouden Rozenkruis consequent uit die Oerbron getuigen, in de geestesschool steeds weer opnieuw de oude hermetische boeken bestuderen, ze pogen te reconstrueren en te bevrijden van verminking.
Wie was, of beter wie is, Hermes? Hermes is de zich openbarende geest zelf, de Oerbron die iedere mens zou willen laven. Doch, zo gaat de inscriptie verder, ‘aan het menselijk geslacht zijn zoveel beschadigingen toegebracht’! Daardoor is de Bron voor de mensheid niet meer te bereiken. De kristalliserende gevolgen van de beschadigingen waren en zijn te ingrijpend. Daarom is er sprake van een goddelijk raadsbesluit! Namelijk aan de mensheid te brengen en aan te bieden een heilbrengende kunst, de koninklijke kunst, met behulp waarvan de Oerbron weer voor allen, die ernaar zoeken en zich erin willen reinigen, toegankelijke kan worden, waardoor het herstel, de genezing, kan worden voltrokken. Zij die deze ‘zuivere kunst’ beoefenen en toepassen, keren daardoor terug naar de Oerbron.
Die zuivere kunst werd in de dialectische dreven sinds de dageraad van de mensheidshistorie, tot op deze dag toegepast. Daarom kan men zeggen dat de driebond van het licht, van graal, kashaar en kruis met rozen, de oudste, zuivere religie en mystieke bezinning is, de oudste oorspronkelijke wijsbegeerte vertegenwoordigt en de oudste en zuiverste werkelijke mensheidsdienst tot ontwikkeling brengt.
Wij zeggen dit niet om ons erop te beroemen dat wij de oudsten zijn , doch om scherp in het daglicht te plaatsen wat zich sedert de dageraad van de mensheidshistorie tussen de Oerbron en de mensheid heeft ingeschoven. In kerkelijke kringen beschouwt men ons soms als een groep van afgewekenen, die uit de kerk zijn voortgekomen. Doch het rozenkruis, de driebond van het licht, was er eindeloos lang eer er een kerk was! In alle tijden waren er boodschappers vanher ligt op aarde werkzaam, zoals Boeddha, Lao Zi, Jezus Christus, Zarathoestra enzovoort. Zij getuigden uit de Oerbron en riepen de mensheid toe dat zij door onheilig leven van die Oerbron verbroken waren en dus door zelf-reiniging daartoe dienden terug te keren. Zij wezen ook de weg daartoe.
Wij willen vanzelfsprekend niets afdoen aan het wezen en de glorie van de groten, doch u zult klaar inzien dat theologiseren beslist niet hun bedoeling is: men dient het pad te gaan dat tot de Oerbron terugvoert! en men dient niet stil te staan bij hetgeen men over de Oerbron zegt!!!
Het is zo: de een komt niet met woorden, maar met zijn levensdaad en gáát het pad. De ander praat honderduit over het pad doch zet er geen voetstap op. Al het gepraat over de Oerbron heeften enkele zin. Men dient die bron zelve te naderen, tot die Bron te gáán. en eerst dan is het woord van Jezus de heer toepasselijk: ‘Wie uit de Oerbron drinkt, zal niet meer dorsten tot in eeuwigheid.’
Bron: J. van Rijckenborgh, De Alchemische Bruiloft deel 2